Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 november 2001
gepubliceerd op 30 januari 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2002014245
pub.
30/01/2002
prom.
03/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/03/2002014245/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 1999 tot ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 24 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 2 januari 2001;

Gelet op het protocol nr. 2001/3 van 22 mei 2001 waarin de conclusies van de onderhandeling binnen het Sectorcomité VI "Verkeer en Infrastructuur", worden vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is, teneinde de bezoldigingen te kunnen uitbetalen, om ten spoedigste de weddenschalen vast te stellen van de statutaire personeelsleden van de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart die ambtshalve zijn overgeplaatst naar het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, naar aanleiding van de ontbinding van deze Dienst op datum van 31 december 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Overgangsregeling

Artikel 1.In artikel 28 van het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 3. De wedde van de ambtenaren die, op 1 januari 2000, van ambtswege zijn overgeplaatst van de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart naar het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur en die op dat ogenblik van ambtswege worden benoemd in een nieuwe graad, wordt, vanaf 1 januari 2000, vastgesteld in de weddenschaal van die graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde conversietabel opgenomen in bijlage VI. »

Art. 2.In het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, wordt een artikel 58bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 58bis.- In afwijking van artikel 23, § 2 van hetzelfde besluit, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van adjunct-adviseur, vóór 1 juni 1998 bekleed met de geschrapte graad van inspecteur- hoofd van dienst (rang 11) en die op dezelfde datum in dienst was bij de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart, het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 66bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 66bis.- In afwijking van artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van bestuurschef, vóór 1 januari 1994 bekleed met de geschrapte graad van chef beurtkantoor 1e klasse (rang 25) en die op dezelfde datum in dienst was bij de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart, het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 69bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 69bis.- In afwijking van artikel 2, §§ 1 en 2 van hetzelfde besluit, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, vóór 1 januari 1994 bekleed met de geschrapte graad van eerste klerk (rang 32) die op dezelfde datum in dienst was bij de voormalige Dienst voor Regeling der Binnenvaart en die vóór 1 januari 1994 geslaagd is voor de beroepsproef tot het bekomen van de hierna vermelde bijzondere weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 6.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

BIJLAGE VI Conversietabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

^