gepubliceerd op 29 maart 2013
Koninklijk besluit betreffende de nadere regels inzake overdracht van sommige begunstigden van het sociale element van de universele dienst
4 MAART 2013. - Koninklijk besluit betreffende de nadere regels inzake overdracht van sommige begunstigden van het sociale element van de universele dienst
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Algemeen : Artikel 50 van de
wet van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/07/2012
pub.
25/07/2012
numac
2012011280
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie
sluiten houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie wijzigt artikel 74 van de
wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/06/2005
pub.
20/06/2005
numac
2005011238
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de elektronische communicatie
sluiten betreffende de elektronische communicatie.
Voortaan schrijft artikel 74, § 2, voor dat enkel de operatoren die aan de consumenten een openbare elektronische-communicatiedienst aanbieden en die de grootste omzet hebben, het sociale element van de universele dienst moeten verstrekken.
Krachtens artikel 74, § 3, mogen de operatoren met de kleinste omzet, indien ze dat wensen, het sociale element van de universele dienst verstrekken.
De relevante omzet is de omzet met betrekking tot de openbare elektronische-communicatiediensten, met uitzondering van andere activiteiten zoals het leveren van een televisiedienst, verwezenlijkt op het nationale grondgebied gedurende het jaar dat voorafgaat aan het beschouwde jaar.
In het vroegere stelsel waren alle operatoren die een openbare elektronische-communicatiedienst aanboden, verplicht om het sociale element van de universele dienst te verstrekken.
Daardoor is het mogelijk dat een aantal operatoren die vroeger aan hun abonnees een tariefkorting aanboden in het kader van het sociale element van de universele dienst, tegenwoordig niet meer wettelijk verplicht zijn om dat tariefvoordeel te verlenen.
Van de operatoren die niet langer het sociale element wensen aan te bieden zouden bepaalde kunnen beslissen om het sociaal tarief te blijven aanbieden aan hun huidige klanten, zonder vergoeding door het fonds en zonder nieuwe aanvragen te aanvaarden. De procedure voor overdracht van de sociale klanten beschreven in dit besluit zou niet van toepassing zijn op die operatoren.
In het tegenovergestelde geval waarbij de operator niet langer de tariefkortingen wil behouden voor zijn bestaande sociale klanten, kan het dus dat begunstigden van een sociaal telefoontarief onder het vroegere stelsel nu contractueel verbonden zijn met een operator die niet langer dat sociale tarief verstrekt.
Deze wijziging van hun contractuele situatie vergt een overname.
Artikel 74, § 3, derde lid, vertrouwt immers aan de Koning de opdracht toe om de nadere regels vast te stellen voor de overdracht van de begunstigden van een operator die geen in het eerste lid bedoelde aangifte heeft gedaan, naar een operator die deze aangifte wel heeft gedaan of naar een operator die is aangewezen volgens de procedure bedoeld in artikel 74, § 2, eerste lid.
Overeenkomstig artikel 74, § 3, derde lid, van de wet moeten de operatoren die niet langer wettelijk verplicht zijn om het sociale element van de universele dienst te verstrekken, die niet hebben aangegeven dat ze dat element op vrijwillige basis willen verstrekken en die de kortingen niet langer wensen toe te passen zonder mogelijke vergoeding door het fonds voor hun huidige begunstigden, ten minste een maand voor de datum waarop het tariefvoordeel zal vervallen, zich individueel richten tot al hun abonnees die het sociale element genieten.
De abonnees zullen dan zonder boete de keuze hebben tussen drie mogelijkheden : ? ofwel blijven bij de operator bij wie ze een contract hadden, maar dan zonder de korting te krijgen die verbonden is aan de sociale telefoontarieven; ? ofwel van operator veranderen en een contract sluiten met een nieuwe operator die de korting in verband met sociale telefoontarieven niet aanbiedt; ? ofwel van operator veranderen en een contract sluiten met een nieuwe operator die de korting in verband met sociale telefoontarieven wel aanbiedt.
Het onderhavige koninklijk besluit heeft dus tot doel de kwestie te regelen van de eventuele overdracht van deze begunstigden van een sociaal tarief dat gebaseerd is op het vroegere stelsel, naar een operator die nog steeds het sociale element van de universele dienst verstrekt, met name met het oog op administratieve vereenvoudiging. Er moet immers worden vermeden dat personen die het sociale element van de universele dienst genieten en voor wie de toekenningsvoorwaarden pas zijn onderzocht, als ze van operator willen veranderen, bij de nieuwe operator nieuwe stappen moeten ondernemen om hun hoedanigheid als rechthebbende te bewijzen.
Hoewel het de databank in verband met de categorieën van begunstigden van het sociale tarief beheert, kan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) slechts één keer om de twee jaar zijn recht uitoefenen om na te gaan of nog steeds aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan.
