Etaamb.openjustice.be
Erratum van 14 december 2005
gepubliceerd op 06 februari 2006

Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder. - Erratum

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009061
pub.
06/02/2006
prom.
14/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2005. - Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder. - Erratum (1)


In het Belgisch Staatsblad van 23 december 2005, paginas 55488 tot 55496, wordt de tekst van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder vervangen als volgt : ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° « effecten » : - de aandelen, winstbewijzen, obligaties, warrants en certificaten uitgegeven door vennootschappen naar Belgisch recht overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen; - de effecten van schulden van de openbare sector als opgesomd in artikel 1 van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium; - alle andere effecten, uitgegeven door een persoon die onder Belgisch recht ressorteert, en die een financiële schuldvordering op de emittent belichamen. 2° « emittent » : de persoon die hoofdschuldenaar is van de in een effect belichaamde rechtenbundel.3° « gereglementeerde markt » : elke gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.4° « het gecoördineerd koninklijk besluit nr.62 » : het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd op 27 januari 2004. 5° « erkende rekeninghouder » : - de erkende rekeninghouders zoals bedoeld in artikel 468 e.v. van het Wetboek van vennootschappen; - de aangesloten leden zoals bedoeld in het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62; - de instellingen die rekeningen bijhouden bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium.

Voor de toepassing van deze wet wordt niet als een effect beschouwd : - handelseffecten; - obligaties aan toonder die uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of die beheerst worden door een buitenlands recht, tenzij voor de toepassing van artikel 4; - effecten als bedoeld in 1°, eerste lid, derde streepje, wanneer zij uitsluitend in het buitenland zijn uitgegeven of beheerst worden door een buitenlands recht, tenzij voor de toepassing van artikel 4. HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende afschaffing van de effecten aan toonder

Art. 3.§ 1. Vanaf 1 januari 2008, kunnen effecten door de emittent enkel nog uitgegeven worden in de vorm van effecten op naam of gedematerialiseerde effecten. § 2. Het effect, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, derde streepje, dat op basis van § 1 in gedematerialiseerde vorm wordt uitgegeven, wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij de emittent, een vereffeningsinstelling of bij een aangesloten lid, in de zin van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62.

Emittenten naar Belgisch recht die effecten aan toonder als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, derde streepje, hebben uitstaan, dienen tot en met 31 december 2007, hetzij met één van de vereffeningsinstellingen gedefinieerd in artikel 1, 1°, van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62, hetzij met één van de aangesloten leden zoals bedoeld in dit koninklijk besluit de nodige regelingen te treffen voor de aanhouding van de totale omloop van de uitgifte van dergelijke effecten, tenzij de emittent deze effecten zelf in bewaring neemt. Emittenten naar Belgisch recht die vanaf 1 januari 2008 soortgelijke effecten in gedematerialiseerde vorm willen uitgeven dienen voorafgaandelijk aan de uitgifte dezelfde schikkingen te treffen.

De betrokken emittent publiceert zo snel als mogelijk een kennisgeving die de door hem voor elke uitgifte van effecten aangewezen vereffeningsinstelling of aangesloten lid vermeldt. Die kennisgeving moet gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en één in het Frans, en desgevallend op de webstek van de emittent.

Indien de emittent een vennootschap is, moet de kennisgeving gedeponeerd worden bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft.

Art. 4.Vanaf 1 januari 2008 mogen effecten aan toonder, als bedoeld in artikel 2, die zijn ingeschreven op een effectenrekening, alsmede effecten aan toonder, uitgegeven in het buitenland, beheerst door een buitenlands recht, of uitgegeven door een buitenlandse emittent, in België niet feitelijk afgeleverd worden.

Deze bepaling is niet van toepassing op de levering van een individueel of verzameleffect aan een vereffeningsinstelling, een bewaarnemer of een andere instelling teneinde de immobilisering ervan te bewerkstelligen.

Art. 5.De volgende effecten aan toonder die op een effectenrekening zijn ingeschreven, worden op 1 januari 2008 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten : 1° effecten aan toonder, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, tweede en derde streepje;2° de effecten als bedoeld in artikel 460, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen, die op een gereglementeerde markt genoteerd zijn. Dezelfde effecten worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, eveneens automatisch gedematerialiseerd.

Geen enkele kost kan rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van de rekeninghouder worden gelegd voor de omzetting van rechtswege.

Art. 6.Vennootschappen naar Belgisch recht, wier effecten als bedoeld in artikel 460, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen, op een gereglementeerde markt genoteerd zijn, wijzigen voor 31 december 2007 hun statuten teneinde deze in overeenstemming te brengen met deze wet.

De aldus gewijzigde statuten dienen in het bijzonder te bepalen dat de reeds uitgegeven effecten, in de zin van artikel 460, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen, die aan toonder zijn en dewelke zich op een effectenrekening bevinden, bestaan in gedematerialiseerde vorm.

Bovendien dienen de betrokken vennootschappen voor 31 december 2007 met een erkende vereffeningsinstelling de nodige regelingen te treffen, teneinde het voorschrift van artikel 468, vierde lid, van het Wetboek van vennootschappen na te leven.

De betrokken vennootschap publiceert zo snel als mogelijk een kennisgeving die de door haar voor elke categorie van effecten aangewezen vereffeningsinstelling(en) vermeldt, tenzij voor een bepaalde categorie van effecten slechts één vereffeningsinstelling door de Koning is aangewezen. Die kennisgeving moet gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en één in het Frans, en desgevallend op de webstek van de vennootschap. De kennisgeving moet gedeponeerd worden bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft.

Art. 7.§ 1. Uiterlijk op 31 december 2013 vragen de rechthebbenden van effecten aan toonder, die zijn uitgegeven voorafgaand aan de bekendmaking van deze wet, en die niet zijn omgezet overeenkomstig artikel 5, hun omzetting aan in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten, binnen de beperkingen van de statutaire bepalingen of het rechtskader van de uitgifte. § 2. De omzetting in effecten op naam wordt aangevraagd bij de emittent. De aanvraag is slechts ontvankelijk indien de effecten waarvan de omzetting gevraagd wordt, worden overhandigd aan de emittent. De omzetting geschiedt door de inschrijving in de registers voorgeschreven door of krachtens de wet. De inschrijving in het register geschiedt binnen de vijf werkdagen vanaf de aanvraag. § 3. De omzetting in gedematerialiseerde effecten wordt aangevraagd bij een erkende rekeninghouder of bij de aangewezen vereffeningsinstelling. De aanvraag is slechts ontvankelijk indien de effecten waarvan de omzetting gevraagd wordt, worden overhandigd aan de erkende rekeninghouder of de vereffeningsinstelling. De omzetting geschiedt door inschrijving van de effecten op rekening.

De erkende rekeninghouder dient de effecten aan toonder, die hij ontvangt, zo snel als mogelijk na de ontvangst te deponeren bij de bevoegde vereffeningsinstelling, tenzij voor de gevallen bedoeld in artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen en artikel 17 van het gecoördoneerd koninklijk besluit nr. 62.

De erkende rekeninghouder moet de effecten aan toonder die hij ontvangt in toepassing van artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen zo snel als mogelijk na de ontvangst overhandigen aan de emittent teneinde de inschrijving overeenkomstig 475ter, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen te volbrengen.

De vereffeninginstelling dient de effecten aan toonder, die zij ontvangt, zo snel als mogelijk na de ontvangst te overhandigen aan de emittent teneinde de inschrijving overeenkomstig artikel 468, vierde lid, van het Wetboek van vennootschappen te volbrengen.

Art. 8.§ 1. Uiterlijk op 31 december 2012 vragen de rechthebbenden van effecten aan toonder, die zijn uitgegeven na de bekendmaking van deze wet en voor 1 januari 2008, en die niet zijn omgezet overeenkomstig artikel 5, hun omzetting aan in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten, binnen de beperkingen van de statuten of het rechtskader van de uitgifte. § 2. Artikel 7, § 2, is van toepassing op de omzetting in effecten op naam. § 3. Artikel 7, § 3, is van toepassing op de omzetting in gedematerialiseerde effecten.

Art. 9.Na afloop van de bij de artikelen 7 en 8 bepaalde termijnen, worden de effecten aan toonder, wier omzetting niet aangevraagd werd, van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten en worden zij door de emittent op een effectenrekening ingeschreven.

In afwijking van het eerste lid, kan de emittent beslissen tot de omzetting van de door hem uitgegeven effecten aan toonder in effecten op naam. Deze beslissing wordt genomen uiterlijk op de laatste dag van de omzettingstermijn voor de betrokken effecten. De effecten worden ingeschreven in het register van de effecten op naam binnen de maand volgend op de beslissing. Wanneer de emittent een vennootschap is, wordt de beslissing bekendgemaakt overeenkomstig artikel 75 van het Wetboek van vennootschappen.

Tot de rechthebbende zich bekend maakt en een inschrijving van de effecten op zijn naam verkrijgt, worden de omgezette effecten ingeschreven op naam van de emittent van de effecten. De kosten voor de opening en het houden van de rekening worden gedragen door de emittent.

De inschrijving van de effecten op naam van de emittent overeenkomstig dit artikel, verleent de emittent niet de hoedanigheid van eigenaar.

Art. 10.De uitoefening van elk recht, belichaamd in een effect aan toonder, wiens omzetting niet aangevraagd is overeenkomstig de bepalingen van deze wet, wordt opgeschort totdat een persoon, die rechtmatig zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, aanvraagt en verkrijgt dat zijn effecten worden ingeschreven op zijn naam in het register van effecten op naam of op een effectenrekening gehouden door de emittent, een erkend rekeninghouder of een vereffeningsinstelling.

Art. 11.§ 1. Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten, die genoteerd worden op een gereglementeerde markt en wier rechthebbende ongekend is, verkocht door de emittent op een gereglementeerde markt.

Deze verkoop heeft plaats na de voorafgaande bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en de andere in het Frans, van een bericht dat de tekst van deze paragraaf van dit artikel bevat en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op de effecten op te eisen. De verkoop kan pas na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de bekendmaking van het bericht, geschieden en geschiedt binnen de 3 daaropvolgende maanden.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels vastleggen van de in deze paragraaf voorziene verkoop.

De emittent kan op de opbrengst van de verkoop de kosten in mindering brengen die hij moest dragen voor het houden en voor het beheer van de effecten ingeschreven op een effectenrekening op zijn naam met toepassing van artikel 9 en voor de omzetting van rechtswege van de door hem uitgegeven effecten.

De opbrengsten die volgen uit de verkoop, na aftrek van de kosten bedoeld in het vierde lid, worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt. § 2. Vanaf 1 januari 2015 worden de niet op een gereglementeerde markt genoteerde effecten waarvan de rechthebbende zich niet heeft doen kennen, door de emittent te koop aangeboden.

Zulks zal geschieden na de voorafgaande bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en de andere in het Frans, van een bericht dat de tekst van deze paragraaf van dit artikel bevat en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op de effecten op te eisen.

Zulks kan slechts geschieden na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de bekendmaking van het bericht.

De emittent kan op de opbrengst van de verkoop de kosten in mindering brengen die hij moest dragen voor het houden en voor het beheer van de effecten ingeschreven op een effectenrekening op zijn naam met toepassing van artikel 9 en voor de omzetting van rechtswege van de door hem uitgegeven effecten.

De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels vastleggen van de in deze paragraaf voorziene verkoop.

De opbrengsten die volgen uit de verkoop, na aftrek van de kosten bedoeld in het derde lid, worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt. § 3. De persoon die de teruggave vraagt van de bedragen afkomstig van de verkoop bedoeld in §§ 1 en 2, of van de effecten bedoeld in § 4, die gedeponeerd zijn bij de Deposito- en Consignatiekas, is een boete verschuldigd, berekend per jaar achterstand vanaf 31 december 2015.

Het bedrag van deze boete is, per jaar achterstand, gelijk aan 10 % van het bedrag of van de tegenwaarde van de effecten die het voorwerp zijn van de vraag om teruggave.

Elk begonnen jaar wordt beschouwd als een volledig jaar voor het berekenen van het bedrag van de boete.

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wijze van berekening van de tegenwaarde van de effecten gestort overeenkomstig § 4, het bedrag van de kosten op te leggen aan de houder die de eis indient, alsmede de wijze waarop de boete bedoeld in dit lid wordt geïnd. § 4. De effecten die op 30 november 2015 niet overeenkomstig dit artikel verkocht zijn, worden door de emittent bij de Deposito- en Consignatiekas neergelegd.

Art. 12.§ 1. Bij het innen van deze boete deelt de Deposito- en Consignatiekas aan de publieke overheden de gegevens mee waarover ze beschikt, met betrekking tot de eigenaar die de teruggave heeft gevraagd van de bedragen die volgen uit de verkoop bedoeld in artikel 11. § 2. Bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepaalt de Koning de publieke overheden bedoeld in § 1 volgens en legt Hij de nadere regels vast volgens welke de mededeling bij de publieke overheden moet gebeuren.

Art. 13.§ 1. De Koning kan de wetten die bepalingen bevatten inzake de effecten aan toonder volledig of gedeeltelijk wijzigen en/of opheffen teneinde de overeenstemming ervan met deze wet te bewerkstelligen. § 2. Met betrekking tot de schuld van de Federale Staat, is de Koning gemachtigd om : 1° wijzigingen aan te brengen in de wetten en overeenkomsten van Belgisch recht die leningsovereenkomsten vormen die volledig of gedeeltelijk worden vertegenwoordigd door effecten aan toonder, teneinde de dematerialisering van deze leningen mogelijk te maken, uiterlijk op 31 december 2012 of 31 december 2013, naargelang van het geval;2° te voorzien in uitzonderingen op het bepaalde in artikel 3, § 1, ingeval : a) de bijzondere voorwaarden inzake de uitgifte van de lening ertoe leiden dat de opheffing van de effecten aan toonder die de lening belichamen, technisch onmogelijk is;of b) de leningen uitsluitend zijn uitgegeven in het buitenland of onder een stelsel van buitenlands recht. § 3. De andere publiekrechtelijke emittenten nemen in voorkomend geval alle maatregelen die nodig zijn om zich te gedragen naar de wet.

Art. 14.De overtreding van de artikelen 3, 4, 6 en 11, § 4, wordt gestraft met een geldboete van 200 tot 100.000 euro.

De voorschriften van het eerste boek van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijn van toepassing op de misdrijven die door dit artikel worden gestraft. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Wetboek van Vennootschappen

Art. 15.Artikel 453, eerste lid, 5°, van het Wetboek van Vennootschappen wordt vervangen als volgt : « 5° de vorm van de effecten als bedoeld in artikel 460, alsmede de bepalingen inzake omwisseling voor zover zij verschillen van die waarin de wet voorziet; ».

Art. 16.§ 1. In artikel 460 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Deze effecten zijn op naam of gedematerialiseerd.»; 2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « Obligaties die uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of die beheerst worden door een buitenlands recht kunnen evenwel de vorm aannemen van individuele of verzameleffecten aan toonder.».

Art. 17.Artikel 462 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «

Art. 462.- De eigenaars van effecten aan toonder of gedematerialiseerde effecten kunnen te allen tijde vragen dat deze op hun kosten worden omgezet in effecten op naam. »

Art. 18.In artikel 463 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De algemene vergadering van aandeelhouders kan beslissen dat het register wordt aangehouden in elektronische vorm.De Koning kan voorwaarden opleggen aan welke het elektronische register dient te voldoen. »; 2° het vroegere tweede lid, 3°, dat, het derde lid, 3°, is geworden, wordt vervangen als volgt : « 3° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen, indien de statuten het toelaten.»; 3° het vroeger derde lid, 4°, dat het vierde lid, 4°, is geworden vervangen als volgt : « 4° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van winstbewijzen op naam in gedematerialiseerde winstbewijzen voor zover de statuten omzetting toelaten;».

Art. 19.In artikel 466 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid luidende : « Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing op verzameleffecten die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling, in afwachting van het drukken van de effecten aan toonder die ze vertegenwoordigen.Het aantal effecten aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn. » 2° Met ingang van 1 januari 2014 worden het tweede en vierde lid opgeheven en wordt het zesde lid vervangen als volgt : « Het tweede lid is niet van toepassing op verzamelobligaties die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen.Het aantal obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn. ».

Art. 20.In artikel 468 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het gedematerialiseerde effect wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een vereffeningsinstelling of bij een erkende rekeninghouder.» 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « De Koning wijst per categorie van effecten de vereffeningsinstellingen aan die belast worden met de aanhouding van gedematerialiseerde effecten en de vereffening van transacties op dergelijke effecten.Hij erkent de rekeninghouders in België, op individuele wijze of op algemene wijze, per categorie van instellingen, naargelang van hun bedrijvigheid. » 3° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden : « De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is belast met het toezicht op de naleving door de erkende rekeninghouders van de regels bepaald door of krachtens deze afdeling.Voor de uitoefening van dit toezicht, voor het opleggen van administratieve sancties en voor het treffen van andere maatregelen ten overstaan van de erkende rekeninghouders maakt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen : 1° ten aanzien van kredietinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar worden toegekend door de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;2° ten aanzien van beleggingsondernemingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs;3° ten aanzien van verrekenings- en vereffeningsinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De daarmee overeenstemmende bepalingen die de niet-naleving van voornoemde bepalingen bestraffen zijn van toepassing. ».

Art. 21.In fine van boek VIII, titel III, hoofdstuk II, afdeling III van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 475bis ingevoegd, luidend : «

Art. 475bis.- De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de gedematerialiseerde effecten waarvan sprake in deze afdeling. ».

Art. 22.In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 475ter ingevoegd, luidend : «

Art. 475ter.- Tenzij voor effecten genoteerd op een gereglementeerde markt, gelden de bepalingen van deze afdeling voor gedematerialiseerde effecten, mits de titularis van een effectenrekening daarmee heeft ingestemd, ook zonder dat de rekeninghouder deze effecten moet storten bij de vereffeningsinstelling.

De rekeninghouder schrijft de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde effecten, per uitgifte van effecten, in op zijn naam in het register van de effecten op naam.

De gehele omloop van een uitgifte van gedematerialiseerde effecten van een emittent kan slechts op naam van één rekeninghouder in het register van de effecten op naam worden ingeschreven.

De boeking op rekening van effecten vestigt in dat geval een onlichamelijk recht van mede-eigendom op de universaliteit van effecten van dezelfde uitgifte die op naam van de rekeninghouder zijn ingeschreven in het register van effecten op naam. »

Art. 23.In artikel 478 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld als volgt : « De verzamelaandelen die, in afwachting van het drukken van de aandelen aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de aandelen aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen.»; 2° in § 1 worden het eerste tot het derde lid opgeheven;3° in § 2 vervallen de woorden « aan toonder ».

Art. 24.Artikel 486 van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met het volgende lid : « De verzamelobligaties die, in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen. »

Art. 25.In artikel 503, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de tweede zin van het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het kan hierbij gaan om certificaten op naam of om gedematerialiseerde certificaten.»; 2° de derde zin van het eerste lid vervalt;3° in de derde zin van het derde lid worden de woorden « effecten aan toonder » vervangen door de woorden « gedematerialiseerde effecten ».

Art. 26.In artikel 504, van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De overdracht van effecten op naam geschiedt door een verklaring van overdracht, ingeschreven in het register van de betrokken effecten en gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer of door hun gevolmachtigden. Indien het register in elektronische vorm wordt aangehouden, kan de verklaring van overdracht een elektronische vorm aannemen en ondertekend worden met een geavanceerde elektronische handtekening, afgeleverd op basis van een gekwalificeerd certificaat dat de identiteit van de overdrager en de overnemer vaststelt en is opgemaakt voor het veilig aanmaken van een elektronische handtekening, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving.

Het staat de vennootschap vrij een overdracht te erkennen en in het register in te schrijven, waarvan zij het bewijs vindt in de brieven of andere bescheiden waaruit de toestemming van de overdrager en van de overnemer blijkt. » 2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel 508, eerste lid, van hetzelfde Wetboek vervallen de derde en vierde zin.

Art. 28.Artikel 510, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : « De statuten, de authentieke akten betreffende de uitgifte van converteerbare obligaties of van warrants en alle andere overeenkomsten kunnen perken stellen aan de overdraagbaarheid, onder de levenden of bij overlijden, van aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen, van warrants of van alle andere effecten die recht geven op de verkrijging van aandelen, daaronder begrepen de converteerbare obligaties, de obligaties met voorkeurrecht of de in aandelen terugbetaalbare obligaties. »

Art. 29.In artikel 513 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, wordt de tweede zin opgeheven;2° in § 2, tweede lid, wordt de tweede zin vervangen als volgt : « De gedematerialiseerde effecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij er geen afstand van wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de emittent ingeschreven in het register van de effecten op naam.» 3° in § 2 wordt het derde lid opgeheven.

Art. 30.In artikel 536, tweede lid, van hetzelfde Wetboek vervallen de woorden « hetzij op grond van de neerlegging van de aandelen aan toonder, ».

Art. 31.In artikel 571, tweede lid, van hetzelfde Wetboek vervallen de woorden « hetzij op grond van de neerlegging van de obligaties aan toonder, ».

Art. 32.Artikel 651, 1° en 2°, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Diverse wijzigingen

Art. 33.§ 1. In het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 wordt artikel 2, eerste lid, vervangen door de volgende bepaling : « De Nationale Bank van België, de centrale depositaris en zijn aangesloten leden mogen onder het voordeel van de bepalingen van huidig besluit alle financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, van voornoemde wet van 2 augustus 2002 in deposito ontvangen, ongeacht of het gaat om gematerialiseerde of gedematerialiseerde effecten, effecten aan toonder, aan order of op naam, naar Belgisch of naar buitenlands recht, welke ook de vorm weze waaronder deze effecten volgens de op hen toepasbare wet worden uitgegeven. »

Art. 34.Hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een artikel 19, luidende : «

Art. 19.- De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de financiële instrumenten die onder het stelsel van dit besluit worden aangehouden. »

Art. 35.Artikel 1 van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, wordt vervangen als volgt : «

Art. 1.- De staatsschuld, de schuld van gemeenschappen, gewesten, provincies, gemeenten, andere openbare lichamen, openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en van de Nationale Bank van België alsook van andere personen die de Koning voor de toepassing van deze wet gelijkstelt met bovenvermelde personen van de openbare sector, is belichaamd in : 1° op naam gestelde inschrijvingen op een grootboek van de schuld van de emittent;2° gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt;3° individuele of verzameleffecten aan toonder, voor zover zij uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of beheerst worden door een buitenlands recht. Het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst bepaalt de vorm of vormen van de effecten waarin de schuld is belichaamd.

Indien het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst inzonderheid de vorm voorziet van gedematerialiseerde effecten, mogen de effecten van de lening slechts in die vorm op rekening geboekt worden en overgeschreven worden van rekening naar rekening. ».

Art. 36.In titel I, hoofdstuk I, van dezelfde wet wordt een artikel 13bis, ingevoegd, luidende : « De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld. ».

Art. 37.Onverminderd de bepalingen van deze wet, behouden de effecten aan toonder van overheidsschuld, die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel in omloop zijn, ten volle hun waarde en rechtsgeldigheid.

Art. 38.Artikel 1 § 1, derde lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, gewijzigd bij de wet van 4 april 1995, wordt vervangen als volgt : « De thesauriebewijzen en depositobewijzen belichamen een schuldvordering. Zij worden gecreëerd voor een bepaalde duur en hebben de vorm van effecten op naam of van gedematerialiseerde effecten, die uitsluitend op rekening zijn geboekt. ».

Art. 39.In artikel 7, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1995, worden de woorden « artikel 12, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 13bis ».

Art. 40.Artikel 7 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België wordt aangevuld met het volgende lid : « Artikel 8 van de wet van 15 december 2004 betreffende de financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten is van toepassing op de schuldvorderingen die de bank in pand neemt ter dekking van haar kredietoperaties. ».

Art. 41.In de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels worden de artikelen 19 en 35 opgeheven.

Art. 42.Artikel 8, § 3, van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen wordt vervangen als volgt : « § 3. Een zekerheid in de zin van dit artikel is ieder pand, cessie-retrocessieoperatie, eigendomsoverdracht tot zekerheid of elke analoge waarborg of ieder bijzonder voorrecht op alle realiseerbare activa (met inbegrip van geld en schuldvorderingen), beheerst door het Belgisch of een buitenlands recht, ten gunste van deelnemers of gesloten ten gunste van een centrale bank van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Centrale Bank voor hun centrale-bankoperaties met een tegenpartij. » HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 43.De artikelen 1 tot 15, 17, 18, 1°, 19, 1°, 20 tot 22, 23, 1°, 24, 26, 1°, 32, 33, 34, § 2, 36, 39 tot 42, treden in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De artikelen 16, 18, 2° en 3°, 19, 2°, 23, 2° en 3°, 25, 26, 2°, 27 tot 31, en 38, treden in werking op 1 januari 2014.

De artikelen 35 en 37 treden in werking op een door de Koning te bepalen datum.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : Doc 51 1974/ (2004/2005) 001 : Wetsontwerp. 002 : Amendementen. 003 : Verslag 004 : Tekst verbeterd door de Comissie. 005 : Tekst aangenomen in plenaire zitting en overgezonden aan de Senaat.

Zie ook : Integraal verslag : 17 november 2005.

Senaat : 3-1435/1 Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^