Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 november 2002
gepubliceerd op 29 november 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de variabele bonus

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013264
pub.
29/11/2002
prom.
05/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/05/2002013264/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de variabele bonus (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de variabele bonus.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 Variabele bonus (Overeenkomst geregistreerd op 11 maart 2002 onder het nummer 61406/CO/224)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 betreffende de functieclassificatie voor bedienden.

Art. 2.Vanaf 1 januari 2001 heeft elke bediende jaarlijks recht op een variabele bonus in functie van de rendabiliteit van de onderneming en waarvan de hoogte varieert van 0 pct. tot 0,6 pct. van zijn bruto- jaarwedde verdiend tijdens het voorgaande kalenderjaar bij de werkgever die de bonus verschuldigd is. Voor het bepalen van de rendabiliteit van de onderneming wordt uitgegaan van de "Return On Capital Employed (ROCE)" van het voorgaande boekjaar.

Art. 3.De bonus wordt toegekend in functie van de grootte van de ROCE van het voorgaande boekjaar volgens de volgende schaal : - de bonus bedraagt 0 pct. van de brutojaarwedde bij een ROCE kleiner dan 5 pct.; - de bonus bedraagt 0,3 pct. van de brutojaarwedde bij een ROCE groter dan of gelijk aan 5 pct. en kleiner dan 15 pct.; - de bonus bedraagt 0,6 pct. van de brutojaarwedde bij een ROCE groter dan of gelijk aan 15 pct..

Art. 4.Onder "brutojaarwedde verdiend tijdens het voorgaande kalenderjaar" wordt verstaan : de brutowedde van de bediende onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen en als dusdanig aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tussen 1 januari en 31 december van het voorgaande kalenderjaar.

Art. 5.Onder ROCE wordt verstaan : de verhouding van het bedrijfsresultaat (code 70/64 van de jaarrekening) ten opzichte van het aangewend kapitaal. Het aangewend kapitaal omvat het eigen vermogen (code 10/15) vermeerderd met de interestdragende schulden (code 170/4 + code 42 + code 43 - code 50/53 - code 54/58) en de voorzieningen (code 160/5). Op ondernemingsvlak kan men in paritair overleg, eventueel met de hulp van economisch deskundigen, en onder controle van de bedrijfsrevisor, uiterlijk tegen 30 juni 2001 een meer preciese en aan het bedrijf aangepaste omschrijving van het begrip ROCE vastleggen. Deze omschrijving geldt voor onbepaalde duur en kan in de toekomst enkel indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen in paritair overleg worden herzien. Ingeval men op ondernemingsvlak niet tot een paritair vastgelegde aflijning van het begrip komt, wordt bovenstaande definitie onverkort toegepast.

Art. 6.De bonus wordt jaarlijks betaald met de weddebetaling van de maand volgend op de algemene vergadering van de aandeelhouders. De bonus die betrekking heeft op het jaar 2000 wordt, bij uitzondering, ten laatste binnen de drie maanden volgend op de algemene vergadering van de aandeelhouders betaald.

Art. 7.De bonus wordt elk jaar opnieuw berekend volgens bovenstaande principes en maakt aldus geen deel uit van de basiswedde. Bijgevolg maakt deze bonus geen deel uit van de berekeningsbasis van andere vergoedingen of premies die in de loop van het jaar worden betaald, noch van de berekeningsbasis van de bonus te betalen in het volgend jaar. De hoogte van de bonus die betrekking heeft op een bepaald jaar creëert geen verdere rechten voor de daaropvolgende jaren.

Art. 8.De bonus te betalen in 2001, berekend op de brutojaarwedde verdiend in 2000, wordt toegekend aan de bediende die op de datum van betaling in de onderneming is tewerkgesteld, ongeacht het soort arbeidsovereenkomst en inbegrepen de uitzendkrachten. Enkel in geval van uitdiensttreding met het oog op brugpensioen tussen 1 januari 2001 en de betaaldatum van de bonus in 2001, wordt aan de bediende de bonus pro rata de tewerkstelling in deze laatstgenoemde periode betaald.

Vanaf de bonus te betalen in 2002 wordt deze, op het tijdstip vermeld in artikel 6, eveneens betaald aan de bedienden die uit dienst zijn getreden vóór de datum van betaling van de bonus, tenzij zij zijn ontslagen om een dringende reden. Ingeval van uitdiensttreding tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van betaling van de bonus wordt de bonus in toepassing van artikel 4 pro rata temporis betaald.

De bediende die in de loop van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de betaling van de bonus in dienst is getreden wordt bij toepassing van artikel 4 de bonus pro rata temporis betaald.

Art. 9.Bij het einde van het sectoraal akkoord 2001-2002 evalueren de ondertekenende partijen de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden. De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité een aan elk van de ondertekenende organisaties.

Zij vervangt de bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het sectoraal akkoord 2001-2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^