gepubliceerd op 11 maart 1999
Koninklijk besluit tot benoeming van de leden van de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen
2 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot benoeming van de leden van de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1993 houdende oprichting van een Raad van de gelijke kansen, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 februari 1994, 23 maart 1995 en 28 februari 1999, en op artikel 8;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Wordt benoemd voor een periode van vier jaar als voorzitster van de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen : - Mevr. Myriam Van Varenbergh.
Art. 2.Worden tot ondervoorzit(s)ter benoemd van dezelfde Raad voor een periode van vier jaar : Mevr. Patricia Creutz-Vilvoye, de heer Jean Jacqmain.
Art. 3.Worden tot leden benoemd van dezelfde Raad voor een periode van vier jaar : 1° a) Mevrn.Nelly Brisbois, Erica Bolzonello, Sandra Vercammen, Gitta Vanpeborgh, Anne Panneels, als vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties; b) Mevrn.Françoise Baurain, Nathalie Swalens, Riet Van Poeck-Docx, als vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties; c) de heer Bernard Hermans, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid Ambtenarenzaken behoort; Mevr. Anne-Marie Pernot, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid Tewerkstelling en Arbeid behoort; de heer Chris Vanlaere, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen behoort; d) Mevrn.Veerle Goethals, Liliane Kerrinckx, de heer Jean Jacqmain, als vertegenwoordigers van de als representatief erkende vakbonden in het raam van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. 2° a) Mevrn.Elly Kerkhofs, Leen Vandamme, Anne-Marie Lizin, Simone Claes-Van Waes, Marguerite Blancke, Carla Durlet, Dominique Decoux, Isabelle Simonis, Brigitte Huet, Marie-Christine Corvisier, Mieke Van Haegendoren, Hedwige Peemans-Poullet, Cilia Van der Spurt, Anne Pétré, Karolien Belmans, als vertegenwoordigers van de vrouwenorganisaties die het geheel van de problemen met betrekking tot het gelijke kansenbeleid behandelen; b) Mevr.Marcelle Hoens, de heren Wim Durang, Denis Mathen, Paul Vroomen, Hugo De Blende als vertegenwoordigers van de adviesorganen bevoegd inzake het cultuur- en jeugdbeleid; c) Mevr.Annemie de Bethune-Drieskens, de heer Paul Baland, als vertegenwoordigers van de gezinsorganisaties; d) Mevr.Monique Dewil, de heren Frédéric Hennaut, Koen Loete, Dirk De Meirleir, Jean-Philippe Rousseau, Raf Van Bets, Emmanuel De Bock, Johan Basiliades, Didier Coeurnelle, Jan Mertens, als vertegenwoordigers van de politieke partijen bedoeld in artikel 3, 4°, d, van het koninklijk besluit van 15 februari 1993 houdende oprichting van een Raad van de gelijke kansen, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 22 februari 1994. 3° Mevr.Eliane Vogel-Polsky, de heer Patrick Humblet als leden gekozen om hun bevoegdheid of hun onderlegdheid inzake de problemen die onder de bevoegdheden van de Raad ressorteren.
Art. 4.Worden tot plaatsvervangende leden benoemd van dezelfde Raad voor een periode van vier jaar : 1° a) de heren Yves Vergeylen, Luc Cortebeeck, Marcel Savoye, Jan Uytterhoeven, Thierry Aerts, als vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;b) de heren Philippe Ysebaert, Erik Van Laer, Jo Vervoort, als vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;c) de heer Jacques Druart, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid Ambtenarenzaken behoort; de heer Bart Buysse, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid Tewerkstelling en Arbeid behoort;
Mevr. Christiane Crombé, als vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen behoort; d) Mevr.Marie-José Wellens, de heren Jean-Paul Devos, Marcel Ongena, als vertegenwoordigers van de als representatief erkende vakbonden in het raam van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; 2° a) Mevrn.Ilse Wauters, Inge de Waard, Lucienne Van Gelder, Pascale De Visscher, Katrien Vanoverberghe, Rita Vingerhoeds, Monique Collie, Anne Spitals, Denise Fiasse, Patricia Vandaele, Katrien Bruggeman, Michèle Bribosia, Gerda Van Langendonck, Irène Monjoie, Mieke Louwette, als vertegenwoordigers van de vrouwenorganisaties die het geheel van de problemen met betrekking tot het gelijke kansenbeleid behandelen; b) Mevrn.Tanya Van Cleven, Laurence Marchal, Suzanne Kirschfink, de heren Hugo De Vos, Jacques Sépulchre, als vertegenwoordigers van de adviesorganen bevoegd inzake het cultuur- en jeugdbeleid; c) de heren Dirk Remy, Jean-Paul Connrot, als vertegenwoordigers van de gezinsorganisaties;d) Mevrn.Patricia Creutz-Vilvoye, Dominique De Vos, Moniek Claus-Boydens, Vera Claes, Françoise Bertieaux, Iris Van Riet, Josette D'Haenens, Els Van Weert, Marie-Thérèse Coenen, Monique Van den Brande, als vertegenwoordigers van de politieke partijen bedoeld in artikel 3, 4°, d van het koninklijk besluit van 15 februari 1993 houdende oprichting van een Raad van de gelijke kansen, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 22 februari 1994.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit van 15 februari 1993, Belgisch Staatsblad van 6 maart 1993; Koninklijk besluit van 22 februari 1994, Belgisch Staatsblad van 20 april 1994;
Koninklijk besluit van 23 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 29 juni 1995.
Koninklijk besluit van 10 juni 1996, Belgisch Staatsblad van 24 juli 1996.
Koninklijk besluit van 28 februari 1999, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1999.