FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

5 AUGUSTUS 2002. - Gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens. - Aanvulling

In het administratief luik van de gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 van 30 oktober 1995 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens worden volgende wijzigingen aangebracht : De voorlaatste zin van punt 4.4.6 wordt aangevuld met : « d) de federale politie, DGJ/DJB/Dienst wapens, Fritz Toussaintstraat 47 te 1050 Brussel. » Punt 4.6.3.e) wordt aangevuld met : « 4) aan de federale politie DGJ/DJB/Dienst wapens, Fritz Toussaintstraat 47 te 1050 Brussel. » Punt 4.7.2 wordt aangevuld met : « evenals aan de federale politie, DGJ/DJB/Dienst wapens, Fritz Toussaintstraat 47 te 1050 Brussel. » Punt 9.5 wordt vervangen door : « Wanneer een particulier een jacht- of sportwapen verkoopt aan een erkend persoon, moet deze laatste een bericht van overdracht (model 9) opstellen. Het origineel moet hij binnen de 8 dagen toesturen aan de lokale politie van zijn woonplaats, die de gegevens inbrengt in het CWR (dit betekent dat het wapen wordt vermeld als verkocht door de vroegere eigenaar, zelfs al was deze nog niet bekend in het CWR). Het roze blad behoudt hij en hij schrijft het wapen in in zijn register B. Het gele blad geeft hij aan de particulier. » Punt 11.3.2 wordt vervangen door : « De lokale politiediensten moeten, van zodra ze beschikken over een aansluiting op het CWR, de volgende informatie onmiddellijk on-line invoeren (zoniet : zie 11.6) : a) de vergunningen tot het voorhanden hebben van een verweerwapen, na de ontvangst van deel B ervan;b) de overdracht van een jacht- of sportwapen, na ontvangst van het model 9 dat door de overdrager binnen de 8 dagen moet worden toegestuurd;c) de tijdelijke bewaargeving van een wapen;d) bij inbeslagname of vrijwillige afstand van een vuurwapen wordt de informatie uitsluitend ingevoerd door de lokale politie van de woon- of verblijfplaats van de betrokkene.Indien er geen betrokkene bekend is, kan de informatie niet worden ingevoerd en moet de lokale politie van de plaats van inbeslagname een kopie van het model 10 bijhouden en een andere toezenden aan de federale politie, DGJ/DJB/Dienst wapens. e) bij diefstal, verlies of vernietiging van een verweer-, oorlogsjacht- of sportwapen wordt de informatie uitsluitend ingevoerd door de lokale politie van de woon- of verblijfplaats van de betrokkene.Werd de aangifte gedaan bij een andere politiedienst, dan moet deze binnen de 48 uur de bevoegde lokale politie in kennis stellen. » De tweede zin van punt 11.6 wordt vervangen door : « De lokale politiediensten hebben in principe via hun informaticanetwerk toegang tot het CWR. Zoniet moet de aanvraag tot aansluiting worden gedaan bij de Directie van de telematica (DST), departement netwerken, Fritz Toussaintstraat 47, te 1050 Brussel (service center : tel. 02-642 77 33, fax 02-642 77 34). De documenten moeten in afwachting daarvan worden bewaard en daarna zo spoedig mogelijk worden ingevoerd door de betrokken politiedienst. » In punt 14.2 wordt het derde lid vervangen door : « De in beslag nemende politiedienst moet binnen de 48 uur een kopie van het model 10 toesturen aan de lokale politie van de woon- of verblijfplaats van de betrokkene, die de gegevens on-line invoert in het CWR. Indien er geen betrokkene bekend is, kan de informatie niet worden ingevoerd en moet de lokale politie van de plaats van inbeslagname een kopie van het model 10 bijhouden en een andere toezenden aan de federale politie, DGJ/DJB/Dienst wapens. » Punt 14.3, laatste lid, wordt vervangen door : « Wanneer een andere politiedienst dan de lokale politie van de woonplaats van de bewaargever in dergelijke omstandigheden een model 10 opmaakt, moet hij er binnen de 48 uur een kopie van toezenden aan de bevoegde lokale politie, die de gegevens on-line invoert in het CWR. Dezelfde procedure dient te worden gevolgd in geval van latere wijzigingen (teruggave van het wapen,...) aangezien alleen de bevoegde lokale politie de gegevens kan invoeren. » In de overgangsmaatregelen in fine van de aanvulling van 20 juni 2002 op de gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 wordt het volgende toegevoegd aan het eerste lid : « Alvorens de kopie van de registers van de verzamelaars te versturen, moeten de lokale politiediensten controleren of deze registers voldoende gedetailleerd zijn ingevuld (categorie, type en model wapen, schietwijze inbegrepen !). Zoniet moet de verzamelaar eerst tot de orde worden geroepen. » Deze aanvulling treedt in werking op de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad .

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN