gepubliceerd op 20 maart 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 1999, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers om een deel van het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen, uitbetaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, te dekken voor de werknemers waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is in toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
28 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 1999, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers om een deel van het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen, uitbetaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, te dekken voor de werknemers waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is in toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 94;
Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdragen voor het jaar 1999 verschuldigd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers dringend moet worden bekendgemaakt om de ontvangstorganismen voor de sociale zekerheid toe te laten de bijdragen te innen vanaf 1 januari 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De werkgevers bedoeld bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers zijn vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 1999 een bijdrage verschuldigd waarvan het bedrag bepaald wordt bij dit besluit. § 2. De bijdragen bedoeld bij § 1 worden berekend op basis van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. § 3. De bijdragen bepaald bij dit besluit worden respectievelijk aangegeven en betaald aan de instellingen bedoeld bij artikel 16 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen volgens dezelfde modaliteiten en termijnen als de sociale zekerheidsbijdragen.
Art. 2.De bijdragevoet is bepaald op 0,22 %.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.