Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 december 2012
gepubliceerd op 12 december 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven van Brussel Nationaal en tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2012014499
pub.
12/12/2012
prom.
04/12/2012
ELI
eli/besluit/2012/12/04/2012014499/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2004 pub. 05/11/2004 numac 2004014223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en tot vaststelling van zijn samenstelling en het statuut dat van toepassing is op zijn leden sluiten tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven van Brussel Nationaal en tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37, 108 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart, artikel 5, § 2, ingevoegd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op de wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2005 pub. 29/07/2005 numac 2005021101 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen, artikel 52;

Gelet op de wet van 4 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014299 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur sluiten betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur, artikel 61;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2004 pub. 05/11/2004 numac 2004014223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en tot vaststelling van zijn samenstelling en het statuut dat van toepassing is op zijn leden sluiten tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal, tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 april 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 3 juli 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 juli 2012;

Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van 1 oktober 2012;

Gelet op het protocol van het Sectorcomité Mobiliteit en Vervoer van 30 oktober 2012;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Gelet op het advies 51.781/4 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2004 pub. 05/11/2004 numac 2004014223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en tot vaststelling van zijn samenstelling en het statuut dat van toepassing is op zijn leden sluiten tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven van Brussel Nationaal en tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden wordt aangevuld met het volgende lid : « Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden ».

Art. 2.Artikel 2bis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 2bis.Het toezichthoudend orgaan bedoeld in artikel 61 van de wet van 4 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014299 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur sluiten betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en de economisch regulerende overheid bedoeld in artikel 52, 3°, van de wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2005 pub. 29/07/2005 numac 2005021101 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen, zijn de Dienst. ».

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 van de Nederlandse tekst worden de woorden « Binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer » vervangen door het woord « Er »;2° in paragraaf 1 van de Franse tekst worden de woorden « au sein du Service Public Fédéral Mobilité et Transports » opgeheven;3° de paragrafen 2 en 3 worden opgeheven.

Art. 4.De artikelen 4 tot 11 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : «

Art. 4.De Dienst is onafhankelijk van elke spoorwegonderneming, elke infrastructuurbeheerder, van de N.M.B.S. holding en van de luchthavenbeheerder van de luchthaven Brussel-Nationaal en van alle luchtvaartmaatschappijen.

De leden van de Dienst mogen geen enkele directe of indirecte band, zij het contractueel of statutair, zelfs voorlopig geschorst, hebben met welke instelling dan ook bedoeld in het eerste lid.

Ze mogen ook geen statutaire of contractuele ambtenaren zijn, bij de dienst van de beheerder van de spoorweginfrastructuur, van een spoorwegonderneming, en, in het algemeen, van ieder bedrijf dat direct of indirect een belang heeft in een dergelijk bedrijf, of, al dan niet bezoldigd, rechtstreeks of onrechtstreeks, een contractuele of statutaire functie of activiteit erin uitoefenen.

Ze mogen ook geen statutaire of contractuele ambtenaren zijn, in dienst van een onderneming houder van een exploitatielicentie voor de luchthaven van Brussel-Nationaal, van een geassocieerde of verbonden onderneming zoals bedoeld in artikel 1, 7° en 8° van het koninklijk besluit van 27 mei 2004 betreffende de omzetting van Brussels International Airport Company (BIAC) in een naamloze vennootschap van privaatrecht en betreffende de luchthaveninstallaties, en, in het algemeen, van ieder bedrijf dat direct of indirect een luchthavenactiviteit of een luchtvervoerdienst beoefent of een rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft in een dergelijk bedrijf, of, al dan niet bezoldigd, rechtstreeks of onrechtstreeks, een contractuele of statutaire functie of activiteit erin uitoefenen.

De leden van de Dienst mogen niet geaffecteerd worden aan de Dienst of aangewezen worden indien zij deze voorwaarden bedoeld in het tweede en derde lid niet vervullen.

Wat betreft de toepassing van de tuchtprocedures staat de leiding van de Dienst onder het rechtstreekse gezag van de Minister overeenkomstig de artikelen 77 en volgende van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.

Art. 5.De Dienst omvat : 1° één directeur;2° een adjunct-directeur;3° experten;4° administratieve medewerkers. De directeur en de adjunct-directeur behoren tot een andere taalrol.

Art. 6.De leiding van de Dienst is samengesteld uit twee personen : de directeur en de adjunct-directeur.

De leiding wordt uitgeoefend in de vorm van een zesjarig mandaat.

Art. 7.De kandidaten voor een mandaat bij de leiding moeten de toelaatbaarheidvereisten vervullen die vereist zijn om aangeworven te worden als rijksambtenaar van het niveau A. Zij moeten bovendien bewijzen dat zij over de nuttige ervaring beschikken die vereist wordt door de functiebeschrijving.

De selectie van de leden van de leiding wordt uitgevoerd door SELOR, het selectiebureau van de Federale Overheid op basis van de functiebeschrijving en het competentieprofiel die zijn vastgelegd door de Minister.

Art. 8.Onder de kandidaten die door SELOR worden geschikt bevonden, worden de leden van de leiding aangewezen door de Koning op voorstel van de Minister na overleg in Ministerraad. Zij leggen de eed af in handen van de Minister.

Art. 9.De leden van de leiding worden bezoldigd in de weddenschalen als volgt : - directeur : 46.166,59 - 60.881,62 11/2 x 1.337,73; - adjunct-directeur : A42 De experten worden bezoldigd in de weddeschaal A 31.

Art. 10.De leden van de leiding hebben recht op het jaarlijks vakantieverlof.

Zij genieten vakantiegeld onder dezelfde voorwaarden als de rijksambtenaren.

Zij genieten omstandigheidverloven, moederschapsverloven, ouderschapsverlof en adoptieverlof, opvangverlof en pleegzorgverlof onder dezelfde voorwaarden als de rijksambtenaren.

Art. 11.De directeur en de adjunct-directeur worden zes maanden voor het einde van hun mandaat geëvalueerd door de Minister op basis van de resultaten van de audits voorzien in artikel 17.

Wanneer zijn mandaat afloopt kan een lid van de leiding een nieuw mandaat bekomen op voorwaarde dat hij gunstig geëvalueerd wordt door de Minister. Het maximum aantal mandaten voor een lid van de leiding is vastgesteld op 2.

Op voorstel van de Minister, kan de Ministerraad het mandaat verlengen voor een periode van maximum zes maanden in afwachting van een vervanger.

Art. 12.Geen enkel lid van de leiding mag na zijn 65 jaar in dienst blijven.

De Minister kan evenwel van deze regel afwijken, op verzoek van de directeur of de adjunct-directeur voor een periode van maximum één jaar, in afwachting van een vervanger.

Art. 13.Het tijdens het mandaat niet meer voldoen aan een van de toelaatbaarheidvereisten bedoeld in artikel 4 geeft aanleiding tot de onmiddellijke beëindiging zonder opzeggingstermijn van het mandaat.

Elke zware fout tijdens het mandaat kan aanleiding geven tot ontslag zonder opzegging.

In geval van medische beroepsongeschiktheid vastgesteld tijdens het mandaat kan elk lid ontslagen worden, mits hij een vergoeding ontvangt die gelijk is aan zes maanden loon.

Art. 14.Indien de directeur en de adjunct directeur hun mandaat niet meer kunnen uitoefenen of in geval van gelijktijdige afwezigheid van lange duur of van ontslag van de directeur en de adjunct directeur wijst de Minister een tijdelijke plaatsvervanger aan. Deze dient aan de voorwaarden vastgelegd in de artikelen 4 te voldoen. Hij geniet de weddeschaal van de directeur bedoeld in artikel 9. De tijdelijke vervanging mag niet langer dan zes maanden duren, zelfs gespreid over meerdere onderbroken periodes.

Art. 15.De Voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer stelt het personeel en de nodige materiële middelen ter beschikking van de Dienst na overleg met de directeur.

De personeelsleden worden onder het hiërarchisch gezag geplaatst van de leden van de leiding.

De leiding verstrekt de hiërarchische meerderen van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid alle informatie die nuttig is voor het volgen van de loopbaan van dezen, uit eigen beweging en op verzoek van de hiërarchische meerderen.

De Dienst mag experten aanwerven met een arbeidscontract van bediende voor het tot stand brengen van een duidelijk omschreven werk.

De experten worden aangeworven na een door SELOR, het selectie bureau van de Federale Overheid, georganiseerde selectie op basis van de functiebeschrijving en het competentieprofiel vastgesteld door de Minister.

Voor punctuele opdrachten, kan de Dienst ook beroep doen op externe expertise.

Art. 16.De experten inzake spoor en de exploitatie van de luchthaven Brussel Nationaal die al in functie zijn bij de Dienst Regulering van het spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal worden vergoed in de weddeschaal A 31.

Art. 17.De leiding overhandigt de Minister jaarlijks, ten laatste op 30 juni, een door een onafhankelijke instelling opgesteld fraude, financieel en operationeel auditrapport van de Dienst met betrekking tot het voorgaande jaar. Deze audit heeft geen betrekking op de opportuniteit van de acties die door de Dienst worden ondernomen in de uitoefening van de opdrachten en de taken die hem bij wet zijn voorbehouden of op de inhoud van de beslissingen genomen in uitvoering van de opdrachten die hem bij wet zijn voorbehouden.

Art. 18.De Dienst bezorgt het jaarlijks verslag van zijn activiteiten aan de Minister ten laatste op 30 juni van ieder jaar.

Art. 19.De minister bevoegd voor het vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit. ».

Art. 5.De leden van de leiding die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit in die hoedanigheid aangewezen zijn, zetten de uitoefening van hun functie verder tot de datum waarop de leden van de leiding worden aangewezen.

Art. 6.De minister bevoegd voor het vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^