Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2013
gepubliceerd op 02 oktober 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het kort verzuim (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013201494
pub.
02/10/2013
prom.
03/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het kort verzuim (sectie monteerders) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het kort verzuim (sectie monteerders).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2012 Kort verzuim (sectie monteerders) (Overeenkomst geregistreerd op 25 mei 2012 onder het nummer 109680/CO/111) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren. Onder "ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren" wordt verstaan : de ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het monteren en het demonteren, afbreken op openluchtwerven van metalen gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede in het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen. Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening van deze welke het in het vorig lid vermelde materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke het gekocht hebben en het gebruik ervan hebben Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op de werkgevers, de werklieden van de ondernemingen, met uitzondering van deze die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit : - het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken; - het uitvoeren van allerlei hijswerken.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op buitenlandse ondernemingen die in België montagewerken verrichten met buiten- lands personeel

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Reden en duur van de afwezigheid Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten die hierna opgesomd zijn, hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur : 1. Huwelijk van de werkman : drie dagen te kiezen door de betrokkene.2. Huwelijk van een kind van de werkman of van zijn echtgeno(o)t(e), van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootmoeder, grootvader, moeder, vader, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werkman, van de schoonbroeder of de schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de werkman en van gelijk welk ander familielid wonend onder hetzelfde dak als dat van de werkman : de dag van het huwelijk.3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werkman of van zijn echtgeno(o)t(e), van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een kleinkind, van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werkman, van een schoonbroer of een schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de werkman alsmede van gelijk welk andere bloedverwant wonend onder hetzelfde dak als dat van de werkman : de dag van de plechtigheid.4. Geboorte van een door de werkman erkend kind : tien dagen voor de werkman te kiezen binnen vier maanden te rekenen vanaf de bevalling, waarvan de eerste drie dagen met behoud van zijn normaal loon en de volgende zeven dagen met een uitkering in het raam van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat. Hetzelfde recht komt, onder de voorwaarden en modaliteiten die op artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten zijn vastgesteld, toe aan de arbeider van wie de afstamming die in de vorige alinea wordt beoogd, niet kan worden vastgesteld maar die, op het moment van de geboorte : a) gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat;b) wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen;c) sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen.Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister. 5. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote van een kind van de werkman of van zijn echtge- no(o)t(e), van een door de werkman opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stief vader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werkman : vijf dagen door de werkman te kiezen tijdens de periode die begint met de dag welke het overlijden voorafgaat en eindigt de dag die op de begrafenis volgt.6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, van de overgrootvader, de grootmoeder, van de overgrootmoeder, van een kleinkind, van een achter kleinkind, schoonzoon of schoondochter, die bij de werkman inwoont : twee dagen door de werkman te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, van de overgrootvader, de grootmoeder, van de overgrootmoeder, van een kleinkind, van een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werkman inwoont : de dag van de begrafenis.8. Overlijden van gelijk welke bloedverwant wonend onder hetzelfde dak als dat van de werkman, van de voogd(es) van de minderjarige werkman of van het minderjarig kind voor wie de werkman als voogd optreedt : de dag van de begrafenis.9. Plechtige communie van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werkman of van zijn echtgeno(o)t(e) of van een regelmatig door de werkman opgevoed kind : één dag.Wanneer de plechtigheid plaatsheeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, wordt de verletdag genomen op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt. 10. Deelneming van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werkman of van zijn echtgeno(o)t(e) of van een regelmatig door de werkman opgevoed kind aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dat feest plaatsheeft : één dag.Wanneer de plechtigheid plaatsheeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, wordt de verletdag genomen op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt. 11. Verblijf van de dienstplichtige werkman in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum : de nodige tijd met een maximum van drie dagen.12. Deelneming aan een officieel bijeengeroepen bijeenkomst van de familieraad : de nodige tijd met een maximum van één dag.13. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.14. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd.15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een van de hoofdbureaus bij de verkiezingen van het Europees Parlement : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.17. Het onthaal van een kind in het gezin van de werkman in het kader van een adoptie : tijdens de eerste drie dagen van het adoptieverlof, zoals bepaald in artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten heeft de werknemer recht op het behoud van zijn normale loon ten laste van de werkgever.18. Verblijf van de werknemer-gewetensbezwaarde op de administratieve gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen : de nodige tijd met een maximum van drie dagen.

Art. 3.§ 1. Voor de toepassing van artikel 3.2., artikel 3.3. en artikel 3.5. wordt het aangenomen of natuurlijk kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind. § 2. Voor de toepassing van artikel 3.6. en artikel 3.7. worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de overgrootvader, de grootmoeder en de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werkman gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de overgrootvader, de grootmoeder en de overgrootmoeder van de werkman. § 3. Voor de toepassing van artikel 3.1. en artikel 3.2. wordt het neerleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning zoals voorzien door artikel 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met het huwelijk.

Art. 4.Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 3, wordt de persoon, die samenwoont met de werkman en van zijn gezin deel uitmaakt, gelijkgesteld met de echtgenote of echtgenoot.

Art. 5.Voor de toepassing van artikel 3 worden alleen als afwezigheidsdagen beschouwd de gewone werkdagen waarvoor de werkman aanspraak had mogen maken op het loon, indien hij door de redenen voorzien bij hetzelfde artikel 3 niet belet was geweest te werken.

Het normaal loon wordt berekend met inachtneming van de besluiten genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen. HOOFDSTUK III. - Duurtijd en opzegging

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2007, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 maart 2008 (Belgisch Staatsblad van 7 mei 2008); en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, geregistreerd onder het nummer 105523.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^