gepubliceerd op 28 augustus 2003
Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie
4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie, inzonderheid op artikelen 3 en 4;
Gelet op het comité voor een sociaal verantwoorde productie, gegeven op 8 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 oktober 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 november 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op advies 34.409/1 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit betreft wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van de sociaal verantwoorde productie;2° het label : het in artikel 2, 1°, van de wet bedoelde label voor sociaal verantwoorde productie dat wordt aangebracht op de producten van ondernemingen en dat waarborgt dat elke stap in het productieproces heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de toetsingscriteria;3° het comité : het comité voor een sociaal verantwoorde productie, ingesteld door artikel 7, § 1 van de wet;4° onderneming : de in artikel 2, 3°, van de wet bedoelde ondernemingen en vestigingen, bijkantoren en centra van werkzaamheden van Belgische of buitenlandse natuurlijke personen of van ondernemingen naar Belgisch of buitenlands recht, die producten op de Belgische markt brengen;5° bedrijf voor sociale audit : controle-instelling zoals bedoeld in artikel 4 van de wet.6° producerende onderneming : de onderneming die een product maakt dat klaar is voor consumptie 7° lokale organisatie : de Niet-Gouvernementele - Organisaties en representatieve organisaties van de in het producerend land aanwezige werknemers en werkgevers.8° producten : de in artikel 2, 4°, van de wet bedoelde goederen en de diensten, met inbegrip van stoffen, preparaten, biociden en verpakkingen.9° het advies : het bindend advies van het Comité bedoelt in artikel 3 van de wet;10° het verslag : het verslag van het bedrijf voor sociale audit over de productieketen van de onderneming die het label aanvraagt.11° het pictogram : het grafisch symbool dat het label weergeeft.
Art. 2.De criteria op basis waarvan het label, bedoeld in artikel 2, 1° van de wet, wordt toegekend, behelzen de naleving door de aanvrager van de acht basisovereenkomsten van de Internationale Arbeidsorganisatie, zoals opgesomd in artikel 3, § 2, van de wet.
Art. 3.§ 1. Teneinde de accreditering te bekomen om de controles bedoeld in artikel 4 van de wet uit te voeren, moet het bedrijf voor sociale audit, wat de controle op de plaats van de productie betreft, het bewijs leveren dat het onafhankelijk en onpartijdig is en dat het over de nodige bevoegdheden beschikt om te evalueren of de vereisten van het lastenboek en de controle gerespecteerd worden. § 2. Het in § 1 bedoelde bewijs wordt geleverd door een accreditatiecertificaat, afgegeven door het Belgische accreditatiesysteem of door een attest, afgeleverd door een instelling erkend door de minister volgens de nadere regels bedoeld in artikel 4, § 2, van de wet.
Art. 4.§ 1. De aanvragen tot toekenning van het label, zoals bedoeld in § 2 worden door de betrokken onderneming ingevoerd; op het moment echter dat de aanvragende onderneming slechts als verdeler van het product handelt, moeten de aanvragen door de producerende onderneming voor akkoord ondertekend worden. § 2. De procedure van een aanvraag tot toekenning van het label bestaat uit twee stappen : 1° de onderneming richt tot de minister en tot de Comité een voorafgaande aanvraag tot toekenning van het label voor één of meerdere producten.De voorafgaande aanvraag is gebaseerd op een dossier dat het proces en de plaats van productie en distributie, de leveranciers, alsook de eventuele keten van medecontractanten beschrijft.
Het Comité bezorgt de aanvragende onderneming de elementen die nuttig zijn om de controleoperaties aan te vangen.
Deze aanvraag vormt voor de onderneming helemaal geen engagement. 2° na kennis genomen te hebben van de maatregelen die krachtens 1° vereist zijn, richt de onderneming tot de minister en tot de Comité een formele aanvraag tot toekenning van het label, aanvraag die gebaseerd is op een aanvullend dossier, waarvan de samenstelling, op advies van het comité, door de minister is vastgesteld. De onderneming mag op ieder ogenblik haar aanvraag tot toekenning of tot het gebruik van het label per aangetekend schrijven aan de minister intrekken.
De onderneming brengt de werknemers en hun vertegenwoordigers op de hoogte van de aanvraag tot toekenning van het label. Het document vermeldt de naam van de onderneming, haar zetel alsook de namen en voornamen van de ondertekenaars van de aanvraag en de naam van het bedrijf voor sociale audit.
Art. 5.§ 1. De controle betreft het geheel van de productieketen, daarbij inbegrepen de onderaannemers alsook de toeleveranciers. Het controleprogramma wordt door de minister opgelegd, op advies van het Comité.
De aspecten die het voorwerp van interne controle uitmaken en deze die het voorwerp uitmaken van een externe verificatie, worden gespecificeerd in het lastenboek dat de elementen van controle bepaalt.
Dit lastenboek dat de elementen van controle bepaalt, schrijft op zijn minst voor dat : De controle wordt uitgevoerd door een bedrijf voor sociale audit dat voor de onderneming die het label aanvraagt, geen andere types van opdrachten uitvoert;
Behalve afwijking maakt het bedrijf voor sociale audit gebruik van onder andere de diensten van lokale auditeurs;
Behalve afwijking worden lokale organisaties door het bedrijf voor sociale audit bij het controleproces betrokken;
Het verslag van het bedrijf voor sociale audit toont aan dat de criteria van het 2de artikel, § 1 geëerbiedigd worden en het bevat een document dat de eventuele deelneming en het eventuele engagement van de lokale organisaties bevestigt.
De leden van het Comité mogen het beroepsgeheim niet schenden en kunnen derhalve de ingezamelde informatie niet openbaar maken.
De kosten voor de controle zijn ten laste van de onderneming.
Art. 6.De minister kent het label toe op basis van het bindend advies van het comité. Om geldig te zijn moet het advies ten minste vermelden : Of aan het product al een label werd toegekend dat garanties biedt die evenwaardig zijn in de zin van § 7 van het artikel 3 van de wet;
Of men door middel van de elementen van het verslag kan vaststellen of de toekenningscriteria gerespecteerd werden over het geheel van de productieketen op het ogenblik dat de controle werd uitgevoerd;
Of het lastenboek geëerbiedigd werd; 4. De motivatie.
Art. 7.Na de controle zoals voorzien in artikel 5, wordt het label toegekend door de minister op bindend advies van het comité of, in voorkomend geval, bij beslissing van de raad van beroep bedoeld in artikel 9 van de wet.
Gedurende de periode dat het label geldig is, kan het Comité tussentijdse controles vragen.
Het lastenboek kan in gemeenschappelijk overleg tussen het Comité en de betrokken onderneming gewijzigd worden.
Art. 8.De verzoeken tot verlenging van een toegekend label worden ingediend door de onderneming die het label heeft bekomen.
Drie maanden voor de vervaldag van het label, richt de onderneming tot de minister en tot de Comité een dossier waarvan de samenstelling door de Minister wordt bepaald, op advies van het Comité.
Na de controle zoals voorzien in artikel 5, wordt het label verlengd door de minister op bindend advies van het comité.
Art. 9.Het comité voor sociaal verantwoorde productie kan een advies aan de minister voorstellen tot wijziging van dit koninklijk besluit.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag waarin het is bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad .
Art. 11.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE