Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 december 1999
gepubliceerd op 21 januari 2000

Koninklijk besluit tot ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2000014006
pub.
21/01/2000
prom.
15/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/15/2000014006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid de artikelen 6 en 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 1968 houdende omwerking van het statuut van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart, gewijzigd bij de wet van 7 september 1979 en het koninklijk besluit nr. 173 van 30 december 1982, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1998 houdende invoering van de vrije bevrachting en de vrije prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 december 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat ten gevolge van de liberalisering van de binnenvaartsector, de hoofdopdracht inzake toerbeurtregeling en tarieven wegvalt voor de Dienst voor Regeling der Binnenvaart waardoor het derhalve aangewezen is om deze Dienst te ontbinden op 31 december 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Dienst voor Regeling der Binnenvaart, hierna "D.R.B." genoemd, wordt ontbonden.

Art. 2.Alle resterende activa en passiva van de D.R.B. worden van rechtswege aan de Staat overgedragen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen voortvloeiend uit lopende contracten of uit lopende en toekomstige gerechtelijke procedures.

De Regie der Gebouwen neemt het beheer over van de gebouwen waarvan de D.R.B. eigenaar was.

Art. 3.Het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur verzekert de uitvoering van de opdrachten waarmee de D.R.B. na 30 november 1998 verder belast is gebleven.

Art. 4.De Minister die het vervoer onder zijn bevoegdheid heeft, duidt, onder de personeelsleden van de D.R.B. die geïntegreerd worden in het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, de personen aan die belast worden met het afsluiten van de boekhouding van de D.R.B. en het afleggen van de rekeningen over het jaar 1999.

Art. 5.De personen, aangeduid overeenkomstig artikel 4, maken de toestand per 31 december 1999 op van de financiële middelen die beschikbaar zijn op rekeningen die de D.R.B. in het kader van de hem toevertrouwde opdrachten beheert voor rekening van derden.

Deze financiële middelen vertegenwoordigen ontvangsten voor orde.

Een gewone rekenplichtige wordt aangeduid onder de personeelsleden van de D.R.B. die geïntegreerd worden in het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. Deze gewone rekenplichtige is verantwoordelijk voor het beheer van deze ontvangsten voor orde. Hij kan deze ontvangsten, tot beloop van het beschikbaar bedrag, aanwenden voor de betalingsverrichtingen waarvoor de middelen bestemd zijn. Deze betalingsverrichtingen zijn uitgaven voor orde.

Art. 6.De personeelskosten van het statutair en contractueel personeel van de D.R.B. die na 31 december 1999 betaalbaar zijn, worden ten laste genomen van de begroting van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 3 december 1968 houdende omwerking van het statuut van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 31 december 1999.

Art. 9.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^