Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 21 september 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000492
pub.
21/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004000492/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage - Annexe FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE 3. APRIL 2003 - Königlicher Erlass in Bezug auf Strom- und Gasrechnungen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 21. Dezember 1998 über Produktnormen zur Förderung umweltverträglicher Produktions- und Konsummuster und zum Schutz der Umwelt und der Gesundheit, insbesondere des Artikels 5;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 30. April 2002;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 33361/1 des Staatsrates vom 12. Juli 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Hohen Rates für Öffentliche Hygiene vom 19. Dezember 2004; Aufgrund der Stellungnahme des Zentralen Wirtschaftsrates vom 20.

Februar 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Verbraucherrates vom 14. Februar 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Föderalen Rates für Nachhaltige Entwicklung vom 19. Februar 2002;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Mobilität und des Transportwesens, Unseres Ministers des Verbraucherschutzes und Unseres Staatssekretärs für Energie Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Abrechnungen nach Ablesen des Stromzählers, die an Endverbraucher gerichtet sind, die an das Niederspannungsnetz angeschlossen sind, und Abrechnungen nach Ablesen des Gaszählers, die an Endverbraucher gerichtet sind, deren jährlicher Verbrauch 60.000 kWh nicht überschreitet, müssen mindestens folgende Angaben enthalten: - Name und Adresse des Energieversorgers, - E-Mail-Adresse, Telefon- und Faxnummer des Kundendienstes des Energieversorgers, - Adresse, Telefon- und Faxnummer des Ombudsdienstes der Elektrizitäts- und Gasregulierungskommission, - Adresse für den gesamten Briefverkehr, - Abrechnungszeitraum, - in Rechnung gestellte Beträge, - Mehrwertsteuersatz und -betrag, - verbrauchte Einheiten, - Preis oder Preise pro Einheit, - detaillierte Aufstellung der Berechnung des zu zahlenden Betrages, - Tarif für die Übertragung, - Tarif für die Verteilung, - von den Behörden vereinnahmte Abgaben, je nach Kategorie globalisiert, - Entwicklung des Verbrauchs der vorhergehenden drei Jahre in Energieeinheiten, detailliert je nach Einheitspreis und insgesamt, - Primärenergiequellen, die für den gelieferten Strom benutzt wurden, berechnet anhand eines Durchschnitts auf Jahresbasis des vorhergehenden Jahres: erneuerbare Energiequellen, Erdgas, andere fossile Brennstoffe, Kernkraft oder unbekannte Energiequellen. Der Anteil der unbekannten Energiequellen darf sich auf höchstens fünf Prozent der angegebenen Energiequellen belaufen.

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Juli 2003 in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Mobilität und des Transportwesens, Unser Minister des Verbraucherschutzes und Unser Staatssekretär für Energie sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 3. April 2003 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Mobilität und des Transportwesens Frau I. DURANT Der Minister des Verbraucherschutzes J. TAVERNIER Der Staatssekretär für Energie O. DELEUZE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^