Daarom zal de datum van laatste verificatie van de toekenningsvoorwaarden het verloop bepalen van de procedure voor overdracht van een begunstigde naar een operator die het sociale element van de universele dienst nog altijd verstrekt. Dit verzoek om overdracht moet door de begunstigde worden ingediend bij de operator naar wie de begunstigde zijn dossier inzake het sociale tarief wil zien overdragen. Nadat dit verzoek is ingediend : ? Zullen de toekenningsvoorwaarden niet opnieuw worden geverifieerd, indien gedurende de twee jaar die voorafgaan aan de indiening van het verzoek om overdracht door het BIPT is bevestigd dat de begunstigde nog steeds aan de voorwaarden voldeed om het sociale tarief te krijgen. ? Zo niet, zal het verzoek om overdracht dat de begunstigde heeft ingediend en dat door de operator overgezonden is naar het Instituut allereerst een geautomatiseerde verificatie van de toekenningsvoorwaarden voortbrengen; indien op die manier kan worden vastgesteld dat de begunstigde aan de toekenningsvoorwaarden voldoet, zal de operator ervan op de hoogte worden gebracht en zullen er geen documenten of attesten worden gevraagd. In het tegenovergestelde geval zal het BIPT de aanvrager uitnodigen om de ontbrekende inlichtingen of documenten terug te sturen.
Wanneer moet worden nagegaan of de toekenningsvoorwaarden nog steeds vervuld zijn, zal deze verificatie plaatsvinden met inachtneming van de procedure van artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2006 pub. 08/08/2006 numac 2006011337 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie.
Behalve de procedure voor de overdracht van het recht op het sociale tarief, moet ook het contract van de begunstigde worden overgedragen.
We wijzen er nog op dat het aantal personen die in 2011 een tariefkorting genoten bij een van de vijf operatoren die het sociale element van de universele dienst waarschijnlijk niet meer zullen verstrekken, 0,16 % van alle begunstigden van sociale tarieven vertegenwoordigt.
Artikelsgewijze bespreking : Artikel 1 Dit artikel definieert een aantal in het besluit gebruikte termen.
Voor het overige gelden de definities uit artikel 2 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie.
Artikel 2 Artikel 2 bepaalt dat wanneer een operator beslist om niet langer het sociale element van de universele dienst te verstrekken, hij de begunstigden individueel moet inlichten.
Deze individuele melding moet schriftelijk gebeuren of via een andere duurzame drager, dus niet via mondelinge weg.
De melding moet aan elke betrokken klant worden gericht en gaat enkel over de afschaffing van de tariefkorting. De mededeling van de operator mag dus geen bijlage vormen van, noch ingesloten worden in een zending die bijvoorbeeld een factuur of een reclameboodschap bevat.
De melding moet geïndividualiseerd zijn, dus de naam en het adres dragen van de klant aan wie deze gericht is.
Deze individuele en gepersonaliseerde melding moet bovendien twee vermeldingen bevatten opdat de begunstigde klant volledig ingelicht wordt.
Allereerst moet aan de begunstigde worden vermeld dat de tariefkorting hem niet langer zal worden toegekend omdat de operator niet langer het sociale element van de universele dienst verstrekt.
Om de begunstigde de kans te geven om van operator te veranderen moeten hem bovendien de lijst en de adressen worden meegedeeld van de operatoren die nog steeds het sociale tarief verstrekken.
Deze lijst en die adressen zullen door het Instituut worden meegedeeld aan de operatoren die het sociale element van de universele dienst niet meer verstrekken.
De melding moet tijdig gebeuren en ten laatste één maand voordat het sociale voordeel vervalt.
Artikel 3 Het verzoek om overdracht moet door de begunstigde worden ingediend bij de operator naar wie hij zijn dossier inzake het sociale tarief wil zien overdragen. Dit verzoek wordt door de operator overgezonden naar het Instituut via het computerprogramma voor het beheer van de databank betreffende de categorieën van begunstigden van sociale telefoontarieven waarvan sprake in artikel 22, § 2, van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie.
Met inachtneming van artikel 22, § 2, vijfde lid, van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, volgens hetwelk het Instituut bevoegd is om een keer om de twee jaar na te gaan of de begunstigde nog recht heeft op het sociale tarief, zal in voorkomend geval worden overgegaan tot de verificatie van de toekenningsvoorwaarden, waarbij de procedure voor de toekenning van het sociale tarief wordt toegepast die bepaald is in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2006 pub. 08/08/2006 numac 2006011337 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie.
Artikel 4 Dit artikel betreft de uitvoering van het besluit.
Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE
ADVIES 52.782/4 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, VAN 18 FEBRUARI 2013, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT 'BETREFFENDE DE NADERE REGELS INZAKE OVERDRACHT VAN SOMMIGE BEGUNSTIGDEN VAN HET SOCIALE ELEMENT VAN DE UNIVERSELE DIENST' Op 21 januari 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de nadere regels inzake overdracht van sommige begunstigden van het sociale element van de universele dienst'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 18 februari 2013.
De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Christian Behrendt, assessoren, en Colette Gigot, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Laurence Vancrayebeck, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 18 februari 2013.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Bijzondere opmerkingen Aanhef 1. In het eerste lid moet niet naar artikel 74, § 2, tweede lid, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie worden verwezen aangezien het ontworpen besluit aan deze bepaling geen uitvoering beoogt te geven. 2. Het vierde lid moet als volgt worden geredigeerd : « Gelet op advies 52.782/4 van de Raad van State, op 18 februari 2013 gegeven met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; » (1).
Dispositief Artikel 1 1. Teneinde artikel 1, 4°, in overeenstemming te brengen met de bepaling van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten die het mogelijk maakt dat de operator afziet van de verstrekking van het sociale element van de universele dienst (2), moet in de ontworpen bepaling melding worden gemaakt van de operator van wie de omzet « lager is dan of gelijk aan vijftig miljoen euro ».2. In punt 4° moet het woord « blijven » worden ingevoegd tussen de woorden « om het sociale element te » en « verstrekken ». Artikel 2 Het tweede lid stelt de operator in staat de kennisgeving « schriftelijk (...) of op zijn minst door middel van een duurzame drager » te doen.
Op de vraag wat onder een duurzame drager moet worden verstaan, heeft de gemachtigde van de minister aangegeven dat de bedoeling voorzat te verwijzen naar een begrip dat voorkomt in de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming'. Luidens artikel 2, 25°, van deze wet, geldt als duurzame drager « ieder hulpmiddel dat de consument in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie gemakkelijk toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt ».
De ontworpen bepaling moet dus worden aangevuld met de woorden « in de zin van artikel 2, 25°, van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming », in te voegen na de woorden « duurzame drager ».
Slotopmerking Het ontwerp bevat slechts één hoofdstuk 1. Dit opschrift moet dus als overbodig worden weggelaten. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling 36.1 en formule F 3-5-2. (2) Zie artikel 74, § 3, eerste lid, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten. De griffier, C. Gigot De voorzitter, P. Liénardy.
4 MAART 2013. - Koninklijk besluit betreffende de nadere regels inzake overdracht van sommige begunstigden van het sociale element van de universele dienst ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 74, § 3, derde lid, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 december 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting van 14 januari 2013;
Overwegende het koninklijk besluit van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2006 pub. 08/08/2006 numac 2006011337 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie, artikel 3.
Gelet op advies 52.782/4 van de Raad van State, gegeven op 18 februari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « Wet » : wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie;2° « Instituut » : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;3° « sociale element » : sociale element van de universele dienst, zoals vermeld in artikel 74, § 1, van de wet;4° « operator die afziet van de verstrekking van het sociale element » : operator die het sociale element leverde, en van wie de omzet met betrekking tot de openbare elektronische-communicatiediensten, met uitzondering van andere activiteiten zoals het leveren van een televisiedienst, en die wordt verwezenlijkt op het nationale grondgebied gedurende het jaar dat voorafgaat aan het beschouwde jaar, lager is dan of gelijk aan vijftig miljoen euro en die niet zijn voornemen om het sociale element te blijven verstrekken heeft aangegeven aan het Instituut;5° « begunstigde klant » : abonnee bij een operator die op de datum van inwerkingtreding van de wet van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2012 pub. 25/07/2012 numac 2012011280 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie het sociale element geniet;6° « tariefkorting » : tariefkorting die wordt toegepast krachtens het sociale element door de operator die afziet van de verstrekking van het sociale element.
Art. 2.In het kader van de uitvoering van artikel 74, § 3, van de wet moet de operator die afziet van de verstrekking van het sociale element, ten laatste één maand voordat het sociale voordeel vervalt, de begunstigden inlichten over zijn wens om de verstrekking van het sociale element stop te zetten.
Deze melding moet schriftelijk gebeuren of op zijn minst door middel van een duurzame drager in de zin van artikel 2, 25°, van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. Ze moet bovendien geïndividualiseerd worden en het volgende omvatten : - het feit dat de korting niet langer wordt toegekend omdat de operator het sociale element van de universele dienst niet meer verstrekt, maar dat andere operatoren nog altijd dit element verstrekken via vaste of mobiele netwerken; - de lijst en het contactadres van de operatoren die het sociale element van de universele dienst verstrekken.
Art. 3.Indien de begunstigde klant van een operator die afziet van de verstrekking van het sociale element dat tarief wil blijven genieten, dient hij daartoe een verzoek om overdracht in bij de operator die het sociale element verstrekt van zijn keuze.
De operator zendt dit verzoek om overdracht onmiddellijk over naar het Instituut.
Met inachtneming van artikel 22, § 2, vijfde lid, van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, verifieert het Instituut in voorkomend geval of de begunstigde nog recht heeft op het sociale tarief, overeenkomstig de procedure van artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2006 pub. 08/08/2006 numac 2006011337 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het sociale element van de universele dienst inzake elektronische communicatie.
Art. 4.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE