gepubliceerd op 26 februari 1998
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de maximale rendabiliteitsoppervlakten als bedoeld in de pachtwetgeving
5 FEBRUARI 1998. Koninklijk besluit houdende vaststelling van de maximale rendabiliteitsoppervlakten als bedoeld in de pachtwetgeving
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen, inzonderheid op artikel 12.7 van artikel 1, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988;
Gelet op de voorstellen van de provinciale landbouwkamers;
Gelet op het eensluidend advies van de Nationale Landbouwraad;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de maximale rendabiliteitsoppervlakten zonder verwijl moeten vastgesteld zijn en bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad teneinde de toepassing van artikel 12.7 van artikel 1 van de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen, gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, niet in het gedrang te brengen, daar de geldigheidsduur van de maximale rendabiliteitsoppervlakten, vastgesteld bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1992 houdende vaststelling van de maximale rendabiliteitsoppervlakten als bedoeld in de pachtwetgeving, verstreken is op 25 november 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 januari 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De maximale rendabiliteitsoppervlakten bedoeld bij artikel 12.7 van artikel 1 van de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen gewijzigd bij de wet van 7 november 1988, worden vastgesteld als volgt : I. Antwerpen 1. Polders .. . . . 100 ha 2. Zandstreek .. . . . 60 ha 3. Kempen .. . . . 60 ha II. Waals-Brabant 1. Zandleemstreek .. . . . 90 ha 2. Leemstreek .. . . . 95 ha III. Vlaams-Brabant 1. Zandstreek .. . . . 50 ha 2. Kempen .. . . . 50 ha 3. Zandleemstreek .. . . . 100 ha 4. Leemstreek .. . . . 125 ha IV. Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad 1. Zandleemstreek .. . . . 100 ha V. Limburg 1. Kempen .. . . . 60 ha 2. Zandleemstreek .. . . . 100 ha 3. Leemstreek .. . . . 125 ha 4. Grasstreek .. . . . 80 ha VI. Namen 1. Leemstreek .. . . . 95 ha 2. Condroz .. . . . 95 ha 3. Grasstreek .. . . . 85 ha 4. Famenne .. . . . 85 ha 5. Ardennen .. . . . 85 ha VII. Luxemburg 1. Ardennen .. . . . 80 ha 2. Famenne .. . . . 80 ha 3. Grasstreek .. . . . 80 ha 4. Jurastreek .. . . . 80 ha VIII. West-Vlaanderen 1. Duinen .. . . . 100 ha 2. Polders .. . . . 100 ha 3. Zandstreek .. . . . 45 ha 4. Zandleemstreek .. . . . 75 ha 5. Leemstreek .. . . . 80 ha IX. Luik 1. Leemstreek .. . . . 110 ha 2. Grasstreek .. . . . 60 ha 3. Condroz .. . . . 95 ha 4. Hoge Ardennen .. . . . 60 ha 5. Famenne .. . . . 120 ha X. Henegouwen 1. Zandleemstreek .. . . . 90 ha 2. Leemstreek .. . . . 95 ha 3. Henegouwse Kempen .. . . . 90 ha 4. Condroz .. . . . 95 ha 5. Grasstreek .. . . . 60 ha 6. Famenne .. . . . 60 ha 7. Ardennen .. . . . 60 ha XI. Oost-Vlaanderen 1. Polders .. . . . 100 ha 2. Zandleemstreek .. . . . 100 ha 3. Zandstreek .. . . . 60 ha 4. Leemstreek .. . . . 125 ha
Art. 2.De maximale rendabiliteitsoppervlakten zijn geldig voor vijf jaar.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 november 1997.
Art. 4.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 februari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN