gepubliceerd op 30 mei 2014
Koninklijk besluit houdende wijziging van de financiële voorwaarden inzake de verstrekking van het geogra-fische element van de universele dienst in het kader van de elektronische communicatie
2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende wijziging van de financiële voorwaarden inzake de verstrekking van het geogra-fische element van de universele dienst in het kader van de elektronische communicatie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, ALGEMEEN Artikel 2, 48/2°, van de
wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/06/2005
pub.
20/06/2005
numac
2005011238
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de elektronische communicatie
sluiten betreffende de elektronische communicatie beschrijft de universele dienst als een minimumpakket van diensten van een bepaalde kwaliteit dat voor alle gebruikers, ongeacht hun geografische locatie, beschikbaar is voor een in het licht van specifieke nationale omstandigheden betaalbare prijs.
Artikel 68 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten definieert het toepassingsgebied van de diensten die bij wijze van universele dienst worden verricht.
Daaronder bevinden zich het geografische element van de universele dienst dat bestaat uit de levering op het gehele grondgebied aan elke persoon die daar een redelijk verzoek toe indient, ongeacht diens geografische locatie : - van de basisdienst inzake openbare telefoondienst op een vaste locatie; - van een aansluiting op een openbaar communicatienetwerk op een vaste locatie dat de eindgebruikers in staat stelt om lokale, nationale en internationale telefoonoproepen te maken en te ontvangen, te communiceren via fax en datatransmissie, over functionele internettoegang te beschikken, onder bepaalde voorwaarden gebeld te worden in geval van niet-betaling van de factuur en te beschikken over een dienst van technische bijstand.
Conform artikel 69, § 1, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten is de aanbieder die is aangewezen voor dit element (verplicht om de universele dienst te verstrekken volgens het in de bijlage bij de wet gespecificeerde prijsniveau.
De artikelen 34 tot 36 van de bijlage bij de wet stellen een mechanisme voor de controle van de betaalbaarheid van het geografische element van de universele dienst in.
Artikel 34 van de bijlage bij de wet bepaalt dat de universeledienstverlener een prijs hanteert voor de telefoondienst die niet de prijs overschrijdt vastgelegd volgens de nadere bepalingen van artikel 35 van de bijlage. Artikel 35 legt een regel vast voor berekening, waarbij twee factoren - de wegingscoëfficiënt en de correctiefactor - moeten worden vastgesteld door de minister. Artikel 36 van de bijlage preciseert dan weer de nadere bepalingen voor de berekening van deze tarieven.
Artikel 69, § 2, machtigt de Koning evenwel om, bij een in Ministerraad overlegd besluit, deze financiële voorwaarden op te heffen, te vervolledigen, te wijzigen of te vervangen wanneer de technologische ontwikkelingen of de marktvoorwaarden dat rechtvaardigen.
Op 4 december 2013 heeft het Instituut een ontwerpadvies gepubliceerd betreffende het geografische element van de universele dienst conform artikel 14, § 1, 1° van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.
In dat ontwerpbesluit heeft het Instituut zich gebogen over de werking van het mechanisme voor prijscontrole waarin de artikelen 34 tot 36 van de bijlage voorzien. Het Instituut heeft vastgesteld dat dat mechanisme weinig was aangepast aan het geografische element.
Het is inderdaad gebleken dat de tariefcontrole georganiseerd door deze bepalingen enkel betrekking had op de telefoondienst en niet rechtstreeks op de aansluiting op een elektronische-communicatienetwerk aan de hand waarvan functionele internettoegang mogelijk zou zijn.
Overigens merken we een constante daling op van het aandeel van het telefoonverkeer in de inkomsten uit vaste activiteiten van de aanbieder van het geografische element van de universele dienst, die verband houdt met de ontwikkeling van gebundelde aanbiedingen (die bijvoorbeeld internet en telefonie combineren).
De regel voor berekening die wordt vastgelegd in artikel 35 van de bijlage hanteert overigens de tarieven van toepassing op 31 december 2000 als voornaamste referent. De marktomstandigheden zijn echter sterk geëvolueerd sindsdien waardoor het bij wet gekozen referentiejaar niet langer relevant lijkt vandaag.
De correctiefactor waarin de in artikel 35 vastgelegde berekeningsregel voorziet, werd nooit vastgelegd, waardoor geen enkele controle van de betaalbaarheid van de prijs voor de universele dienst werd georganiseerd op basis daarvan.
Het Instituut heeft dan ook voorgesteld om de controle waarin de artikelen 34 tot 36 van de bijlage bij de wet voorzien, te vervangen door nieuwe tariefmaatregelen die zijn aangepast aan de huidige technologische en concurrerende context teneinde de nieuwe aanwijzing van de aanbieder van de universele dienst te vergemakkelijken.
Belgacom mag dan inderdaad, voorlopig, de verstrekking van de universele dienst hebben gegarandeerd, er dient dringend een aanbieder te worden aangewezen conform het open mechanisme van aanwijzing waarin artikel 71, § 2, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten voorziet.
De beslissing om zich kandidaat te stellen voor de verstrekking van de universele dienst hangt overigens gedeeltelijk af van de retailinkomsten die deze dienst zou kunnen opbrengen. Deze inkomsten hangen dan weer af van de aard van de criteria die zullen worden gehanteerd om de betaalbaarheid van de universele dienst te controleren.
Het Instituut heeft dan ook geoordeeld dat het nodig was om het mechanisme voor tariefcontrole aan te passen alvorens de aanwijzingsprocedure te lanceren.
Om te garanderen dat het geografische element van de universele dienst betaalbaar is en om dat te kunnen controleren, stelt het Instituut voor de nieuwe tarifaire omkadering op de twee volgende verplichtingen te laten berusten : (i) een verplichting voor de aanbieder van het geografische element van de universele dienst om identieke tarieven te hanteren op het gehele Rijksgebied, ongeacht de plaats van vestiging van de eindgebruikers.De concurrentiedruk in de dichtbevolkte gebieden zal dan het voornaamste element vormen dat de aanbieder ertoe noopt betaalbare tarieven te handhaven op het nationale grondgebied; (ii) een verplichting om het tarief van de diensten die onder het geografische element van de universele dienst vallen, vast te leggen op een niveau dat kleiner is dan of gelijk aan dat van het financieel meest interessante standaardaanbod (zonder promoties) van de universele dienstverlener voor diensten van een minstens gelijkwaardige kwaliteit (dat wil zeggen, de goedkoopste prijs voor een aanbod dat op z'n minst een aansluiting van 1 Mbit/s omvat of voor het laagste aanbod boven 1 Mbit/s). Deze verplichting zal helpen te voorkomen dat de aanbieder de verplichtingen die hem worden opgelegd in het kader van de universele dienst, omzeilt, meer bepaald de betaalbaarheid van de prijs, door enerzijds een aanbod dat gecatalogeerd staat als "universele dienst" op de markt te brengen tegen een gegeven prijs en tegelijk een ander, financieel interessanter aanbod, voor een minstens gelijkwaardige dienst. Onder standaardaanbod wordt bedoeld elk door de aanbieder aangeboden aanbod, zonder tijdelijke kortingen. Onder dienst van een minstens gelijkwaardige kwaliteit, verstaan we elk aanbod van de aanbieder dat ten minste de verrichtingen beoogd in artikel 70, § 1, 1° en 2°, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten omvat.
In geval van verschillende ondernemingen die zijn aangewezen als aanbieder van de universele dienst, zal het aanbod waarmee rekening wordt gehouden het vergelijkbare aanbod zijn dat het ruimst verspreid is onder de leden van het consortium.
Het Instituut is eveneens van mening dat indien deze twee verplichtingen geen voldoening zouden opleveren, het nodig zou zijn om opnieuw in de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten of in de bijlage erbij een striktere tarifaire omkadering in te voeren, ten uitvoer te brengen door het Instituut. In dat geval zou(den) de aanbieder(s) van de universele dienst ook over een kostentoerekeningssysteem moeten beschikken dat in staat is om volledige en betrouwbare informatie te verstrekken aan de hand waarvan het Instituut de naleving van de betaalbaarheid van de tarieven kan nagaan.
Het Instituut heeft dat adviesontwerp ter openbare raadpleging voorgelegd. Deze raadpleging is afgesloten op 20 december 2013.
Het Instituut heeft zijn advies aangenomen op 13 januari 2014.
Het besluit dat u ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt dus uitvoering te verlenen aan artikel 69, §§ 1 en 2, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten, door de in artikelen 34 tot 36 in de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten bepaalde tariefcontrole te vervangen door de twee door het Instituut in het kader van zijn advies van 13 januari 2014 geïdentificeerde verplichtingen.
Het advies nr. 55.312/4 van 20 maart 2014 van de Raad van State werd integraal gevolgd.
Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1.De eerste paragraaf van dit artikel vertaalt de verplichting van geografische gemiddelden opgelegd aan de aanbieder van het geografische element van de universele dienst. Alle eindgebruikers, ongeacht hun locatie op het nationale grondgebied, moeten een identiek tarief krijgen voor elk van de diensten beoogd in artikel 70, § 1, van de wet (namelijk de openbare basistelefoondienst en de aansluiting op een openbaar communicatienetwerk op de plaats van hun hoofdverblijfplaats). Dankzij deze verplichting zal de concurrentiedruk op de prijzen waarmee de universeledienstverlener wordt geconfronteerd in de meest dynamische zones ook ten goede komen aan de gebruikers in de zones waarin de concurrentiedruk relatief minder hevig is.
De tweede paragraaf van dit artikel maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat de door paragraaf 1 opgelegde uniforme prijs voldoende aantrekkelijk blijft in het licht van de meest aantrekkelijke standaardaanbiedingen (zonder tijdelijke kortingen) aangeboden door de universeledienstverlener voor diensten van een kwaliteit die minstens gelijkwaardig is aan deze van de universele dienst. Het risico bestaat inderdaad dat de aanbieder bedoeld in artikel 71 van de wet een aanbod doet dat als "universele dienst" wordt gelabeld tegen een uniforme maar hogere prijs dan die van het aanbod dat hij commercialiseert in de zones met de hoogste concurrentiedruk. Het universeledienstaanbod moet dus worden aangeboden tegen een prijs die lager is dan of gelijk aan de financieel meest interessante aanbiedingen van de aanbieder (zonder tijdelijke kortingen), voor eenzelfde dienstkwaliteit (namelijk waarin minstens de verrichtingen zitten vervat die zijn vastgelegd in artikel 70, § 1, 1° en 2°, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten).
Deze verplichting zal aldus, ten behoeve van de eindgebruikers, garanderen dat de diensten die in het kader van de universele dienst op het hele grondgebied worden aangeboden, werkelijk betaalbaar zijn.
Het tweede lid van deze paragraaf verplicht de universeledienstverlener om elke wijziging van de tarieven voor de diensten die onder het geografische element van de universele dienst vallen, te melden aan het Instituut voordat ze worden aangerekend aan de eindgebruikers, en om deze wijzigingen te publiceren. Deze verplichting zal een doeltreffende controle door het Instituut garanderen en een gepaste voorlichting van de eindgebruikers.
Art. 2.In het licht van de wijzigingen aangebracht door artikel 1 van dit besluit, behoeft dit artikel geen commentaar.
Art. 3.Dit artikel behoeft geen commentaar.
We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE
ADVIES 55.312/4 VAN 20 MAART 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `HOUDENDE WIJZIGING VAN DE FINANCI"LE VOORWAARDEN INZAKE DE VERSTREKKING VAN DE GEOGRAFISCHE ELEMENT VAN DE UNIVERSELE DIENST IN HET KADER VAN DE ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE' Op 7 februari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot 24 maart 2014 (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende wijziging van de financiële voorwaarden inzake de verstrekking van de geografische element van de universele dienst in het kader van de elektronische communicatie'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 20 maart 2014.
De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Anne Vagman, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 maart 2014.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging', dient de aanhef van het ontworpen besluit aangevuld te worden teneinde daarin te vermelden dat een impactanalyse is uitgevoerd krachtens de voornoemde wet.2. Artikel 2, tweede lid, van het ontwerp moet als een afzonderlijk artikel 3 worden opgenomen. _______ Nota (*) Bij e-mail van 10 februari 2014.
De griffier, A.-C. Van Geersdaele.
De voorzitter, P. Liénardy.
2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende wijziging van de financiële voorwaarden inzake de verstrekking van het geografische element van de universele dienst in het kader van de elektronische communicatie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, artikel 69, § 2, en de artikelen 34 tot 36 van de bijlage zoals gewijzigd door de wet van 10 juli 2012 houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie;
Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van 13 januari 2014;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 13 januari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 15 januari 2014;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op de raadpleging van 17 januari 2014 tot 31 januari 2014 van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie;
Gelet op het akkoord van het Overlegcomité, gegeven op 5 februari 2014;
Gelet op advies nr. 55.312/4 van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 34 van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie worden de paragrafen 1 en 2 als volgt vervangen : " § 1. De in artikel 71 van de wet beoogde aanbieder hanteert voor alle particuliere eindgebruikers een identiek betaalbaar tarief op het hele grondgebied voor eenzelfde verrichting van het geografische element van de universele dienst zoals gedefinieerd in artikel 70, § 1, van de wet. § 2. Het tarief voor de diensten die onder het geografische element van de universele dienst vallen, moet lager zijn dan of gelijk aan het tarief voor het financieel meest interessante aanbod van de aanbieder beoogd in artikel 71 van de wet voor de verrichtingen die op zijn minst de in artikel 70, § 1, 1° en 2° van de wet beoogde diensten omvatten.
Deze tarieven dienen aan het Instituut te worden meegedeeld, in het formaat dat door hem wordt gespecificeerd, en gepubliceerd alvorens het wordt toegepast op de abonnees.".
Art. 2.De artikelen 35 en 36 van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie worden opgeheven.
Art. 3.De minister die bevoegd is voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE