gepubliceerd op 18 december 1998
Koninklijk besluit waarbij aan de Nationale Bank van België en aan de kredietinstellingen die in België werkzaam zijn, de toelating verleend wordt om sommige werknemers op bepaalde zon- en feestdagen tewerk te stellen
4 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij aan de Nationale Bank van België en aan de kredietinstellingen die in België werkzaam zijn, de toelating verleend wordt om sommige werknemers op bepaalde zon- en feestdagen tewerk te stellen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op het artikel 13;
Gelet op de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, inzonderheid op het artikel 10, tweede lid;
Gelet op het advies nr. 1253 van de Nationale Arbeidsraad van 23 november 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat een goed functioneren van de intra-Europese betalings- en vereffeningssystemen alsmede van de financiële markten op bepaalde zon- en feestdagen voor het voeren van het Europees Monetair Beleid vereist is en dat de Nationale Bank van België en de kredietinstellingen die in België werkzaam zijn zo spoedig mogelijk dienen toegelaten te worden om sommige werknemers op bepaalde zon- en feestdagen tewerk te stellen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werknemers, tewerkgesteld in de eenheden van de Nationale Bank van België en in deze van de in België werkzame instellingen die betrokken zijn bij het functioneren van de betalings- en vereffeningssystemen alsmede van de financiële markten in het kader van het Europees Stelsel van centrale banken, en op hun werkgevers.
Art. 2.De bij artikel 1 genoemde werknemers mogen slechts op zon- en feestdagen worden tewerkgesteld in de mate dat dit voor de goede werking van de betalings- en vereffeningssystemen alsmede van de financiële markten noodzakelijk is in het kader van het Europees Stelsel van centrale banken en dat het niet-deelnemen aan deze betalings- en vereffeningssystemen en financiële markten de concurrentiële positie van de kredietinstellingen binnen de Europese Monetaire Unie in het gedrang zou kunnen brengen.
In elk van de bij artikel 1 genoemde instellingen wordt, middels een wijziging van het arbeidsreglement overeenkomstig de bepalingen van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, vooraf bepaald welke de eenheden en de functies zijn die in de betrokken instelling voor de bij het eerste lid bepaalde afwijking in aanmerking komen, alsmede op welke dagen van de bedoelde afwijking gebruik kan worden gemaakt.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971; Wet van 4 januari 1974, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974.