Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2002
gepubliceerd op 23 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de werkzekerheid in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2001-2002

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012967
pub.
23/10/2002
prom.
04/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/04/2002012967/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de werkzekerheid in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de werkzekerheid in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 Werkzekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59062/CO/149.03) In uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2001-2002. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Onderwerp Afdeling 1. - Principe

Art. 2.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen - met inbegrip van tijdelijke werkloosheid - uitgeput zijn en vooraleer de mogelijkheid tot beroepsopleiding voor de getroffen werklieden wordt onderzocht. Voor de werklieden ouder dan 45 jaar zal prioritair naar tewerkstellingsbehoudende maatregelen worden gezocht. Afdeling 2. - Definities

Art. 3.Als "ontslag" wordt beschouwd elk ontslag om economische, financiële, structurele, technische en alle andere redenen onafhankelijk van de wil van de werklieden, met uitzondering van het ontslag om dringende redenen.

Art. 4.Onder "meervoudig ontslag" wordt verstaan : een ontslag van ten minste 2 werklieden in ondernemingen met minder dan 30 werknemers, van ten minste 3 werklieden in ondernemingen van 30 tot 60 werknemers en van ten minste 6 werklieden in ondernemingen van 61 werknemers en meer, dit alles in de loop van een periode van negentig kalenderdagen. Afdeling 3. - Overlegprocedure

Art. 5.Wanneer zich onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen waardoor bijvoorbeeld tijdelijke werkloosheid of andere equivalente maatregelen sociaal-economisch onhoudbaar worden, zal de volgende sectorale overlegprocedure - tijdens dewelke niet tot ontslag kan worden overgegaan - worden nageleefd : 1. Wanneer de werkgever voornemens is over te gaan tot ontslag van meerdere werknemers, dat als meervoudig ontslag kan worden beschouwd, licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafgevaardigden in.Ingeval er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bestaat, licht hij voorafgaandelijk en individueel de betrokken werknemers schriftelijk in. 2. Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werknemersvertegenwoordigers van de werklieden dienen de partijen op ondernemingsvlak de besprekingen te starten over de maatregelen die ter zake kunnen worden genomen.Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de acht kalenderdagen na het vaststellen van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, beroep gedaan op het verzoeningsbureau op initiatief van de meest gerede partij. 3. Ingeval er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bestaat in de onderneming, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werknemers, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de werklieden vertegenwoordigen. Deze procedure is eveneens van toepassing bij faillissement. Afdeling 4. - Sanctie

Art. 6.Bij niet-naleving van de procedure bepaald in artikel 5, § 2, dient de in gebreke zijnde werkgever, naast de normale opzegtermijn, aan de betrokken werknemers een vergoeding te betalen.

Deze vergoeding is gelijk aan het loon verschuldigd voor de genoemde opzegtermijn en dient als opzegvergoeding te worden beschouwd.

In geval van betwisting wordt beroep gedaan op het verzoeningsbureau op vraag van de meest gerede partij.

De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het verzoeningsbureau wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure. De werkgever kan zich laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming of behorende tot zijn werkgeversfederatie.

Indien de overlegprocedure niet is gevolgd, is de sanctie eveneens van toepassing in geval van faillissement.

De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het verzoeningsbureau niet toepast. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzeg van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^