5 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 december 1999 houdende oprichting van een bestand van stadionverboden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, inzonderheid op artikel 45;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1999 houdende oprichting van een bestand van stadionverboden;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 oktober 2002 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 14 januari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en tot bepaling, voor wat betreft deze Overheidsdienst, van de inwerkingtreding van hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 oktober 2002;

Gelet op de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Minister van Binnenlandse Zaken de diensten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wenst te laten overnemen door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 1 november 2002 en dat de bevoegdheden, waaronder de delegatiebevoegdheden, gebaseerd op de structuren van het Ministerie moeten aangepast zijn aan deze nieuwe situatie, teneinde de continuïteit van de dienst te verzekeren;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de titel van het koninklijk besluit van 7 december 1999 houdende oprichting van een bestand van stadionverboden wordt het woord « de » ingevoegd tussen « houdende » en « oprichting ».

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid worden de woorden « Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken » vervangen door de woorden « Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ».2° in § 1, tweede lid worden de woorden « aan de Directeur-generaal of aan de Directeur-generaal, tweetalig-adjunct, van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, aan de ambtenaar of agent met een graad van minstens rang 13 die één van hen vervangt of aan elke ambtenaar of agent van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie met een graad van minstens rang 10 » vervangen door de woorden « aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid, aan de ambtenaar of agent met een graad van minstens rang 13 of aan de mandaathouder N-2 die de Directeur-generaal vervangen, of aan elke ambtenaar of agent van de Algemene Directie Veiligheids- en preventiebeleid met een graad van minstens rang 10 ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2002.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE