gepubliceerd op 11 juli 2006
Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de betrekkingen van de ambtenaren van de centrale diensten van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
5 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de betrekkingen van de ambtenaren van de centrale diensten van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43, § 3, vierde lid, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004 en 4 april 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van bepaalde centrale diensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1996;
Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid, gegeven op 14 oktober 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 30 november 2005;
Gelet op de adviezen van de vakorganisaties, gegeven op 24 maart 2006, voor wat betreft de Algemene Centrale der Openbare Diensten, op 5 december 2005 en op 22 maart 2006, voor wat betreft het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt, en op 3 april 2006, voor wat betreft de ACV - Openbare Diensten;
Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 20 april 2006;
Gelet op advies 40.419/3 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Middenstand, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, op de ambtenaren van de centrale diensten van de openbare instellingen van sociale zekerheid, bedoeld in het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, worden de verschillende betrekkingen die een trap van de hiërarchie vormen, vastgesteld als volgt : Eerste trap : de betrekkingen overeenstemmend met de managementfuncties van administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal, -1, -2 en -3, en met de staffuncties;
Tweede trap : de betrekkingen overeenstemmend met de functies van klassen A5, A4 en A3 van niveau A, met uitzondering van de betrekkingen van de ambtenaren die in de klasse A3 van niveau A geïntegreerd zijn op basis van een graad van rang 10;
Derde trap : de betrekkingen van de ambtenaren, die in de klasse A3 van niveau A geïntegreerd zijn op basis van een graad van rang 10; de betrekkingen overeenstemmend met functies van klassen A1 en A2 van niveau A; de graden van niveau B;
Vierde trap : de graden van niveau C;
Vijfde trap : de graden van niveau D.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van bepaalde centrale diensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1996, wordt opgeheven voor wat de openbare instellingen van sociale zekerheid betreft.
Art. 3.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. Dewael De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN