Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 oktober 2011
gepubliceerd op 09 november 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011204573
pub.
09/11/2011
prom.
04/10/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011 Nationaal akkoord 2011-2012 (Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2011 onder het nummer 104537/CO/149.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van : - het koninklijk besluit van 28 maart 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2011 pub. 01/04/2011 numac 2011201603 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister federale overheidsdienst financien federale overheidsdienst sociale zekerheid federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 28/03/2011 pub. 14/07/2011 numac 2011203202 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Rechtzetting sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 april 2011); - de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord (Belgisch Staatsblad van 28 april 2011). HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 3.Koopkracht Afdeling 1. - Verhoging van de minimumlonen en effectieve lonen

Op 1 februari 2012 worden alle minimumuurlonen en effectieve uurlonen verhoogd met 0,3 pct.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 18 juni 2009 zal vanaf 1 februari 2012 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. Afdeling 2. - Sectoraal systeem ecocheques

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake sectoraal systeem ecocheques van 18 juni 2009 gesloten voor onbepaalde duur, wordt aangepast rekening houdend met volgende principes : - betaling aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider van 2 semestriële schijven van ecocheques, elk ter waarde van 125,00 EUR; - de betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen : - ten laatste op 15 juni en behelst de referteperiode van 1 december van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar; - ten laatste op 15 december en behelst de referteperiode van 1 juni tot en met 30 november van het lopende jaar; - een alternatieve besteding voor deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het jaarlijks bedrag van 2 x 125 EUR gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak vóór 1 oktober 2011, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst. Hierdoor dient de 1ste schijf van 125 EUR nog in ecocheques te worden betaald.

De ondernemingen die vóór 30 juni 2011 in slagen om een collectieve arbeidsovereenkomst omtrent een alternatieve besteding van de ecocheques te sluiten, zullen deze alternatieve besteding eveneens voor de 1ste referteperiode kunnen toepassen.

Opmerking Rekening houdend met bovenvermelde principes dient de collectieve arbeidsovereenkomst inzake sectoraal systeem ecocheques van 18 juni 2009 te worden aangepast, met ingang van 1 januari 2011, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 4.Sociaal fonds § 1. Vanaf 1 juli 2011 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid geïndexeerd volgens het principe zoals opgenomen in § 2 van artikel 4 en tegelijkertijd verhoogd. Hierdoor bedraagt deze aanvullende vergoeding vanaf 1 juli 2011, 11,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en 5,50 EUR per halve werkloosheidsvergoeding. § 2. Vanaf 1 juli 2011 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2008, 1 februari 2009, 1 februari 2010 en op 1 februari 2011 (de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar).

Door deze berekening, met name 2,36 pct. op 1 februari 2008, 3,89 pct. op 1 februari 2009, - 0,31 p.c. op 1 februari 2010 en 2,60 pct. op 1 februari 2011, worden de aanvullende vergoedingen met 8,77 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 juli 2011 als volgt verhoogd : - aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen en oudere zieken : 5,86 EUR per werkloosheids- en ziekteuitkering en 2,93 EUR per halve per werkloosheids- en ziekteuitkering; - aanvullende vergoeding bij ziekte : 87,21 EUR na 60 en 120 dagen en 113,56 EUR na een langere ziekteperiode; - aanvullende vergoeding bij sluiting : 290,33 EUR + 14,64 EUR/jaar met een maximum van 957,62 EUR; - aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 72,58 EUR. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 18 juni 2009, gewijzigd via collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 10 juni 2010, zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst op een aantal technische punten verder te worden verduidelijkt.

Art. 5.Bijdrage aan het sociaal fonds Vanaf 1 januari 2012 wordt de bijdrage voor het sociaal fonds verhoogd gebracht op 4,05 pct. § 1. Van hogervermelde bijdrage wordt 1,7 pct. van de brutolonen van de arbeiders voorbestemd om het sectoraal pensioenfonds te financieren, zoals opgenomen in artikel 9 van dit akkoord. § 2. Van hogervermelde bijdrage wordt 0,7 pct. van de brutolonen van de arbeiders voorbestemd om de financiering te verzekeren van initiatieven met betrekking tot vorming en opleiding.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake bijdrage aan het sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 januari 2012 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 6.Eindejaarspremie § 1. De arbeiders die vrijwillig de onderneming verlaten, hebben recht op een pro rata eindejaarspremie mits 3 jaar anciënniteit in de onderneming op het ogenblik van de beëindiging. § 2. De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk overleg beëindigd wordt, hebben recht op een pro rata eindejaarspremie mits 3 jaar anciënniteit in de onderneming op het ogenblik van de beëindiging.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 21 juni 2007 zal vanaf 1 december 2011 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst op een aantal technische punten verder te worden verduidelijkt.

Art. 7.Vervoerskosten Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich naar het werk verplaatst, heeft hij recht op dezelfde vervoerskosten, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 inzake vervoer en mobiliteit.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoer en mobiliteit van 12 mei 2009 zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 8.Stand-by regeling Partijen engageren zich om tijdens de duurtijd van het akkoord de bestaande regeling inzake stand-by en de toepassing ervan in de ondernemingen te onderzoeken en te evalueren.

Opmerking Artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 inzake vergoedingen bij stand-by regeling wordt verlengd met ingang van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2013.

Art. 9.Sectoraal pensioenfonds Vanaf 1 januari 2012 wordt de bijdrage van 1,5 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voor het sectoraal pensioenstelsel verhoogd tot 1,7 pct.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van 25 november 2010 zal vanaf 1 januari 2012 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 10.Geolokalisatiesysteem De sociale partners engageren zich om tegen 1 juli 2012 een sectoraal kader omtrent het geolokalisatiesysteem uit te werken en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, die een aantal minimum afspraken vastlegt, met eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers (conform de wet van 8 december 1992 inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens) en rekening houdend met onderstaande principes : - bij de invoering van een geolokalisatiesysteem op ondernemingsvlak dient hieromtrent een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak te worden afgesloten in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging; - in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging, dient de procedure inzake wijziging van het arbeidsreglement te worden gevolgd en dient elke betrokken arbeider zijn akkoord te geven op het uittreksel van het arbeidsreglement dat als bijlage bij de arbeidsovereenkomst wordt gevoegd. - registratie, controle en bijhouden van de verplaatsingsgegevens is enkel toegelaten voor zover is voldaan aan de principes van : - finaliteit : één of meerdere bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinde(n); deze doelstellingen mogen niet in tegenspraak zijn met de bepalingen van de hierboven vermelde wet van 8 december 1992; - toelaatbaarheid : alleen in een limitatief aantal gevallen en mits akkoord van de betrokken arbeider. Het akkoord van de arbeider is daarentegen niet vereist indien het voertuig niet mag worden gebruikt voor privédoeleinden; - proportionaliteit : heeft betrekking op de verwerking van de gegevens (toereikend, terzake dienend en niet overmatig); - transparantie : heeft betrekking op de informatieverplichting van de werkgever naar betrokkene toe en op de raadpleging van de gegevens door betrokkene; - privacy : heeft betrekking op het bepalen van de niveaus binnen de onderneming die toegang hebben tot de gegevens; - correctiemogelijkheid : heeft betrekking op het bepalen van een procedure indien er onduidelijkheden of fouten in de geregistreerde gegevens worden opgemerkt. Alleszins dient in deze procedure bepaald te worden dat er omtrent onduidelijkheden of fouten steeds overleg moet gebeuren tussen werkgever en betrokkene; - een procedure dient vastgelegd te worden die bepaalt dat indien er een vermoeden van misbruik door ofwel werkgever ofwel betrokkene is, er onderling overleg hieromtrent dient te gebeuren. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 11.Werkzekerheidsclausule en meervoudig ontslag In de collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid van 8 juli 2003, dienen een aantal begrippen verder te worden verduidelijkt : § 1. Het begrip overleg, zoals opgenomen in afdeling 3 - artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid van 8 juli 2003, dient op volgende punten te worden aangepast : - de mededeling van de intentie tot meervoudig ontslag gebeurt door de werkgever voorafgaandelijk aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging. Indien er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging bestaat, licht hij voorafgaandelijk de voorzitter van het paritair subcomité in, die op zijn beurt de werkgevers - en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité inlicht; - binnen de 15 kalenderdagen na de mededeling, zoals hierboven vermeld, start het overleg over alternatieve maatregelen. Dit overleg wordt steeds gevoerd met de vakbondsafvaardiging, bijgestaan door de vakbondssecretarissen van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging. In ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging is de collectieve arbeidsovereenkomst inzake representatieve functie van toepassing; - het overleg dient gespreid te verlopen over minstens 3 overlegvergaderingen met notulen en telkens mits een tussenpauze van minstens 1 week, tenzij expliciet anders overeengekomen tussen de betrokken partijen; - pas hierna - en dus niet tijdens de tijdspanne waarbinnen de overlegvergaderingen plaatsvinden - kan er tot ontslag worden overgegaan. § 2. Het begrip onderneming, zoals opgenomen in afdeling 2 - artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid van 8 juli 2003, dient als volgt te worden gedefinieerd : - als onderneming dient te worden beschouwd : "het geheel van arbeiders behorende tot het Paritair Subcomité voor de metaalhandel in de schoot van dezelfde onderneming". § 3. De telling van het aantal ontslagen arbeiders, zoals opgenomen in afdeling 2 - artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid van 8 juli 2003, wordt als volgt gewijzigd : - 2 arbeiders in ondernemingen met 8 arbeiders of minder; - 3 arbeiders in ondernemingen van 9 tot 17 arbeiders; - 4 arbeiders in ondernemingen van 18 tot 22 arbeiders; - 5 arbeiders in ondernemingen van 23 tot 28 arbeiders; - 6 arbeiders in ondernemingen vanaf 29 arbeiders.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid van 8 juli 2003 zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 12.Precaire arbeid Teneinde het kwalitatief karakter van arbeid binnen de sector te bewaken, alsook omwille van het garanderen van een passend onthaal in de onderneming en de preventie van arbeidsongevallen, kunnen ondernemingen binnen de sector enkel een beroep doen op dagcontracten indien hiertoe expliciet een noodzaak bestaat. Het dient hier te gaan om werken waarvan vóór aanvang van de opdracht duidelijk is dat het gaat om een opdracht van minder dan 5 opeenvolgende arbeidsdagen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur of duidelijk omschreven werk, uitzendarbeid en onderaanneming van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden gewijzigd, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding

Art. 13.Algemene bepalingen De sociale partners engageren zich de nodige maatregelen te treffen inzake vorming en opleiding om de participatiegraad van arbeiders jaarlijks met 5 pct. te verhogen.

Art. 14.Recht op opleiding Binnen het bestaande collectief recht op vorming en opleiding op basis van 4 uur per kwartaal per arbeider, zoals bepaald in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 18 juni 2009, wordt 1 dag per arbeider per 2 jaar voorzien voor het verplicht volgen van een opleiding.

Het installeren van één verplichte opleidingsdag per arbeider per 2 jaar wordt vanaf 1 januari 2012 ingevoerd voor een duurtijd van 2 jaar. Dit systeem zal na deze periode worden geëvalueerd.

Op ondernemingsvlak, en in overleg met de arbeider in kwestie, dient te worden bepaald welke opleiding verplicht dient te worden gevolgd door elke arbeider. Het bepalen van het soort opleiding kan gebeuren in nauwe samenwerking tussen het ondernemingsniveau en Educam en maakt integraal deel uit van het bedrijfsopleidingsplan.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 18 juni 2009 zal vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 in die zin worden aangepast. De andere bepalingen blijven gelden voor onbepaalde duur.

Art. 15.Databank Educam In de schoot van Educam zal vanaf 1 januari 2012 een databank worden opgericht die elke gevolgde opleiding van elke arbeider registreert.

Hiertoe dient Educam een eenvoudige tool uit te werken die het voor de werkgevers mogelijk maakt om telkens wanneer een arbeider een opleiding heeft gevolgd deze te registreren.

Ook het bestaande opleidingsCV, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleidingsCV van 18 februari 2010, zal in deze databank worden geïntegreerd.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleidingsCV van 18 februari 2010 zal vanaf 1 januari 2012 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 16.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 17.Flexibiliteit Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 18 juni 2009 wordt van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2013 verlengd.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake flexibiliteit van 18 juni 2009 wordt van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2013 verlengd.

