Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 april 2004
gepubliceerd op 06 mei 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2004002040
pub.
06/05/2004
prom.
01/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/01/2004002040/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003, en artikel 13, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 2002 en 11 september 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 maart 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat met ingang van 1 januari 2004 de nieuwe tewerkstellingsmaatregelen en de maatregelen betreffende de harmonisering van de vermindering van de werkgeversbijdragen ten gunste van sommige doelgroepen in werking treden; dat deze maatregelen ook geïmplementeerd worden voor de gerechtigden op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp en gelijktijdig in werking moeten treden; dat dit inhoudt dat zowel de doelgroepwerkgevers en -werknemers als de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zo vlug als mogelijk op de hoogte moeten gesteld worden van deze gewijzigde of nieuwe tewerkstellingsmaatregelen opdat ze optimaal zouden kunnen deelnemen aan en genieten van het vernieuwde werkgelegenheidsbeleid; dat dientengevolge onderhavig besluit dat uitvoering geeft aan een aldus vernieuwde tewerkstellingsmaatregel, dringend moet worden genomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder « werkgever » verstaan een werkgever op wie de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders van toepassing is. »

Art. 2.Artikel 4, 13°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 6.Wanneer een werkgever een rechthebbende aanwerft die minder dan 25 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de drieëntwintig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa ».

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.§ 1. Wanneer een werkgever een rechthebbende aanwerft die minstens 25 jaar en minder dan 45 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de vijftien daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de zesendertig kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste zeshonderdvierentwintig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel. § 2. Wanneer een werkgever een rechthebbende aanwerft die minstens 25 jaar en minder dan 45 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de drieëntwintig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de vierenvijftig kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste negenhonderdzesendertig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel. § 3. Wanneer een werkgever een rechthebbende aanwerft die minstens 25 jaar en minder dan 45 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de negentwintig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de negentig kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste duizend vijfhonderdzestig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel.».

Art. 5.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.Wanneer een werkgever een rechthebbende aanwerft die minstens 45 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de negentwintig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de zevenentwintig kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste vierhonderdachtenzestig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel.».

Art. 6.Artikel 8ter van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 8ter.Wanneer een werkgever, bedoeld in artikel 8bis, § 1, een rechthebbende aanwerft, bedoeld in artikel 8bis, § 2, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in afwijking van artikel 8, financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de drieëntwintig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de negen kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste honderdzesenvijftig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel, of in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de achttien kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste driehonderdentwaalf dagen, gerekend in het zesdagenstelsel.».

Art. 7.Artikel 9bis van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Indien het resultaat van de formule, bedoeld in het vorige lid, in een beschouwde kalendermaand meer dan 500 EUR bedraagt, is het bedrag van de maximale financiële tussenkomst die kan worden toegekend voor die beschouwde kalendermaand, gelijk aan 500 EUR. ».

Art. 8.Artikel 10ter van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10ter.Wanneer een werkgever, bedoeld in artikel 10bis, een rechthebbende aanwerft die jonger is dan 45 jaar, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in afwijking van de artikelen 6 en 7, financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de negenenvijftig daarop volgende kalendermaanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de zesendertig kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende ten minste zeshonderdvierentwintig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel. ».

Art. 9.Artikel 10quater van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10quater.Wanneer een werkgever, bedoeld in artikel 10bis, een rechthebbende aanwerft die minstens 45 jaar oud is, komt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, in afwijking van de artikelen 8 en 8ter, financieel tussen in de loonkost gedurende de maand van indiensttreding en de daarop volgende maanden voor zover de aangeworven werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de werknemer is op de dag van de indiensttreding gerechtigd op maatschappelijke integratie of houder van een werkkaart « Activa »;2° de werknemer is op de dag van de indiensttreding werkzoekende of houder van een werkkaart « Activa »;3° de werknemer is in de loop van de maand van indiensttreding of van de aanvraag van de werkkaart « Activa » en de negen kalendermaanden daaraan voorafgaand werkzoekende geweest gedurende tenminste honderdzesenvijftig dagen, gerekend in het zesdagenstelsel.».

Art. 10.In artikel 10quinquies van hetzelfde besluit worden in § 1 de woorden « 700 EUR » tweemaal vervangen door de woorden « 900 EUR » en worden in § 2 de woorden « 900 EUR » tweemaal vervangen door de woorden « 1.100 EUR ».

Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt in het eerste lid het woord « twaalf » vervangen door het woord « dertig » en wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « Telkens wanneer dezelfde werkgever dezelfde werknemer in dienst neemt voor wie het recht op een financiële tussenkomst volledig is uitgedoofd door toepassing van het vorige lid, begint een nieuwe periode van dertig maanden te lopen gedurende dewelke de werknemer geen recht op een financiële tussenkomst, bedoeld in dit besluit, kan doen gelden in het kader van een tewerkstelling bij die werkgever. ».

Art. 12.Artikel 12, tweede lid, van hetzelfde besluit, dat het derde lid zal vormen, wordt vervangen als volgt : « Het voordeel van de financiële tussenkomst, bedoeld in dit besluit, wordt niet toegekend voor een werknemer die door dezelfde werkgever terug in dienst genomen wordt binnen een periode van twaalf maanden na de beëindiging van de vorige arbeidsovereenkomst die gesloten was voor een onbepaalde duur, wanneer de werkgever voor deze werknemer en voor deze tewerkstelling genoten heeft van de voordelen van het koninklijk besluit van 27 december 1994 tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen of van de voordelen van artikel 58 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I) betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, tenzij deze arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur gesloten was in het kader van een doorstromingsprogramma in toepassing van het koninklijk besluit van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's. ».

Art. 13.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.De financiële tussenkomst, voorzien in dit besluit, kan in hoofde van de werkgever niet gecumuleerd worden met : - een andere financiële tussenkomst op grond van artikel 9 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie; - de toelage voorzien in de artikelen 36 en 37 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie; - een programma voor wedertewerkstelling zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; - een startbaanovereenkomst gesloten krachtens hoofdstuk VIII van titel II van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid.

De financiële tussenkomst, bedoeld in dit besluit, kan wel worden toegekend samen met de dienstencheque bedoeld in de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van de buurtdiensten en -banen.

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende : «

Art. 13bis.De financiële tussenkomst, voorzien in dit besluit, kan slechts worden toegekend voor zover de werknemer wordt aangeworven met een schriftelijke arbeidsovereenkomst die een contractueel voorziene normale uurregeling bevat. ».

Art. 15.Voor de werknemers, aangeworven vóór 1 januari 2004, die zonder onderbreking in dienst blijven na 31 december 2003, gelden de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan zoals van toepassing vóór 1 januari 2004.

Voor de werknemers, aangeworven vanaf 1 januari 2004 op wie de dertigmaandenregel van toepassing is, voorzien in artikel 12, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de loonkost van een gerechtigde op maatschappelijke integratie die wordt aangeworven in het kader van het Activaplan, wordt de duur van de toekenning van de financiële tussenkomst bepaald op basis van de bepalingen van het bovenvermeld koninklijk besluit van 11 juli 2002 zoals van toepassing vanaf 1 januari 2004 maar wordt de begindatum van deze periode vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, eerste lid, van het bovenvermeld koninklijk besluit van 11 juli 2002.

Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 17.Onze Minister bevoegd voor Werk en Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Minister van Maatschappelijke Integratie, Mevr. M. ARENA

^