gepubliceerd op 25 februari 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee
5 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 15, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn, inzonderheid op artikel 7, § 2, 1°;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het militair personeel, inzonderheid op artikel 90, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee, inzonderheid op de artikelen 1, 2, 3, 5, § 1 en § 2, eerste en vierde lid, 7, 16 en de bijlage;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité, afgesloten op 21 maart 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee worden de woorden "plaatsing in een organieke functie aan boord van een gecommissioneerde varende eenheid, voor de uitvoering van taken op zee, waarbij de vaaropdrachten kunnen variëren qua aard, duur en frequentie" vervangen door de woorden "tewerkstelling aan boord van een militaire varende eenheid".
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De medicatie die leidt tot ongeschiktheid voor de duur van de behandeling, is bepaald in een lijst die opgesteld wordt door de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee bedoeld in artikel 4. Deze commissie past deze lijst jaarlijks aan aan de medische behoeften. »
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 3.De hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine beslist over de medische geschiktheid voor dienst op zee en over het speciaal medisch profiel dat de kandidaat moet hebben voor de marine, op grond van de medische onderzoeken, uitgevoerd in het centrum voor rekrutering en selectie van de krijgsmacht en van de beoordeling van de militaire geneesheren van dit centrum wat de algemene medische geschiktheid van de kandidaat betreft.
Voor de militairen die naar de marine worden overgeplaatst, beslist de hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine over hun medische geschiktheid voor dienst op zee op basis van de medische onderzoeken die verricht zijn in het medisch centrum van de marine. »
Art. 4.Een artikel 3bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 3bis.De medische geschiktheid voor dienst op zee van de militair van de marine wordt bepaald op grond van controleonderzoeken, uitgevoerd in het medisch centrum van de marine of in andere medische instellingen.
De controleonderzoeken bedoeld in het eerste lid worden uitgevoerd om de vijf jaar voor de militair jonger dan dertig jaar, om de drie jaar voor de militair tussen dertig en negenendertig jaar en om de twee jaar voor de militair van veertig jaar of ouder.
Een controleonderzoek wordt eveneens uitgevoerd in de volgende gevallen : 1° op verzoek van de stafchef van de marine, van de commandant van de grote eenheid, van de korpscommandant of van de eenheidscommandant wanneer een van deze overheden van oordeel is dat een militair met dienst op zee niet meer medisch geschikt is voor de dienst op zee;2° op verzoek van de eenheidsgeneesheer : a) wanneer de militair met dienst op zee gedurende meer dan vier opeenvolgende weken om gezondheidsredenen afwezig is geweest;b) wanneer hij van oordeel is dat de militair met dienst op zee een medisch probleem heeft dat een invloed kan hebben op diens medische geschiktheid voor dienst op zee;3° op verzoek van de militair met dienst op zee via de eenheidsgeneesheer omdat hij van oordeel is dat zijn medische geschiktheid voor dienst op zee gewijzigd is;4° op verzoek van de hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine wanneer hij er direct of indirect van op de hoogte is gebracht dat een militair een medisch probleem heeft dat een weerslag kan hebben op zijn medische geschiktheid voor dienst op zee.».
Art. 5.Een hoofdstuk Ibis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd achter het artikel 3bis : "HOOFDSTUK Ibis. - Het medisch onderzoek van de kandidaten voor dienst op zee Afdeling 1. - Het medisch onderzoek voor eerste selectie
Artikel 3ter.Het eigenlijk medisch onderzoek wordt voorafgegaan door een ondervraging van de kandidaat omtrent zijn persoonlijke, erfelijke en collaterale antecedenten.
De verklaringen van de belanghebbenden worden opgenomen in de daartoe bestemde vragenlijst van het protocol en vervolgens ondertekend door de ondervragende geneesheer en door de kandidaat.
Deze wordt gewaarschuwd dat iedere opzettelijk onvolledige of onjuiste verklaring voor hem een weigering van dienstneming of het nemen van tuchtsancties kan betekenen.
Artikel 3quater.Het onderzoek heeft betrekking op de klinische, fysiologische en psychische aspecten van de medische geschiktheid voor dienst op zee.
Het bestaat uit : 1° een algemeen klinisch onderzoek;2° een radiologisch onderzoek van de wervelzuil en het bekken;3° een grondig onderzoek van de visus (gezichtsscherpte, binoculair zicht, kleurenperceptie);4° een bepaling van de gehoordrempel van elk oor op de frequenties 250, 500, 1000, 2000, 3000, 4000, 6000 en 8000 Hz volgens ISO-normen;5° de laboratoriumonderzoeken die door de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee, bedoeld in artikel 4, werden vastgelegd en die een medisch probleem kunnen aan het licht brengen dat ongeschiktheid voor dienst op zee kan veroorzaken;6° alle onderzoeken, inclusief de psychotechnische en psychologische testen, die de leden van de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee en de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee bedoeld in artikel 4, nodig achten;7° indien nodig, de inobservatiestelling in een gespecialiseerde medische instelling. Afdeling 2. - Medische controleonderzoeken voor dienst op zee
Artikel 3quinquies.De bepalingen van de artikelen 3ter en 3quater en van de bijlage zijn van toepassing op de medische controleonderzoeken, met uitzondering van de bepaling van artikel 3quater, tweede lid, 2°.
Artikel 3sexies.Het toezicht op de geschiktheid voor dienst op zee wordt uitgeoefend door de eenheidsgeneesheer.
Het omvat voortdurend medisch-psychofysiologisch toezicht en medische controleonderzoeken.
Het medisch psychofysiologisch toezicht heeft tot doel op ieder ogenblik de aandoeningen op te sporen waardoor een militair met dienst op zee, tijdelijk of voor een onbepaalde duur ongeschikt kan worden om de zeeopdrachten te vervullen die bij zijn functie behoren.
De eenheidsgeneesheer kan aan de bevoegde diensten van de medische dienst van de krijgsmacht elk nodig geacht bijzonder onderzoek vragen.
Tijdens een medisch controle-onderzoek zal rekening gehouden worden met : 1° de mogelijke medische complicaties;2° de verzorgingsmogelijkheden aan boord.».
Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "doet uitspraak over de geschiktheid voor de dienst op zee en bepaalt het speciaal medisch profiel van de kandidaten" vervangen door de woorden "beslist over de medische geschiktheid voor dienst op zee van de volgende militairen van de marine : 1° de militair die door zijn eenheidsgeneesheer naar deze commissie wordt verwezen omdat deze eenheidsgeneesheer van oordeel is dat de militair met dienst op zee medisch ongeschikt zou kunnen zijn voor de dienst op zee;2° de militair die door de hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine naar deze commissie wordt verwezen omdat deze hoofdgeneesheer van oordeel is dat de militair met dienst op zee medisch ongeschikt zou kunnen zijn voor de dienst op zee;3° de militair die de voorzitter van de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee hierom verzoekt.»; 2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "door artikel 3 voorgeschreven medisch onderzoek of het personeel al dan niet geschikt is" vervangen door de woorden "recentste in artikel 3bis, eerste lid, bedoelde controleonderzoek, over de medische geschiktheid van de militair met dienst op zee";3° paragraaf 2, vierde lid, wordt vervangen door het volgende lid : « De eventuele beperkingen van de zeeactiviteiten moeten voor elk geval omschreven worden.Deze beperkingen hebben enkel betrekking op de medische bijstand op zee. »
Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 7.De medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee en de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee zijn elk samengesteld uit drie leden onder wie een voorzitter.
De leden van de in het eerste lid bedoelde commissies zijn officier-geneesheer van het actief kader en moeten ervaring hebben in dienst op zee.
De voorzitter van de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee is de hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine of zijn plaatsvervanger. De voorzitter van de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee is de medische raadgever van de stafchef van de marine of zijn plaatsvervanger.
De eenheidsgeneesheer of de hoofdgeneesheer van het medisch centrum van de marine die een militair verwezen heeft naar de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee mag geen lid zijn van een van de commissies bedoeld in artikel 4, wanneer deze de zaak behandelt van deze militair met dienst op zee.
Een lid van de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee mag geen lid geweest zijn van de medische commissie voor geschiktheid voor dienst op zee voor een zelfde zaak. ».
Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het woord "zeemacht" vervangen door het woord "marine".
Art. 9.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 16.Wie kennis heeft van enig bedrog bij de beslissing betreffende de medische geschiktheid van een militair voor dienst op zee, vraagt de minister van Landsverdediging om herziening van deze beslissing.
Deze aanvraag moet binnen de vijf jaar na de betekening van de omstreden beslissing aan de betrokkene ingediend worden.
Oordeelt de minister van Landsverdediging de aanvraag tot herziening gegrond, dan vat hij de voorzitter van de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee.
Komt de vraag bedoeld in het eerste lid uit van de militair op wie de beslissing betrekking had en oordeelt de minister van Landsverdediging de aanvraag tot herziening ongegrond, dan brengt hij de aanvrager op de hoogte van zijn gemotiveerde weigering de voorzitter van de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee te vatten.
Een lid van een van de commissies bedoeld in artikel 4 waarvan de beslissing herzien wordt, kan geen lid zijn van de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee die deze beslissing herziet.
In het geval bedoeld in het derde lid beslist de medische commissie van beroep voor geschiktheid voor dienst op zee in laatste aanleg. ».
Art. 10.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage.
Art. 11.Zolang de benaming "zeemacht" niet gewijzigd is in "marine" in de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, moet telkens "zeemacht" gelezen worden wanneer de benaming "marine" gebruikt wordt in dit besluit.
Art. 12.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET
Bijlage bij het koninklijk besluit van 5 januari 1998 Medische voorwaarden waaraan de kandidaten voor dienst op zee moeten voldoen Om geschikt te zijn voor dienst op zee, moet de kandidaat vrij zijn van de gebreken en ziekten die hem ongeschikt maken voor de militaire dienst of voor de dienstneming en de wederdienstneming in vredestijd.
Bovendien mag hij : 1° niet groter zijn dan 1 m 95;2° niet manifest zwaarlijvig zijn, bewezen door een gewichtsindex van Quetelet van meer dan 31;3° niet lijden aan een van de volgende aandoeningen. Zeeziekte De zeeziekte wordt beoordeeld in functie van de in artikel 3octies, tweede lid, beschreven elementen. Bij anamnese of bij speciaal onderzoek mag de militair in dienst op zee geen symptomen van chronische zeeziekte vertonen.
Neuropsychische aandoeningen De organische aandoeningen van het zenuwstelsel veroorzaken een schorsing voor een onbepaalde duur of een tijdelijke schorsing van de geschiktheid tot de dienst op zee naargelang de mogelijkheid van geneesbaarheid.
De traumata van schedel en hersenen veroorzaken een schorsing voor een onbepaalde duur of een tijdelijke schorsing van de geschiktheid tot de dienst op zee naargelang de uitslagen van de neurologische en psychiatrische onderzoeken en naargelang de prognose door de gespecialiseerde dienst vooropgesteld.
Elke episode van evolutieve psychopathie of van duidelijke psychoneurose veroorzaakt een schorsing voor een onbepaalde duur van de geschiktheid tot de dienst op zee.
Epilepsie leidt tot ongeschiktheid tenzij er, zonder behandeling, sedert twee jaar geen aanvallen meer zijn geweest en een uitgebreid neurologisch onderzoek tot een aanvaardbare stabilisatie van de toestand doet besluiten.
