Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 mei 2001
gepubliceerd op 18 mei 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector bakkerijen en artisanale banketbakkerijen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012408
pub.
18/05/2001
prom.
04/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/04/2001012408/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector bakkerijen en artisanale banketbakkerijen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, §1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector bakkerijen en artisanale banketbakkerijen, en die een belangrijke anciënniteit tellen en om sociale redenen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector bakkerijen en artisanale banketbakkerijen.

Art. 2.§ 1. Bij toepassing van artikel 61 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, geldt bij ontslag gegeven door de werkgever een opzeggingstermijn gelijk aan vijf weken verhoogd met één week per volledig jaar anciënniteit. § 2. Indien het ontslag gegeven wordt met het oog op het brugpensioen of het wettelijk pensioen, wordt de opzeggingstermijn berekend overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. § 3. Deze regeling verandert niets aan de wettelijke regels inzake de proefperiode en de verkorte opzeggingstermijnen tijdens de eerste zes maanden van de dienstbetrekking.

Art. 3.Ingeval van ontslag gegeven door de werkman, bedragen de opzeggingstermijnen de helft van de opzeggingstermijnen die moeten worden nageleefd door de werkgever, met een maximum van acht weken.

Indien het resultaat van deze deling niet in volledige weken kan worden uitgedrukt, dient de opzeggingstermijn naar beneden te worden afgerond.

Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 21 juni 1999 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^