Art. 18.Kort verzuim § 1. Bij overlijden van een familielid in de 1e graad van de arbeider, zoals opgenomen in artikel 3, punt 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 18 juni 2009 wordt vanaf 1 juli 2011 het aantal dagen kort verzuim verhoogd tot 5 dagen. § 2. Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 18 juni 2009 dient te worden aangepast aan de gewijzigde regelgeving inzake het vaderschapsverlof. § 3. Het recht op 3 dagen kort verzuim voor het huwelijk van de arbeider, zoals opgenomen in artikel 3, punt 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 18 juni 2009, dient ook te worden voorzien voor het ondertekenen en officieel neerleggen van een samenlevingscontract. § 4. Het recht op 3 dagen kort verzuim voor de geboorte van een kind van de arbeider, zoals opgenomen in artikel 3, punt 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 18 juni 2009, dient te worden uitgebreid voor het meemoederschap.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 18 juni 2009 zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VII. - Eengemaakt werknemersstatuut

Art. 19.Opzegtermijnen § 1. In toepassing van artikel 61 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten op de arbeidsovereenkomsten komen partijen overeen een koninklijk besluit aan te vragen dat ertoe strekt de opzegtermijnen, zoals deze bepaald worden in het koninklijk besluit van 10 juli 2003 tot vaststelling van de opzegtermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel ressorteren, voor de arbeiders met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur als volgt te wijzigen : - opzeg betekend door de werkgever - minder dan 5 jaar anciënniteit : 40 dagen; - opzeg betekend door de werkgever - van 5 tot minder dan 10 jaar anciënniteit : 48 dagen. § 2. In het kader van een opzegging met het oog op vervroegd pensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 tweede en derde lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 3. Deze nieuwe bepalingen zullen in werking treden op de datum van het verschijnen van een koninklijk besluit terzake in het Belgisch Staatsblad en ten vroegste vanaf 1 januari 2012. § 4. De aldus in werking getreden nieuwe opzegtermijnen zullen van toepassing zijn op alle arbeiders van de sector, ongeacht de begindatum van de uitvoering van het arbeidscontract. HOOFDSTUK VIII. - Loopbaanplanning

Art. 20.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013.

Opmerking In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 18 juni 2009 worden aangepast en verlengd van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013.

In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 18 juni 2009 worden aangepast en verlengd van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013. § 2. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 18 juni 2009 wordt verlengd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 inzake halftijds brugpensioen wordt verlengd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 en zal in die zin worden aangepast. § 4. Het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 inzake brugpensioen vanaf 56 jaar wordt verlengd van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 en zal in die zin worden aangepast. § 5. Voor de duur van het akkoord 2011-2012 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen - procedure, zoals voorzien in artikel 13, § 5, van het nationaal akkoord 2009-2010 verlengd : op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maanden vóór het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden.

Art. 21.Loopbaanverlof § 1. Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 58 jaar bereikt, heeft hij recht op 2 bijkomende verlofdagen per jaar. De berekening van de verloning voor deze bijkomende verlofdagen dient te gebeuren conform de wettelijke bepalingen omtrent feestdagen. § 2. Ondernemingen die reeds over eenzelfde of hoger aantal extralegale vakantiedagen beschikken, kunnen van het sectoraal systeem afwijken, middels een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak die voor dezelfde doelgroep, met name de arbeiders zoals vermeld in § 1, een ander voordeel voorziet.

Opmerking Rekening houdend met bovenvermeld principe zal een collectieve arbeidsovereenkomst inzake verlof gebaseerd op leeftijd worden opgemaakt met ingang van 1 januari 2012, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 22.Servicetechniekers Sociale partners engageren zich om gedurende de looptijd van het akkoord, een onderzoek te voeren naar de loopbanen van servicetechniekers. HOOFDSTUK IX. - Inspraak en overleg

Art. 23.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2011-2012 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging, voorzien in artikel 15 van het nationaal akkoord 2009-2010, verlengd.

Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair subcomité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag. Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.

Art. 24.Vakbondsvorming De begunstigden van het recht op vakbondsvorming (10 dagen per effectief mandaat) zijn de verkozen of aangewezen leden van de ondernemingsraad, van het comité voor preventie en bescherming op het werk en van de vakbondsafvaardiging. De dagen vakbondsvorming kunnen ofwel door effectieve ofwel door plaatsvervangende leden worden opgenomen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vakbondsvorming van 8 juli 1999 zal vanaf 1 juli 2011 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord

Art. 25.Sociale vrede Deze collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Art. 26.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, tenzij anders bepaald.

De artikelen die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.

De artikelen die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 Premies Vlaams Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaams Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaams Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^