Aandoeningen van het ademhalingsstelsel Het personeel met dienst op zee, behandeld voor longtuberculose, mag opnieuw geschikt voor de dienst op zee verklaard worden wanneer de afwezigheid van elke evolutie sedert minstens één jaar vaststaat.
Aandoeningen van de urogenitale organen De aanwezigheid van lithiasis brengt een tijdelijke schorsing van de geschiktheid voor de dienst op zee mede, totdat alle symptomen - organisch, functioneel en radiologisch - verdwenen zijn.
De posttraumatische nefrectomie heeft ongeschiktheid tot gevolg tot wordt vastgesteld dat de overblijvende nier de normale werking van het lichaam verzekert.
De nephrectomie in geval van nieraandoening heeft als gevolg een schorsing voor een onbepaalde duur van de geschiktheid voor de dienst op zee.
De gevallen van albuminurie, hematurie en van glucosurie worden beoordeeld in functie van hun pathologische betekenis.
Aandoeningen van de spijsverteringsorganen Gastrisch of duodenaal ulcus dat medicamenteus behandeld wordt, leidt tot ongeschiktheid totdat gedurende ten minste drie maanden geen symptomen meer zijn opgetreden, met dien verstande dat tijdens die periode geen curatieve medicatie is toegediend.
Gastrisch of duodenaal ulcus dat heelkundig verzorgd werd leidt tot : 1° geschiktheid nadat betrokkene sedert ten minste één jaar genezen is;2° ongeschiktheid wanneer betrokkene een jaar na de operatie met belangrijke functionele gevolgen blijft kampen. Een ulcereuze gastro-intestinale ziekte gekenmerkt door veelvuldige en kort opeenvolgende recidieven leidt tot ongeschiktheid.
De splenectomie leidt tot ongeschiktheid behalve indien ze posttraumatisch is en indien er geen verslechtering van de algemene fysieke toestand ontstaat.
Aandoeningen van het hematopoiëtische stelsel De splenectomie leidt tot ongeschiktheid behalve indien ze posttraumatisch is en indien er geen verslechtering van de algemene fysieke toestand ontstaat.
Aandoeningen van de cardiovasculaire organen Iedere duidelijke symptomatologie van organisch of functioneel welbepaald letsel heeft als gevolg een ongeschiktheid voor een onbepaalde duur voor de dienst op zee.
Het eerste myocardinfarct leidt tot ongeschiktheid, behalve indien drie maanden na het optreden van het infarct aan al de volgende voorwaarden voldaan is : 1° het infarct moet gunstig geëvolueerd zijn naar de stabilisatie van de algemene cardiovasculaire toestand;2° een uitgebreid cardiologisch onderzoek toont aan dat er noch een aantasting van de ventriculaire functie, noch ritmestoornissen, noch tekenen van coronaire insufficiëntie bestaan;3° ziekenhuisopname binnen zes uur blijft mogelijk gedurende de zeeactiviteiten. Elk volgend myocardinfarct alsook het dragen van een pacemaker leidt tot ongeschiktheid voor onbepaalde duur.
Aandoeningen van de bewegingsorganen Iedere traumatische, constitutionele of reumatologische aandoening geeft aanleiding tot schorsing voor een onbepaalde duur of tijdelijke schorsing van de geschiktheid voor de dienst op zee naargelang de ziektegraad en de evolutie.
Endocrinologische aandoeningen Insulinedependente diabetes mellitus leidt tot ongeschiktheid.
Niet-insulinedependente diabetes mellitus, al dan niet behandeld met perorale anti-diabetica, leidt tot ongeschiktheid indien de aandoening onvoldoende gestabiliseerd is, inzonderheid indien herhaalde of ernstige stoornissen van het bewustzijn opgetreden zijn.
Zwangerschap Zwangerschap leidt tot ongeschiktheid tot het einde van derde maand volgend op het einde van de zwangerschap.
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 5 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET