gepubliceerd op 07 mei 2021
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2022
2 MEI 2021. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2022
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Sinds aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten verleend (artikel 147, eerste lid, 1°, WIB 92 zoals gewijzigd door de
wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
23/03/2019
pub.
05/04/2019
numac
2019011564
bron
federale overheidsdienst financien
Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal
sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal). Deze aanvullende vermindering vervangt de bijkomende vermindering als bedoeld in artikel 154, WIB 92.
Artikel 147, vierde lid, WIB 92 bepaalt dat wanneer voor een bepaald aanslagjaar de belasting op pensioenen en andere vervangingsinkomsten na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten niet tot nul is teruggebracht voor een belastingplichtige met een belastbaar inkomen dat gelijk is aan 10.160 euro (basisbedrag) en uitsluitend bestaat uit pensioenen en andere vervangingsinkomsten, de Koning het bedrag van de aanvullende vermindering verhoogt tot het bedrag dat nodig is om de belasting alsnog tot nul terug te brengen.
Voor het aanslagjaar 2022 is het bedrag van de gewone vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten gelijk aan 1.841,96 euro (basisbedrag: 1.148,93 euro) en het bedrag van de aanvullende vermindering gelijk aan 378,96 euro (basisbedrag: 236,38 euro). Het in artikel 147, vierde lid, WIB 92 vermelde bedrag van het belastbare inkomen is voor aanslagjaar 2022 gelijk aan 16.290 euro. De basisbelasting op dat inkomen bedraagt (13.540 x 25 pct.) + ((16.290 - 13.540) x 40 pct.) of 3.385 + 1.100 = 4.485 euro. Voor aanslagjaar 2022 bedraagt het bedrag van de belastingvrije som 9.050 euro. De basisbelasting wordt zo verminderd met 2.262,50 euro (9.050 euro x 25 pct.) tot 2.222,50 euro (om te slane belasting). De som van de gewone en de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten, i.c. 1.841,96 + 378,96 = 2.220,92 euro, volstaat net niet om het bedrag van de verschuldigde belasting na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten op nul te brengen. Overeenkomstig artikel 147, vierde lid, WIB 92 moet het geïndexeerde bedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten derhalve voor aanslagjaar 2022 met 1,58 euro worden verhoogd tot 380,54 euro. Dit besluit geeft hieraan uitvoering.
Het in artikel 147, eerste lid, 1°, WIB 92 vermelde basisbedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten wordt geïndexeerd aan de hand van de coëfficiënt als bedoeld in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 en na toepassing van de indexeringscoëfficiënt afgerond tot de hogere of lagere cent naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt (artikel 178, § 2, derde lid, WIB 92). De in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 bedoelde indexeringscoëfficiënt is voor het aanslagjaar 2022 gelijk aan 1,6032. Om tot een geïndexeerd bedrag van 380,54 euro te komen, moet het basisbedrag van 236,38 euro worden verhoogd tot 237,36 euro.
Het nieuwe basisbedrag van 237,36 euro geldt overeenkomstig artikel 147, vierde lid, laatste zin, WIB 92 enkel voor het aanslagjaar 2022.
Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM
ADVIES 69.111/3 VAN 23 APRIL 2021 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "HOUDENDE UITVOERING VAN ARTIKEL 147, VIERDE LID, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 VOOR HET AANSLAGJAAR 2022" Op 24 maart 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2022".
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 13 april 2021 . De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Bert Thys, staatsraden, Michel Tison en Johan Put, assessoren, en Astrid Truyens griffier.
Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bert Thys, staatsraad .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 23 april 2021. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) voor het aanslagjaar 2022. 3. Artikel 147, vierde lid, WIB 92 bepaalt dat wanneer voor een bepaald aanslagjaar de belasting op pensioenen en andere vervangingsinkomsten na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten niet tot nul is teruggebracht voor een belastingplichtige met een belastbaar inkomen dat gelijk is aan 10.160 euro en uitsluitend bestaat uit pensioenen en andere vervangingsinkomsten, de Koning het bedrag van de aanvullende vermindering verhoogt tot het bedrag dat nodig is om de belasting alsnog tot nul terug te brengen.
De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in deze bepaling.
Onderzoek van de tekst Artikel 1 4. Zowel de Nederlandse als de Franse versie van de inleidende zin van het ontworpen artikel 6318/18 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten "tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" is onvolledig. De Nederlandse versie van die inleidende zin moet worden geredigeerd als volgt: "In uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 wordt het in artikel 147, eerste lid, 1°, van dat Wetboek vermelde bedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten gebracht op:" De Franse versie dient te luiden als volgt: "En exécution de l'article 147, alinéa 4, du Code des impôts sur les revenus 1992, le montant de la réduction additionnelle pour pensions et autres revenus de remplacement visée à l'article 147, alinéa 1er, 1°, de ce Code est porté à:" De griffier, A. Truyens De voorzitter, M. Van Damme
2 MEI 2021. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2022 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 147, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal sluiten;
Gelet op het KB/WIB 92;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting van 23 maart 2021;
Gelet op het advies 69.111/3 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 6318/18, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de podiumkunsten van de Vlaamse Gemeenschap" type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202717 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202716 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf, betreffende de verduidelijking van het begrip taakloon in de sector type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot toevoeging van een GDPR-bijlage aan het pensioenreglement (1) type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202715 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstelling en de opleiding van risicogroepen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202876 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en de landingsbanen type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 22/07/2019 numac 2019202873 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de landingsbanen sluiten, wordt als volgt vervangen: "
Art. 6318/18.In uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt het in artikel 147, eerste lid, 1°, van dat Wetboek vermelde bedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten gebracht op: - voor het aanslagjaar 2020: 236,525 euro; - voor het aanslagjaar 2022: 237,36 euro.".
Art. 2.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2021.
FILIP Van Koningswege : De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM