5 MEI 2004. - Koninklijk besluit houdende het model en de modaliteiten voor de uitgave van het paspoort voor het intracommunautair verkeer van katten en fretten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987 gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998, 5 februari 1999 en het koninklijk besluit van 22 februari 2001, inzonderheid op artikel 17;

Gelet op de verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad;

Gelet op de beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 april 2004;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het drukken en verdelen van de paspoorten voor katten en fretten, die overeenkomstig Verordening (EG) 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad vanaf 3 juli 2004 verplicht zullen zijn voor elk intracommunautair verkeer van katten en fretten en waarvan het model is vastgesteld in Beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten, wordt toevertrouwd aan rechtspersonen en dat deze zo snel mogelijk moeten kunnen beginnen met de verdeling van deze paspoorten;

Gelet op het advies nr. 37.032/3 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2004, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit strekt ertoe het model van paspoort voor het intracommunautair verkeer van katten en fretten vast te leggen en de modaliteiten voor de uitgave ervan te regelen, om tegemoet te komen aan de bepalingen van de verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van richtlijn 92/65/EEG van de Raad.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;2° FOD : Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° Erkende dierenarts : dierenarts erkend overeenkomstig artikel 4, vierde lid, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde gewijzigd door de wet van 22 februari 1998.

Art. 3.§ 1. Het model van en de aanvullende eisen voor het paspoort zijn vastgelegd in bijlage I en II van de beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten. § 2. Elk paspoort moet voorzien zijn van een uniek nummer. Dit nummer bestaat uit 13 karakters, namelijk « BE », de ISO-code voor België, gevolgd door het erkenningsnummer van de verdeler bestaande uit twee cijfers, en een volgnummer bestaande uit negen cijfers.

Art. 4.Blanco paspoorten mogen enkel verdeeld worden aan erkende dierenartsen.

Art. 5.De paspoorten mogen enkel verdeeld worden door een rechtspersoon die erkend is door de Minister volgens de procedure bepaald in hoofdstuk II van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Verdeling van paspoorten Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden voor de verdeling van paspoorten

voor katten en fretten

Art. 6.Rechtspersonen kunnen erkend worden voor het verdelen van paspoorten. Hiertoe dienen ze te voldoen aan de volgende bepalingen : 1° aantonen dat zij voldoen aan alle wettelijke vereisten van een rechtspersoon;2° rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de identificatie van dieren;3° een gedetailleerd lastenboek opstellen betreffende de procedure voor het drukken, het verdelen en het administratief beheer van bestellingen en leveringen van paspoorten.Dit lastenboek dient ter goedkeuring voorgelegd te worden tegelijk met de aanvraag tot erkenning; 4° de bepalingen van dit besluit en van beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten naleven;5° paspoorten verdelen aan elke erkende dierenarts, die hiervoor een aanvraag doet;6° een prijs voor het paspoort vastleggen, ongeacht het bestelde volume.Binnen een V.Z.W. mag deze prijs voor een paspoort voor niet leden nooit hoger zijn dan voor de leden; 7° de verplichtingen voorzien door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens eerbiedigen. Afdeling 2. - Procedure voor erkenning

Art. 7.Om erkend te worden richt de rechtspersoon een schriftelijke aanvraag tot de Minister.Deze aanvraag omvat een dossier met de nodige elementen ter staving van de vereisten vastgelegd in artikel 6, 1°, 2°, 3° en 6°.

Art. 8.De erkenning wordt binnen de zestig dagen na ontvangst van de aanvraag door de Minister verleend indien de voorwaarden vervuld zijn.

Aan de rechtspersoon die door de Minister erkend is wordt een erkenningsnummer toegekend. HOOFDSTUK III. - Traceerbaarheid van paspoorten

Art. 9.De erkende rechtspersoon moet de traceerbaarheid van de paspoorten op ieder moment garanderen. Hiertoe dient hij een geïnformatiseerd gegevensbestand bij te houden dat het mogelijk maakt om : - voor elk paspoortnummer de erkende dierenarts aan te duiden aan wie dit werd geleverd; - per erkende dierenarts een lijst op te maken met alle reeds aan hem geleverde paspoortnummers.

Op eenvoudig verzoek van de bevoegde diensten van de FOD, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de Federale en lokale politiediensten moet de rechtspersoon de in de vorige alinea vermelde gegevensbestanden op geïnformatiseerde wijze kunnen overmaken. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 10.Jaarlijks voor het einde van het eerste kwartaal dient de erkende rechtspersoon volgens de instructies van de FOD de nodige stukken voor te leggen die aantonen dat zij nog steeds aan de voorwaarden voor erkenning voldoen.

Art. 11.Het is verboden paspoorten na te maken of te vervalsen, evenals wijzigingen aan te brengen die niet conform zijn met de verordening (EG) 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van richtlijn 92/65/EEG van de Raad.

Art. 12.De erkende rechtspersoon die aanwijzingen of vermoedens heeft over misbruiken met paspoorten, is gehouden de bevoegde diensten van de FOD hierover in te lichten. HOOFDSTUK V. - Sancties

Art. 13.De rechtspersoon die paspoorten in omloop heeft gebracht die niet voldoen aan de voorschriften van beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten dient deze op eigen kosten uit omloop te nemen, te vergoeden of te vervangen.

Art. 14.De erkenning wordt door de Minister ingetrokken wanneer de rechtspersoon de bepalingen van dit besluit niet naleeft.

Art. 15.De rechtspersoon van dewelke de erkenning voor het verdelen van de paspoorten is ingetrokken, moet de erkende dierenartsen aan wie hij paspoorten heeft verdeeld binnen de veertien dagen na het intrekken van de erkenning hiervan schriftelijk op de hoogte brengen en de in artikel 9 genoemde gegevensbestanden op elektronische wijze en vergezeld van de documentatie over de wijze waarop deze op informaticaniveau beheerd werden, overdragen aan de bevoegde dienst van de FOD.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 17.De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE