gepubliceerd op 31 december 2002
Koninklijk besluit tot het in overeenstemming brengen van diverse bepalingen in verband met bijdrageverminderingen, met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Addendum
3 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot het in overeenstemming brengen van diverse bepalingen in verband met bijdrageverminderingen, met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Addendum
In het Belgisch Staatsblad nr. 392 van 13 december 2002, blz. 55982, het Verslag aan de Koning bijvoegen : VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, sluit nauw aan bij de multifunctionele aangifte.
Het beoogt sommige wettelijke bepalingen van de sociale zekerheid in verband met bijdrageverminderingen in overeenstemming te brengen met het koninklijke besluiten van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, meer bepaald van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Onderzoek van de artikelen
Artikel 1.Dit artikel vervangt artikel 35, § 1, 1° tot 4°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Het gaat enkel om een formele aanpassing van de wettekst, die geenszins tot doel heeft een nieuwe termijn van 6 jaar in te stellen, tijdens dewelke de vermindering wordt toegekend en evolueert in functie van de categorie waartoe de werknemer behoort.
Art. 2.Dit artikel legt de inwerkingtreding vast van het besluit.
Art. 3.Dit artikel duidt de ministers aan die belast zijn met de uitvoering van dit besluit.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE