Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 1998
gepubliceerd op 31 maart 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken

bron
ministerie van economische zaken
numac
1998011108
pub.
31/03/1998
prom.
01/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/01/1998011108/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MAART 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 429 van 5 augustus 1986 houdende afschaffing van de Regie der Belgische Rijkskoel- en Vriesdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 480 van 22 december 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1996 en 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1996 en van 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 februari 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken die behoren tot de niveaus 1 en 2+;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1997 houdende regeling van sommige loopbanen in niveau 2+ en vereenvoudiging van de loopbanen in de niveaus 2, 3 en 4 bij het Ministerie van Economische Zaken;

Gelet op het advies van de Directieraad, gegeven op 20 februari 1996;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 maart 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 augustus 1997;

Gelet op het protocol SC IV/P van 18 november 1997 van het Sectorcomité IV;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbanen van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevolg de weddenschalen van deze ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken onverwijld dienen te worden vastgesteld;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 februari 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken

Artikel 1.Het artikel 1 van het koninlijk besluit van 21 februari 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken wordt vervangen door de volgende bepaling : « De weddenschaal van elke bijzondere graad bij het Ministerie van Economische Zaken wordt als volgt vastgesteld : NIVEAU 1 a) met ingang van 1 januari 1994 : - directeur-generaal der mijnen (rang 16) 16/1 - inspecteur-generaal der mijnen (rang 15) 15/1 - divisiedirecteur der mijnen (rang 14) 14/3 - eerste rechtskundig adviseur (rang 14) 14/1 - hoofdingenieur-directeur der mijnen (rang 13) 13/4 - hoofdgeoloog-directeur (rang 13) 13/3 - hoofdmetroloog-directeur (rang 13) 13/3 - hoofdinspecteur-directeur (rang 13) 13/3 - actuaris (rang 13) 13/3 - laboratoriumdirecteur (rang 13) 13/3 - organisatieadviseur-hoofd van dienst (rang 13) 13/2 - rechtskundig adviseur (rang 13) 13/2 - adviseur-statisticus (rang 13) 13/2 - eerstaanwezend divisiemijningenieur (rang 12) 12/2 - hoofdscheikundig adviseur (rang 12) 12/2 - eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (rang 12) 12/1 - eerstaanwezend statisticus-hoofd van dienst (rang 12) 12/1 - eerstaanwezend actuariaatsinspecteur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend metroloog (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend mijningenieur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend geoloog (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend scheikundig adviseur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend speciaal inspecteur (rang 11) 11/4 - inspecteur-revisor (rang 11) 11/3 - eerstaanwezend inspecteur (rang 11) 11/3 - eerstaanwezend statisticus (rang 11) 11/3 - adjunct-rechtskundig adviseur (rang 11) 11/3 - afdelingschef boekhouding (rang 11) 11/3 - geoloog (rang 10) 10/3 - metroloog (rang 10) 10/3 - mijningenieur (rang 10) 10/3 - actuariaatsinspecteur (rang 10) 10/3 - inspecteur-ingenieur (rang 10) 10/3 - scheikundig adviseur (rang 10) 10/3 - speciaal commissaris (rang 10) en bestuurssecretaris-statisticus (rang 10) met vier jaar graadanciënniteit 853.110 - 1.310.819 3/1 x 24.933 10/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - speciaal commissaris (rang 10) 10/1 - bestuurssecretaris-statisticus (rang 10) 10/1 Afgeschafte graden : - opdrachthouder (rang 15) 15/1 - eerste industrieel adviseur (rang 14) 14/3 - scheikundig ingenieur (rang 10) 10/3 b) vanaf 1 juni 1994 : - inspecteur-generaal der mijnen (rang 15) 15/1 - divisiedirecteur der mijnen (rang 14) 14/3 - eerste rechtskundig adviseur (rang 14) 1.226.775 - 1.974.781 14/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - hoofdingenieur-directeur der mijnen (rang 13) 13/4 - hoofdgeoloog-directeur (rang 13) hoofdmetroloog-directeur (rang 13) laboratoriumdirecteur (rang 13) 1.428.373 - 2.016.092 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. N.1 - G.B.) - hoofdinspecteur-directeur (rang 13) 13/3 - actuaris (rang 13) 13/3 - organisatieadviseur-hoofd van dienst (rang 13) rechtskundig adviseur (rang 13) adviseur-statisticus (rang 13) 1.115.290 - 1.703.009 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - eerstaanwezend divisiemijningenieur (rang 12) 12/2 - hoofdscheidkundig adviseur (rang 12) 12/2 - eerstaanwezend statisticus-hoofd van dienst (rang 12) eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (rang 12) 1.018.768 - 1.514.768 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - eerstaanwezend actuariaatsinspecteur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend metroloog (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend mijningenieur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend geoloog (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend scheikundig adviseur (rang 11) 11/6 - eerstaanwezend speciaal inspecteur (rang 11) 11/4 - inspecteur-revisor (rang 11) eerstaanwezend inspecteur (rang 11) eerstaanwezend statisticus (rang 11) adjunct-rechtskundig adviseur (rang 11) afdelingschef boekhouding (rang 11) 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - scheikundig adviseur (rang 10) en actuariaatsinspecteur (rang 10) met vier jaar graadanciënniteit 1.143.431 - 1.610.918 3/1 x 24.933 9/2 x 43.623 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - geoloog (rang 10) 10/3 - metroloog (rang 10) 10/3 - mijningenieur (rang 10) 10/3 - inspecteur-ingenieur (rang 10) 10/3 - scheikundig adviseur (rang 10) 10/3 - actuariaatsinspecteur (rang 10) 10/3 - speciaal commissaris (rang 10) en bestuurssecretaris-statisticus (rang 10) met vier jaar graadanciënniteit 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - speciaal commissaris (rang 10) bestuurssecretaris-statisticus (rang 10) 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24.933 10/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) Afgeschafte graden : - opdrachthouder (rang 15) 15/1 - eerste industrieel ingenieur (rang 14) 14/3 - scheikundig ingenieur (rang 10) 10/3 NIVEAU 2+ vanaf 1 januari 1994 : - eerstaanwezend verificateur-deskundige (rang 29) en mijnmeter-verificateur (rang 29) 833.554 - 1.200.042 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - hoofdcontroleur (rang 28) 851.443 - 1.214.826 3/1 x 11.686 2/2 x 11.686 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - mijnmeter 1e klasse (rang 28) met 9 jaar graad anciënniteit of 15 jaar niveauanciënniteit 801.887 - 1.168.375 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - hoofdscheikundige (rang 28) 750.424 - 1.113.807 3/1 x 11.686 2/2 x 11.686 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - mijnmeter 1e klasse (rang 28) 742.995 - 1.109.483 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - hoofdcontroleur der springstoffen (rang 28) en verificateur-deskundige (rang 28) 708.069 - 1.074.557 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - eerstaanwezend controleur (rang 27) 718.710 - 1.085.035 3/1 x 10.072 2/2 x 15.578 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - adjunct-bibliothecaris 1e klasse (rang 27) 708.069 - 1.070.502 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - eerstaanwezend scheikundige (rang 27) 655.680 - 997.261 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - mijnmeter (rang 26) met 9 jaar graadanciënniteit of 15 jaar niveauanciënniteit 629.488 - 971.069 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - adjunct-bibliothecaris (rang 26) controleur der springstoffen (rang 26) scheikundige (rang 26) mijnmeter (rang 26) adjunct-verificateur-deskundige (rang 26) 618.141 - 953.722 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 2/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) - controleur (rang 26) 612.021 - 953.602 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.)

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 1bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 1bis.Voor de berekening van de anciënniteit in de weddenschaal verbonden aan de graad van controleur (rang 26) wordt de anciënniteit verworven in de weddenschaal 22/4 verbonden aan de geschrapte graad van eerste controleur (rang 22) geacht verworven te zijn in de weddenschaal verbonden aan de graad van controleur (rang 26)". HOOFDSTUK II Vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken Afdeling 1 - Organieke regeling.

Art. 3.§ 1 - Aan de graad van controleur (rang 26) wordt de weddenschaal 26 C verbonden. § 2 - De controleur die negen jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 26 K.

Art. 4.§ 1. Aan de graad van eerstaanwezend controleur (rang 28) wordt de weddenschaal 28 H verbonden. § 2. De eerstaanwezend controleur die ten minste zes jaar graadancinniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 28 J bekomen.

Art. 5.§ 1. Aan de graden van bibliothecaris (rang 26) en technisch assistent (rang 26) wordt de weddenschaal 26 E verbonden. § 2. De bibliothecaris en de technisch assistent die negen jaar graadanciënniteit hebben, bekomen de weddenschaal 26 H.

Art. 6.§ 1. Aan de graden van eerstaanwezend bibliothecaris (rang 28) en eerstaanwezend technisch assistent (rang 28) wordt de weddenschaal 28 C verbonden. § 2. De eerstaanwezend bibliothecaris en de eerstaanwezend technisch assistent die ten minste zes jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 28 D bekomen.

Art. 7.§ 1. Aan de graden van statisticus (rang 10) en inspecteur (rang 10) wordt de weddenschaal 10 A verbonden. § 2. De statisticus en de inspecteur die vier jaar graadanciënniteit hebben, bekomen de weddenschaal 10 B. § 3. De statisticus en de inspecteur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10 C bekomen.

Art. 8.§ 1. Aan de graden van statisticus-directeur (rang 13) en inspecteur-directeur (rang 13) wordt de weddenschaal 13 A verbonden. § 2. De statisticus-directeur en de inspecteur-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 13 B bekomen.

Art. 9.§ 1. Aan de graden van adjunct-technisch adviseur (rang 10) en geoloog (rang 10) wordt de weddenschaal 10 D verbonden. § 2. De adjunct-technisch adviseur en de geoloog die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10 E bekomen. § 3. De adjunct-technisch adviseur en de geoloog die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10 F bekomen.

Art. 10.§ 1. Aan de graden van technisch adviseur (rang 13) en geoloog-directeur (rang 13) wordt de weddenschaal 13 D verbonden. § 2. De technisch adviseur en de geoloog-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 13 E bekomen.

Art. 11.§ 1. Aan de graad van actuaris (rang 10) wordt de weddenschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10 E bekomen. § 3. De actuaris die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de hierna vermelde weddenschaal bekomen : 1.205.758 - 1.713.329 3/1 x 26.713 8/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 12.§ 1. Aan de graad van actuaris-directeur (rang 13) wordt de weddenschaal 13 C verbonden. § 2. De actuaris-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 13 D bekomen.

Art. 13.§ 1. Aan de graad van mijningenieur (afgeschafte graad - rang 10) wordt de weddenschaal 10 D verbonden. § 2. Aan de graad van mijningenieur-directeur (afgeschafte graad - rang 13) wordt de weddenschaal 13 D verbonden.

Art. 14.Aan de graad van industrieel adviseur (afgeschafte graad - rang 13) wordt de hierna vermelde weddenschaal verbonden : 1.481.802 - 2.069.521 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 15.Aan de graad van opdrachthouder (afgeschafte graad rang 15) wordt de weddenschaal 15 A verbonden. Afdeling 2 - Overgangsbepalingen

Art. 16.De wedde van de ambtenaren die krachtens het ministerieel besluit van 3 februari 1997 houdende regeling van sommige loopbanen in niveau 2+ en vereenvoudiging van de loopbanen in de niveaus 2, 3 en 4 bij het Ministerie van Economische Zaken, en het koninklijk besluit van 10 februari 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken die behoren tot niveau 1 en 2+, ambtshalve worden benoemd tot een nieuw opgerichte graad, wordt vastgesteld in de weddenschaal die overeenstemt met de weddenschaal van de opgerichte graad volgens de bij dit besluit gevoegde bijlage. 1° Administratief personeel.

Art. 17.In afwijking van artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van beambte, voorheen bekleed met de geschrapte graad van ponser-mechanograaf (rang 42) of eerstaanwezend beambte (specialiteit ponser - rang 43) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 519.421 - 609.071 3/1 x 4.342 2/2 x 6.042 10/2 x 6.454 (Kl. 18 j. - N.4 - G.A.)

Art. 18.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van catalograaf (afgeschafte graad - rang 30) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 509.968 - 663.056 3/1 x 5.595 5/2 x 7.775 6/2 x 10.655 2/2 x 16.749 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 2. In afwijking van artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend statistiekklerk (rang 32) of eerstaanwezend boekhoudingsklerk (rang 32) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 513.690 - 686.188 3/1 x 5.595 5/2 x 8.837 8/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 3. In afwijking van artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van intendant (rang 32) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 515.328 - 699.346 3/1 x 5.595 5/2 x 11.141 8/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 4. In afwijking van artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van rekenplichtige van de refter (rang 33) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal voor zover deze voordeliger uitvalt dan de weddenschaal 30 C : 509.390 - 681.888 3/1 x 5.595 5/2 x 8.837 8/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 5. In afwijking van artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van rekenplichtige van de refter 1ste klasse (rang 34) of intendant van de refter 1ste klasse (rang 34) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 609.309 - 817.573 3/1 x 8.733 4/2 x 10.655 10/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.)

Art. 19.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend statistiekklerk (rang 32) of eerstaanwezend boekhoudingsklerk (rang 32) en die op 1 januari 1994 krachtens het koninklijk besluit nr. 429 werd bezoldigd, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 553.922 - 888.391 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 11/2 x 24.907 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 2. In afwijking van artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend boekhoudingsklerk (rang 32) en die op 1 januari 1994 krachtens het koninklijk besluit nr. 429 werd bezoldigd, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 559.631 - 767.860 3/1 x 8.733 4/2 x 10.655 10/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.)

Art. 20.In afwijking van artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van opsteller (rang 20) en die op 1 januari 1994 krachtens het koninklijk besluit nr. 429 werd bezoldigd, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 612.021 - 953.602 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.)

Art. 21.In afwijking van artikel 6, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar van de ex-Dienst voor Nijverheidsbevordering benoemd tot de graad van bestuurschef, voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdsecretaris (afgeschafte graad - rang 25) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 794.373 - 1.160.861 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.909 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.)

Art. 22.§ 1. In afwijking van artikel 5, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van technisch assistent voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend scheikundige (rang 27), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 655.680 - 997.261 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) § 2. In afwijking van artikel 5, § 2, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van technisch assistent voorheen bekleed met de geschrapte graad van mijnmeter 1ste klasse (rang 28), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 742.995 - 1.109.493 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) § 3. In afwijking van artikel 5, § 2, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van technisch assistent voorheen bekleed met de geschrapte graad van mijnmeter 1ste klasse (rang 28) in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 801.887 - 1.168.375 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.)

Art. 23.In afwijking van artikel 6, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van eerstaanwezend technisch assistent voorheen bekleed met de geschrapte graad van mijnmeter-verificateur (rang 29), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 833.554 - 1.200.042 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 10/2 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.)

Art. 24.In afwijking van artikel 7, § 2, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van inspecteur voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend speciaal inspecteur (rang 11), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 920.817 - 1.416.817 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 25.In afwijking van artikel 8, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van inspecteur-directeur voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13) in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 26.In afwijking van artikel 13, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van mijningenieur (afgeschafte graad) voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend divisiemijningenieur (rang 12), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 1.259.187 - 1.766.758 3/1 x 26.713 8/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)EB

Art. 27.In afwijking van artikel 13, § 2, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van mijningenieur-directeur (afgeschafte graad) voorheen bekleed met de geschrapte graad van divisiedirecteur der mijnen (afgeschafte graad - rang 14), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 1.481.802 - 2.069.521 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 28.In afwijking van artikel 24, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van industrieel ingenieur-directeur voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 29.In afwijking van artikel 24, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van adviseur voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13), in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 30.§ 1. Aan de graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) wordt de weddenschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 10 E. § 3. Aan de graad van actuaris-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) wordt de weddenschaal 13 C verbonden. 3°Meesters-, vak- en dienstpersoneel.

Art. 31.In afwijking van artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van arbeider, voorheen bekleed met de geschrapte graad van magazijnbediende (afgeschafte graad - rang 41), werkman-justeerder (afgeschafte graad - rang 41), justeerder (afgeschafte graad - rang 41) of laboratoriumhelper (afgeschafte graad - rang 41) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 499.063 - 581.193 3/1 x 4.342 2/2 x 4.342 10/2 x 6.042 (Kl. 18 j. - N.4 - G.A.)

Art. 32.In afwijking van artikel 35, § 2, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van geschoold arbeider voorheen bekleed met de geschrapte graad van keukenmeester 1ste klasse (rang 44) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 603.877 - 693.527 3/1 x 4.342 2/2 x 6.042 10/2 x 6.454 (Kl. 18 j. - N.4 - G.A.)

Art. 33.In afwijking van artikel 35, § 2, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van geschoold arbeider, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste vakman A (rang 44) en die op 1 januari 1994 krachtens het koninklijk besluit nr. 429 werd bezoldigd, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 657.588 - 867.407 3/1 x 8.733 4/2 x 10.655 10/2 x 14.100 (Kl. 18 j. - N.4 - G.A.)

Art. 34.§ 1. In afwijking van artikel 36, § 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste amanuensis-technicus (rang 32) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 531.046 - 715.064 3/1 x 5.595 5/2 x 11.141 8/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.) § 2. In afwijking van artikel 36, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 34) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 657.588 - 867.407 3/1 x 8.733 4/2 x 10.655 10/2 x 14.100 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.)

Art. 35.In afwijking van artikel 36, § 5, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd tot de graad van werkmeester, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste constructeur van wetenschappelijke instrumenten (rang 35) en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 678.382 - 1.019.963 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.)

Art. 36.In afwijking van artikel 7 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende de bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, komen de diensten bepaald in artikel 14 van hetzelfde besluit, voor de ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle vóór 1 januari 1994 gepresteerde diensten, in aanmerking vanaf de leeftijd van 20 jaar, voor de ambtenaar die gerechtigd was op een schaal behorend en tot niveau 2 tot de klasse « 20 jaar » en die op 1 januari 1994 gerechtigd is op een schaal behorende tot niveau 2+. Afdeling 3 - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 37.Het koninklijk besluit van 21 februari 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Economische Zaken, wordt opgeheven.

Art. 38.Dit besluit heeft uitwerking op dezelfde datum als het koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Economische Zaken, met uitzondering van hoofdstuk I dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en ophoudt uitwerking te hebben met ingang van de datum van inwerkingtreding van de personeelsformatie van het Ministerie.

Art. 39.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

Bijlage OMZETTINGSTABEL VAN DE GESCHRAPTE GRADEN EN DE ERAAN VERBONDEN WEDDENSCHALEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Elio DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van begroting, H. VAN ROMPUY

^