gepubliceerd op 02 mei 2003
Koninklijk besluit houdende de facturatie van elektriciteit en gas
3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende de facturatie van elektriciteit en gas
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 april 2002;
Gelet op het advies 33361/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2002;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, van 19 december 2001;
Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, van 20 februari 2002;
Gelet op het advies. van de Raad voor Verbruik, van 14 februari 2002;
Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, van 19 februari 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, van Onze Minister van Consumentenzaken en van Onze Staatssecretaris voor Energie;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De afrekeningsfacturen na meteropname voor de levering van elektriciteit aan eindafnemers aangesloten op het laagspanningsnet en voor de levering van gas aan eindafnemers waarvan het jaarlijks verbruik lager is of gelijk is aan 60.000 kWh, dienen minstens de volgende gegevens te bevatten : - de naam en het adres van de energieleverancier - het e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de klantendienst van de leverancier - het adres, telefoon- en faxnummer van de ombudsdienst van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas - het adres voor al de briefwisseling - de periode waarop de factuur slaat - de gefactureerde bedragen - de BTW-voet en het BTW-bedrag - het verbruik in aantal eenheden - de eenheidsprijs of -prijzen - het detail van de berekening van het te betalen bedrag - het tarief voor de transmissie - het tarief voor de distributie - de heffingen geïnd door het geheel van overheden, geglobaliseerd per categorie - het verloop van het verbruik van de afgelopen drie jaar in energie-eenheden en gedetailleerd per eenheidsprijs en in totaal - de aard van de primaire energiebronnen van de geleverde elektriciteit berekend naar een gemiddelde op jaarbasis van het afgelopen jaar : hernieuwbaar, aardgas, andere fossiele brandstoffen, nucleair of onbekend. Dit laatste mag slaan op ten hoogste 5 % van de opgegeven aard.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.
Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Consumentenzaken en Onze Staatssecretaris voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Consumentenzaken, J. TAVERNIER De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE