Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 1999
gepubliceerd op 09 februari 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1885 houdende goedkeuring der nieuwe onderrichtingen voor de geneesheren, de apothekers en de drogisten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999024121
pub.
09/02/2000
prom.
03/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/03/1999024121/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1885 houdende goedkeuring der nieuwe onderrichtingen voor de geneesheren, de apothekers en de drogisten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 11 maart 1958, 1 juli 1976 en 14 juli 1994;

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 en bij de wet van 20 oktober 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 mei 1885 houdende goedkeuring der nieuwe onderrichtingen voor de geneesheren, de apothekers en de drogisten, inzonderheid op artikel 33, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 mei 1976, 20 december 1989, 5 juni 1990 en 21 oktober 1999 en artikel 35, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 mei 1976;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 33 van het koninklijk besluit van 31 mei 1885 houdende goedkeuring der nieuwe onderrichtingen voor de geneesheren, de apothekers en de drogisten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 mei 1976, 20 december 1989, 5 juni 1990 en 21 oktober 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°) § 1, eerste lid, 2) wordt vervangen als volgt : « 2) de niet in het punt 1) beoogde geneesmiddelen voor menselijk gebruik die slechts op medisch voorschrift mogen worden afgeleverd en de niet in het punt 1) beoogde voorgeschreven magistrale bereidingen voor menselijk gebruik evenals hun vernieuwingen. »; 2°) § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « Bij elke inschrijving in één der twee registers wordt een volgnummer vermeld dat eveneens op het voorschrift of op zijn vernieuwing wordt aangebracht, alsmede de naam en de voornaam van de voorschrijver en van de patiënt. »; 3°) in § 2 wordt punt 1) opgeheven; 4°) § 3, d), wordt vervangen als volgt : « d) de ingebrachte gegevens minstens éénmaal per week op papier worden afgedrukt volgens datum van uitvoering van de voorschriften; deze bladzijden worden geklasseerd en bewaard in dezelfde volgorde.

Het afdrukken van de gegevens betreffende het register bedoeld in § 1, eerste lid, 2) mag worden vervangen door het opslaan van die gegevens op een magnetische informatiedrager die beantwoordt aan de voorwaarden vastgesteld door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. »; 5°) § 4, derde lid wordt opgeheven; 6°) § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5. De registers, de fotokopieën, de computerafdrukken en de magnetische informatiedragers worden gedurende tien jaar in de apotheek bewaard, op zodanige wijze dat niets van de opgeslagen gegevens verloren gaat. ».

Art. 2.Artikel 35 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 mei 1976, wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 35.De apotheker mag, zonder toestemming van hem door of voor wie het voorschrift voorgeschreven werd, van het voorschrift of van de gegevens die voorkomen in het register, op de fotokopie, op de computerafdruk of op de magnetische informatiedrager geen mededeling geven aan wie het ook zij, behalve aan : 1° de rechterlijke overheid en de farmaceutische inspecteurs, wanneer zij het nuttig oordelen bewuste mededeling te vorderen;2° de geneesheren-inspecteurs-generaal, de eerstaanwezend geneesheren-inspecteurs en de geneesheren-inspecteurs van de dienst voor geneeskundige controle ingesteld in de schoot van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering binnen het kader van de opdrachten hun toegekend door de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;3° aan de erkende tariferingsdiensten. De vermeldingen die voorkomen op het voorschrift, in het register, de fotokopie, de computerafdruk of de magnetische informatiedrager, met uitzondering van de naam van de patiënt, mogen bovendien door de apotheker worden medegedeeld aan de geneeskundige commissie van zijn gebied voor zover deze mededeling gebeurt in het kader van artikel 37, § 1, 2°, c), 2 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies.

De apotheker is verplicht in het algemeen alles te vermijden wat zou strekken om een misplaatste nieuwsgierigheid uit te lokken of te voldoen. ».

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^