Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juli 1999
gepubliceerd op 31 juli 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel

bron
ministerie van financien
numac
1999003454
pub.
31/07/1999
prom.
05/07/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Financiën, gegeven op 5 maart 1999;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 juni 1998 en 11 augustus 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 december 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 december 1998;

Gelet op het overlegprotocol van het Sectorcomité II - Financiën van 10 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit zonder dralen moet worden gepubliceerd, aangezien het in werking moet treden op 1 juli 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel, worden de woorden « naar een betrekking van de andere sector dan deze waar zij tewerkgesteld zijn » vervangen door de woorden « naar een betrekking in één van beide sectoren ».

Art. 2.In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de woorden « 16 en van eerste attaché van financiën » vervangen door de woorden « 16, van eerste attaché van financiën en van eerstaanwezend adjunct-adviseur ».

Art. 3.In artikel 25bis, § 2, eerste lid van artikel 24 van hetzelfde besluit, worden de woorden « verhoging in graad, op » vervangen door de woorden « verhoging in graad, verandering van graad, op ».

Art. 4.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden « wordt toegestaan door de Minister van Financiën » vervangen door de woorden « wordt toegestaan door Ons voor de personeelsleden van niveau 1 en door de Minister van Financiën voor de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 32bis ingevoegd, luidende : «

Art. 32bis.In artikel 54 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 december 1973 en 21 maart 1986 worden de woorden « graad en mutatie » vervangen door de woorden « graad, verhoging in weddeschaal en mutatie ».

Art. 6.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden « de kandidaten worden gerangschikt » vervangen door de woorden « worden de kandidaten, behalve hetgeen voorzien is in bijlage V, gerangschikt ».

Art. 7.In bijlage I van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder de graad van auditeur-generaal van financiën, in de rechterkolom, onder G, worden de woorden « die tot de Administratie der directe belastingen » vervangen door de woorden « die tot het Kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen, de Administratie van fiscale zaken, de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, de Administratie der directe belastingen »;2° onder de graad van eerste attaché van financiën, Algemene Diensten, in de linkerkolom, worden de woorden « Het vergelijkend overgangsexamen is voorbehouden aan de eerstaanwezend verificateurs en » vervangen door de woorden « Het vergelijkend overgangsexamen is voorbehouden aan de eerstaanwezend verificateurs, de landmeters-experten van financiën en »; 3° onder de graad van eerstaanwezend verificateur, in de rechterkolom, worden de woorden « Rijkspersoneel, in » vervangen door de woorden « Rijkspersoneel en de directiesecretarissen ambtshalve benoemd in die graad op 1 juli 1993 of 1 januari 1994, in ».; 4° de bepalingen onder de graad van eerstaanwezend directiesecretaris worden vervangen als volgt : « 1.Verhoging in graad : directiesecretaris - laureaat zijn van het examen voor verhoging tot de graad van eerstaanwezend directiesecretaris (rang 22). 2. Verhoging in graad : directiesecretaris - ten minste achttien jaar graadanciënniteit tellen.3. Mutatie in de zin van artikel 25quinquies.4. Overplaatsing : ambtenaar, titularis van de graad van eerstaanwezend directiesecretaris, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 november 1993 houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende de mobiliteit van het personeel in sommige overheidsdiensten - de voorwaarden vastgesteld in artikel 3, § 2 van voornoemd koninklijk besluit van 3 november 1993 vervullen.»; 5° onder de graad van eerstaanwezend directiesecretaris wordt in de rechterkolom een bepaling ingevoegd, luidende : « De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1 gebeurt als volgt : 1° de laureaat van het examen voor verhoging in graad waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;2° onder laureaten van eenzelfde examen voor verhoging in graad : a) de laureaat die de meeste punten behaalde;b) onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalde, de laureaat die de grootste anciënniteit in niveau 2+ telt;c) bij gelijke anciënniteit bedoeld sub b), de laureaat die de grootste anciënniteit in niveau 3 telt;d) bij gelijke anciënniteit bedoeld sub c), de laureaat die het best gerangschikt is volgens de bepalingen van artikel 11, 7° en 8°.». 6° onder de graad van vertaler, in de rechterkolom, worden de volgende bepalingen ingevoegd, luidende : « De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1 gebeurt als volgt : 1° de laureaat van een examen voor verhoging in graad of vergelijkend overgangsexamen waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;2° onder laureaten van eenzelfde examen voor verhoging in graad of vergelijkend overgangsexamen : a) de laureaat die de meeste punten behaalde;b) onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalden, de laureaat die het best gerangschikt is volgens de bepalingen van artikel 11, 5° tot 8°.».

Art. 8.In bijlage II van hetzelfde besluit wordt de bepaling in de rechterkolom onder de graad van directeur bij een fiscaal bestuur opgenomen onder B en wordt voorafgegaan door de volgende bepaling : « A. De kandidaten voor benoeming in de graad van directeur bij een fiscaal bestuur worden voor de toepassing van artikel 11, 4°, gerangschikt op basis van de graadanciënniteit die ze als eerstaanwezend inspecteurs bij een fiscaal bestuur hebben verworven vanaf de datum waarop ze titularis zijn van een betrekking waaraan de functie van dienstchef is verbonden. ».

Art. 9.In bijlage III van hetzelfde besluit wordt : 1° onder de graad van technicus in de rechterkolom de bepaling ingevoegd, luidende : « De rangschikking van de kandidaten voor benoeming in de graad van technicus bedoeld in kolom 1 onder 1, gebeurt als volgt : 1° de laureaat van een vergelijkend overgangsexamen tot de graad van technicus waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;2° onder laureaten van eenzelfde overgangsexamen, de laureaat die de meeste punten behaalde.». 3° onder de graad van vakman in de rechterkolom de bepaling ingevoegd, luidende : « De rangschikking van de kandidaten voor benoeming in de graad van vakman bedoeld in kolom 1 onder 1, gebeurt als volgt : 1° de laureaat van een vergelijkend overgangsexamen tot de graad van vakman, garage-mecanicien (geschrapte graad), geselecteerde werkman C (geschrapte graad) of precisie-fotograaf (geschrapte graad) waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;2° onder laureaten van eenzelfde overgangsexamen, de laureaat die de meeste punten behaalde.».

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997.

Art. 11.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR De Minister van Pensioenen, J. PEETERS

^