gepubliceerd op 17 september 2004
Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren van het Directoraat-generaal dat bevoegd is voor het vervoer van zaken over de weg
5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren van het Directoraat-generaal dat bevoegd is voor het vervoer van zaken over de weg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, gewijzigd bij de wet van 24 maart 2003, inzonderheid op het artikel 25, eerste en derde lid en het artikel 26, §§ 1, 4, 5 en 6;
Overwegende dat de aangestelde ambtenaren en hun oversten voor de uitvoering van hun opdracht toegang moeten hebben tot de bewoonde lokalen van de vervoerders, dat zij arresten en vonnissen moeten kunnen opvragen bij de parketten en griffies, dat zij zaken in beslag moeten kunnen nemen en dat zij het Strafregister moeten kunnen raadplegen, en dat zij daartoe de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie dienen te hebben;
Overwegende dat de in artikel 1 van dit besluit genoemde ambtenaren van het Directoraat-generaal dat bevoegd is voor het vervoer van zaken over de weg reeds belast zijn met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg en van haar uitvoeringsbesluiten;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie wordt toegekend aan : de heer Beirnaert Michel, hoofdcontroleur; de heer Bombaert Chris, hoofdcontroleur; de heer Bonte, Jan, adjunct-adviseur; de heer Colpaert Freddy, hoofdcontroleur; de heer Courtois Henri, directeur-generaal; de heer De Meyer Marc, adjunct-adviseur; de heer Janquart Michel, adviseur; de heer Leroy Jean-Claude, adviseur; de heer Loise Pierre, adjunct-adviseur; de heer Parmentier Yves, directeur.
Ze worden belast met het opsporen en vaststellen van de overtredingen van de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer over de weg en zijn uitvoeringsbesluiten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX