Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 11 oktober 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2004014194
pub.
11/10/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004014194/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, inzonderheid op artikel 22, tweede en derde lid, gewijzigd bij de wet van 30 januari 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht, gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 juli 2003, inzonderheid de artikelen 1, 14° en 2, lid 7, met ingang van 9 mei 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2004;

Gelet op het advies 37.582/2/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli 2004;

Gelet op het advies 37.634/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2004;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Regering tijdens de Ministerraad van 30 april 2004, beslist heeft om een antwoord te bieden op de problematiek van het toenemende geweld in de installaties van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

Overwegende dat immers in 2003 het aantal gevallen van fysiek geweld op het personeel van de N.M.B.S. met 112 % is gestegen en dat de cijfers van 2004 eveneens zorgwekkend zijn;

Overwegende dat bij gebrek aan maatregelen ter verbetering van de veiligheid van het personeel, de agressie waarmee het af te rekenen heeft, geleidelijk aan vertaald wordt in een hogere onveiligheid voor de vele reizigers;

Overwegende dat op 4 april 2004 een agent van de interne bewakingsdienst overleed tijdens de uitoefening van zijn dienst in het station van Brussel-Centraal;

Overwegende dat dan ook op 30 april 2004 de Ministerraad een principe - beslissing genomen heeft om een oplossing te geven aan deze evolutie van de criminaliteit bij de spoorwegen;

Overwegende dat terzake werd voorzien in de aanpassing van het koninklijk besluit van 4 april 1895 houdende voorschriften betreffende de maatregelen na te komen voor het reizigersvervoer over staatsspoorwegen en over de vergunde spoorwegen waardoor controles door beëdigde agenten op de perrons mogelijk wordt;

Overwegende dat binnen de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen een herstructurering wordt doorgevoerd waarbij, naast een interne bewakingsdienst ook een spoorwegveiligheidsdienst wordt geschapen, bestaande uit beëdigde agenten belast met de controle en vaststellingen in de spoorweginstallaties die toegankelijk zijn voor het publiek;

Overwegende dat het huidige koninklijk besluit moet toelaten dat het mogelijk wordt dat deze veiligheidsdienst, in bepaalde gevallen, beroep kan doen op een aantal wapens en dat regelingen worden uitgewerkt omtrent de opleiding en controle op deze dienst en omtrent de wijze van aanwending, bewaring, en gebruik van de toegestane wapens;

Overwegende dat het behoort deze spoorwegveiligheidsdienst uit te rusten met bepaalde verdedigingsmiddelen zoals pepperspray en handboeien;

Op de voordracht van onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht wordt aangevuld als volgt : « 15° de beëdigde personeelsleden van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, bedoeld in artikel 10 van de wet van 25 juli 1891 tot herziening van de wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen, ondergebracht in de veiligheidsdienst SECURAIL van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. »

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Voor de dienst bedoeld onder 15° van artikel 1 wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Minister die deze dienst onder zijn bevoegdheid heeft na gelijkluidend advies van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken ». « Voor de dienst bedoeld onder 15° van artikel 1 wordt de bevoegdheid omtrent de modaliteiten van opleiding, controle en extern toezicht uitgeoefend door de Minister die deze dienst onder zijn bevoegdheid heeft na gelijkluidend advies van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken. » « Het gebruik van deze wapens wordt beperkt tot de gevallen van wettige zelfverdediging bij de uitvoering van hun beveiligingsopdrachten op de terreinen en in de installaties van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Justitie, en Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken P. DEWAEL

^