gepubliceerd op 08 mei 2018
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 21, § 3, tweede lid van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen
4 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 21, § 3, tweede lid van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, artikel 21, § 3, gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerd pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke besturen van de Federale Pensioendienst, gegeven op 20 november 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 april 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 april 2018;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 21, § 3, tweede lid van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de besturen die aangesloten zijn bij het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen ertoe gehouden zijn om met ingang van de maand juni 2018 de responsabiliseringsbijdrage te betalen onder de vorm van maandelijkse termijnen en de in 2018 te betalen maandelijkse termijnen betrekking hebben op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2017;
Overwegende dat het bedrag van deze maandelijkse termijnen voor de periode van juni tot en met oktober 2018 gelijk is aan één twaalfde van een vast te stellen percentage van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2016;
Overwegende dat de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2017 wordt geraamd op 377,20 miljoen EUR terwijl de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2016 319,70 miljoen EUR bedraagt zodat de verhouding tussen beide gelijk is aan 118%;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De vijf maandelijkse termijnen bedoeld in artikel 21, § 3, tweede lid van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen worden elk vastgesteld op één twaalfde van 118% van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2016.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2018.
Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 mei 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE