gepubliceerd op 10 september 2007
Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk
2 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op de artikelen 9 tot 13 en 92, gewijzigd bij de wet van 4 december 2006;
Gelet op de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1998 betreffende de inning en de verdeling van bepaalde volgrechten op het stuk van het auteursrecht en van de naburige rechten en tot aanwijzing van de beheersvennootschappen, belast met de inning en de verdeling van de volgrechten die niet konden worden uitgekeerd;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 mei 2007;
Gelet op het advies 43.262/2 van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De door de Koning aangewezen beheersvennootschappen, bedoeld in artikel 13, § 1, eerste en tweede en derde lid, § 3, en in artikel 92, § 2, tweede en derde lid, van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, hierna « de wet », zijn : 1° de burgerlijke vennootschap die de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid heeft aangenomen « Belgische Vereniging der Auteurs, Componisten en Uitgevers », afgekort « Sabam », met ondernemingsnummer 0402.989.270; 2° de burgerlijke vennootschap die de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid heeft aangenomen « Multi Mediamaatschappij van de auteurs van de visuele kunsten », afgekort « Sofam », met ondernemingsnummer 0419.415.330.
Art. 2.§ 1. De actoren uit de professionele kunsthandel doen om de drie maanden, uiterlijk de twintigste dag na ieder kalenderkwartaal, kennisgeving van de in artikel 13, § 1, tweede lid, van de wet bedoelde doorverkopen. § 2. Deze kennisgeving geschiedt aan de in artikel 13, § 1, tweede lid, van de wet bedoelde personen, via een daartoe bestemd formulier dat de volgende gegevens bevat : 1° de identificatiegegevens van de actor uit de professionele kunsthandel, zoals de naam, het adres en het ondernemingsnummer;2° de titel van het kunstwerk;3° de naam van de auteur;4° de datum van de doorverkoop;5° in voorkomend geval de vermelding of het een verkoop bedoeld in artikel 11, § 2, van de wet betreft, en in dit geval de datum van aankoop van het werk en de identiteit van de verkoper ervan;6° de verkoopprijs exclusief BTW. De Minister bevoegd voor het auteursrecht kan in bijkomende vermeldingen voorzien, of vermeldingen aanpassen of schrappen, ingeval dat nuttig is voor de inning en verdeling van het volgrecht.
Een model van dit formulier wordt goedgekeurd door de Minister bevoegd voor het auteursrecht. De formulieren kunnen verkregen worden bij de beheersvennootschappen die belast zijn met het beheer van het volgrecht.
Art. 3.§ 1. De beheersvennootschappen zenden de lijst van de rechthebbenden die hen vrijwillig het beheer hebben toevertrouwd, over aan de in artikel 76 van de wet bedoelde vertegenwoordiger van de Minister, en zorgen ervoor dat deze lijst om de zes maanden bijgewerkt wordt.
Eenieder kan op schriftelijke aanvraag, de in het vorige lid bepaalde lijst op eigen kosten verkrijgen bij de in artikel 76 van de wet bedoelde vertegenwoordiger van de Minister. § 2. De in artikel 1 bedoelde beheersvennootschappen openen een rekening bij een financiële instelling, waarop de bedragen bepaald in artikel 13, § 3, van de wet worden gestort. De interesten worden gekapitaliseerd.
De in artikel 1 bedoelde beheersvennootschappen maken eenmaal per jaar in het Belgisch Staatsblad bekend : 1° de lijst van rechthebbenden waarvan de werken het voorwerp hebben uitgemaakt van een doorverkoop die tijdens het vorige kalenderjaar aanleiding heeft gegeven tot het storten van volgrecht op de gemeenschappelijke rekening, evenals de datum van de doorverkoop en de datum van de kennisgeving van de doorverkoop aan één van deze beheersvennootschappen, of 2° bij ontstentenis van identificatie van de rechthebbenden, de lijst van de werken die tijdens het vorige kalenderjaar aanleiding hebben gegeven tot het storten van het volgrecht op de gemeenschappelijke rekening, evenals de datum van de doorverkoop en de datum van de kennisgeving aan één van deze beheersvennootschappen. De in artikel 1 bedoelde beheersvennootschappen maken dezelfde gegevens tevens bekend op hun website. § 3. Bij het verstrijken van de verjaringstermijn bepaald in artikel 13, § 2, van de wet, verdelen de in artikel 1 vermelde beheersvennootschappen de op de gemeenschappelijke rekening gestorte bedragen onder elkaar in verhouding tot het bedrag aan volgrechten dat elk van hen tijdens het voorbije kalenderjaar heeft geïnd.
Na de verdeling bepaald in het vorige lid worden de bedragen overeenkomstig de regels bepaald in artikel 69 van de wet, onder de rechthebbenden herverdeeld.
Art. 4.§ 1. Indien de auteur zijn rechten niet aan een vennootschap voor het beheer van de rechten heeft opgedragen, zijn de in artikel 1 bedoelde beheersvennootschappen geacht te zijn belast met het beheer van het in artikel 13, § 4, van de wet bedoelde recht op inlichtingen.
In het in het vorige lid bepaalde geval staat het de auteur vrij te kiezen welke van die vennootschappen geacht wordt zijn recht op inlichtingen te beheren. Voor deze auteur gelden dezelfde rechten en plichten met betrekking tot het recht op inlichtingen als voor de rechthebbenden die het beheer van hun rechten aan deze vennootschap hebben opgedragen. § 2. De beheersvennootschappen oefenen het in artikel 13, § 4, eerste en tweede lid, bedoelde recht op inlichtingen uit door middel van een verzoek om inlichtingen, dat het volgende vermeldt : 1° de rechtsgrond van het verzoek;2° de gevraagde gegevens;3° de redenen en het doel van het verzoek;4° de termijn binnen dewelke de gegevens moeten worden meegedeeld, die minimum twintig werkdagen bedraagt te rekenen van de ontvangst van het verzoek. § 3. De minister bevoegd voor het auteursrecht kan het aantal en de frequentie van de verzoeken op zodanige wijze bepalen dat zij de activiteiten van de ondervraagde personen niet meer dan nodig hinderen. § 4. De gegevens verkregen als antwoord op een verzoek mogen niet voor andere doeleinden of om andere redenen worden aangewend dan voor de inning en verdeling van het volgrecht.
Art. 5.In artikel 12 van de wet, worden de woorden « 1.250 EUR » telkens vervangen door de woorden « 2.000 EUR ».
Art. 6.De vordering van de auteur met betrekking tot de volgrechten bepaald in het artikel 92, § 2, tweede lid, van de wet, verjaart door verloop van drie jaren te rekenen van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7.Het koninklijk besluit van 8 juli 1998 betreffende de inning en de verdeling van bepaalde volgrechten op het stuk van het auteursrecht en van de naburige rechten en tot aanwijzing van de beheersvennootschappen, belast met de inning en de verdeling van de volgrechten die niet konden worden uitgekeerd, wordt opgeheven.
Art. 8.Op de eerste dag van de tweede maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad treden in werking : 1° de artikelen 2 tot 8, met uitzondering van de artikel 7, a) en d) van de wet van 4 december 2006 houdende de omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk;2° dit besluit.
Art. 9.Onze minister bevoegd voor het auteursrecht is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN