Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 juni 1999
gepubliceerd op 16 juli 1999

Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 27, § 3, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1999002119
pub.
16/07/1999
prom.
01/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/01/1999002119/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JUNI 1999. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 27, § 3, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, inzonderheid op artikel 27, § 3, gewijzigd bij de wet van 3 december1997;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 april 1999;

Gelet op het protocol nr. 111/1 van 19 mei 1999 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de voorrang die de regering toekent aan de herverdeling van de arbeid, die in niet onaanzienlijke mate bijdraagt tot het creëren van betrekkingen;

Overwegende dat het, om de goede werking van de diensten niet te verstoren, belangrijk is dat zij zo snel mogelijk zouden ingelicht worden over het al dan niet verlengen van de twee maatregelen tot herverdeling van de arbeid, met name i.v.m. de verplichting om de ambtenaren te vervangen die voor een van deze twee maatregelen kiezen;

Overwegende dat, bovenop de verschillende vormen van deeltijdse arbeid die zijn vastgelegd bij het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, er dringend moet voor gezorgd worden de juridische grondslag te behouden opdat de genoemde personeelsleden het voordeel van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding kunnen genieten, twee maatregelen die op 31 december 1999 ten einde lopen;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 27, § 2, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, gewijzigd bij de wet van 3 december 1997, worden de woorden « 31 december 1999 » en de woorden « vanaf 1 januari 2000 » respectievelijk vervangen door de woorden « 31 december 2000 » en de woorden « vanaf 1 januari 2001 ».

Art. 2.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^