gepubliceerd op 25 januari 2011
Koninklijk besluit met betrekking tot vastgoedbevaks. - Erratum
7 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit met betrekking tot vastgoedbevaks. - Erratum
In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010, 2e editie, nr. 2010-4278, akte nr. 2010/03648, bladzijde 82410, dient men bij te voegen : ADVIES 48.884/2 VAN 24 NOVEMBER 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 29 oktober 2010 door de Vice-Eerste Minister een Minister van Financiën, verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « met betrekking tot vastgoedbevaks », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Algemene opmerking Verscheidene bepalingen van het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit strekken ertoe wetsbepalingen van toepassing te verklaren op de betreffende vastgoedbevaks, of, omgekeerd, van die bepalingen af te wijken.
Zo bijvoorbeeld verklaart artikel 26, eerste lid, van het ontwerp artikel 105 van het Wetboek van vennootschappen niet-toepasselijk op de openbare vastgoedbevaks, sluit artikel 50 toepassing van artikel 67, §§ 1 en 2, van de wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles uit, en verklaart artikel 61 de daarin opgesomde bepalingen van dezelfde wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten van toepassing op de institutionele vastgoedbevaks.
Naar het voorbeeld van de toelichting bij artikel 61 van het ontwerp, zou in het verslag aan de Koning voor elk van die bepalingen van het ontwerp de wettekst vermeld moeten worden die de Koning de bevoegdheid verleent die werkwijzen te hanteren, die afwijken van het gemeen recht. Het zou bijvoorbeeld met betrekking tot artikel 50 van het ontwerp moeten preciseren dat het zijn rechtsgrond haalt uit artikel 67, § 3, van de voornoemde wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten.
Bijzondere opmerkingen Dispositief Artikel 2 Luidens artikel 74, 1°, van de wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles wordt « de wijze waarop de inventariswaarde van de rechten van deelneming van de instelling voor collectieve belegging wordt berekend » bepaald bij koninklijk besluit uitgevaardigd na advies van de CBFA. Het ontworpen besluit bevat wat dat betreft in artikel 2, 19°, alleen de volgende definitie van de « netto-inventariswaarde : de waarde die wordt verkregen door het geconsolideerde nettoactief van de vastgoedbevak, na aftrek van de minderheidsbelangen, of, indien geen consolidatie plaatsvindt, het nettoactief op statutair niveau, te delen door het aantal door de vastgoedbevak uitgegeven aandelen, na aftrek van de eigen aandelen die, in voorkomend geval op geconsolideerd niveau, worden gehouden ».
De afdeling Wetgeving van de Raad van State vraagt zich derhalve af of de wijze van berekening van die netto-inventariswaarde aldus afdoende bepaald is, inzonderheid gezien de ontstentenis van preciseringen aangaande de uitdrukkingen « na aftrek van de minderheidsbelangen » en « na aftrek van de eigen aandelen die, in voorkomend geval op geconsolideerd niveau, worden gehouden ».
Het betreffende begrip zou nader omschreven moeten worden, of, indien het nader omschreven is in de geldende regelgeving, zou daarnaar verwezen moeten worden in het verslag aan de Koning. (1) In het verslag aan de Koning wordt met betrekking tot artikel 61 van het ontwerp verklaard dat deze bepaling uitgevaardigd is « met toepassing van artikel 110 van de wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten ». Artikel 8 Dat artikel bepaalt het volgende : «
Art. 8.Elk ontwerp tot wijziging van de statuten van de openbare vastgoedbevak moet vooraf aan de CBFA worden voorgelegd. Binnen twee weken na ontvangst van een volledig dossier geeft de CBFA aan de openbare vastgoedbevak kennis van haar goedkeuring of weigering van de voorgestelde wijziging. » Die kwesties zijn echter anders geregeld in artikel 45 van de voornoemde wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten, waarvan het tweede en het derde lid het volgende bepalen : « Elke wijziging in het beheerreglement of in de statuten moet vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de CBFA. De CBFA brengt haar beslissing binnen vijftien dagen na haar besluitvorming ter kennis van de instelling voor collectieve belegging met een ter post aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs.
Artikel 33, tweede tot vierde lid, is van toepassing op de beslissingen die de CBFA heeft genomen krachtens het tweede lid. » Dat artikel 33, tweede tot vierde lid, luidt zijnerzijds als volgt : « De Commissie neemt binnen drie maanden na indiening van een volledig dossier de in het eerste lid bedoelde beslissingen.
De in het eerste lid bedoelde beslissingen worden binnen vijftien dagen ter kennis gebracht van de aanvragers met een ter post aangetekende brief of een brief met ontvangstbewijs.
De instelling voor collectieve belegging kan, conform artikel 122, 21°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen sluiten, beroep instellen tegen de krachtens dit artikel genomen beslissingen van de CBFA tot weigering van een vergunning, goedkeuring of aanvaarding. » Artikel 8 van het ontwerp is niet verenigbaar met de toepassing van die wetsbepalingen en moet dus vervallen.
Artikel 11 Volgens de toelichting bij dat artikel in het verslag aan de Koning dat bij het ontwerp is gevoegd, is het eerste lid ervan zo gesteld dat de vastgoedbevak en de dochtervennootschappen daarvan vrijgesteld worden van de verplichting om het beheer van hun beleggingsportefeuille enkel toe te vertrouwen « aan een onderneming die onder prudentieel toezicht staat ».
Zoals daaraan herinnerd wordt in diezelfde toelichting, wordt die verplichting evenwel opgelegd bij artikel 41, § 1, 4°, van de voornoemde wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten, en machtigt het tweede lid van onderdeel 5° van dezelfde paragraaf de Koning niet om de beleggingsvennootschappen waarop Hij doelt daarvan vrij te stellen.
Wanneer artikel 11, eerste lid, van het ontwerp aldus wordt uitgelegd dat het zulk een vrijstelling van die wettelijke verplichting bevat, zoals zou moeten volgens de toelichting daarbij, is dit in strijd met artikel 41, § 1, 4°, van de wet van 20 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2004 pub. 09/03/2005 numac 2005003063 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles type wet prom. 20/07/2004 pub. 11/04/2008 numac 2008003129 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles - Erratum sluiten.
Artikel 13 Het is de afdeling Wetgeving van de Raad van State niet duidelijk hoe artikel 13, § 1, tweede lid, 4°, luidens hetwelk « de openbare inschrijvingsperiode (...) in dat geval minimaal drie beursdagen (moet) bedragen » te rijmen valt met de tweede zin van artikel 599 van het Wetboek van Vennootschappen : « In dat geval moet de inschrijvingstermijn tien dagen bedragen ».
Artikel 73 In het eerste lid moet vermeld worden dat het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks gewijzigd is bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000, 10 juni 2001 en 21 juni 2006 en moeten de woorden « op de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervallen.
Artikel 74 De eerste paragraaf moet vervallen, aangezien daarin de gemeenrechtelijke regel wordt overgenomen van artikel 4, tweede lid, van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen. (2) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling 138 en formules F 4 3 2 en F 4 3 3. (3) Ibid., aanbeveling 147.