4 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overheden van de rijkswacht voor de toepassing met betrekking tot de militairen werkzaam bij de rijkswacht van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 24 juli 1997 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid op de artikelen 1, tweede lid, 3 en 12;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 2 april 1999;

Op de voordracht van onze Minister van Binnelandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, moet, wat de militairen werkzaam bij de rijkswacht betreft, worden begrepen onder : 1° korpscommandant : de directeur van de directie van het burger- en militaire personeel van de rijkswacht of, desgevallend, de directeur van het personeel en van de logistiek aangewezen door de directeur-generaal van het personeel van de rijkswacht;2° stafchef van het krijgsmachtdeel : de directeur-generaal van het personeel van de rijkswacht.

Art. 2.De beroepen bedoeld in de artikelen 4, § 2, vierde lid, 6, § 2, derde lid, 13, tweede lid, 17, § 1, derde lid en 25, tweede lid, van voormeld koninklijk besluit van 29 juli 1997, van de militairen bedoeld in artikel 1 worden ingediend bij de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE