Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 september 2001
gepubliceerd op 21 september 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 6, van het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001012836
pub.
21/09/2001
prom.
05/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/05/2001012836/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 6, van het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, inzonderheid op artikel 2, § 6, ingevoegd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 april 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 31.733/1 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De arbeidsplaatsen bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 5, van het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, kunnen worden bekleed door werkzoekenden die gedurende een ononderbroken periode van zes maanden, gerekend van datum tot datum, die aan de indienstneming voorafgaan, ingeschreven zijn als werkzoekende bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en die op het ogenblik van de indienstneming hetzij : a) het bestaansminimum genieten, bepaald bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum ;b) financiële sociale bijstand genieten, en : - ofwel ingeschreven zijn in het bevolkingsregister; - ofwel beschikken over een verblijfsvergunning van onbepaalde duur; - ofwel beschikken over een verblijfsvergunning met toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in zoverre de verlenging van de verblijfsvergunning onderworpen is aan de voorwaarde tewerkgesteld te zijn; - ofwel gerechtigd of toegelaten zijn, met toepassing van de artikelen 9 of 10 van voormelde wet van 15 december 1980, voor een bepaalde duur te verblijven in zoverre in de mogelijkheid van een verblijfsvergunning van onbepaalde duur uitdrukkelijk voorzien is.

Worden gelijkgesteld met een periode van inschrijving als werkzoekende bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling : a) de periodes tijdens welke de werkzoekenden het bestaansminimum of financiële sociale bijstand, zoals bedoeld in het eerste lid, genoten;b) een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;c) een tewerkstelling in een doorstromingsprogramma met toepassing van het koninklijk besluit van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's;d) een tewerkstelling in een erkende arbeidspost met toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van de langdurig werklozen;e) een tewerkstelling met een startbaanovereenkomst, met toepassing van hoofdstuk VIII van titel II van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, van een werknemer die geen getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezit.»

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.25 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.

Wet van 2 januari 2001, Belgisch Staatsblad van 3 januari 2001, erratum 13 januari 2001.

^