gepubliceerd op 09 oktober 2018
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 55, § 2, 3°, van de wet van 25 februari 2018 tot oprichting van Sciensano. - Erratum
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
6 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 55, § 2, 3°, van de
wet van 25 februari 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
25/02/2018
pub.
21/03/2018
numac
2018011241
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
Wet tot oprichting van Sciensano
sluiten tot oprichting van Sciensano. - Erratum
In het Belgisch Staatsblad van 18 september 2018, akte nr. 2018/13755, blz. 72382, moeten de volgende correcties worden aangebracht: Volgende Verslag aan de Koning en advies van de Raad van State moeten worden ingevoegd: VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wordt genomen in uitvoering van artikel 108 van de Grondwet en artikel 55, § 2, 3°, van de
wet van 25 februari 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
25/02/2018
pub.
21/03/2018
numac
2018011241
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
Wet tot oprichting van Sciensano
sluiten tot oprichting van Sciensano (hierna de "wet").
De bestaansreden van dit besluit is de noodzaak om, met ingang van de oprichting van Sciensano, de bevoegdheid van Sciensano tot het nemen van personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte met betrekking tot personeelsleden ter beschikking gesteld door de Staat, vast te leggen met het oog op de rechtszekerheid en de continuïteit van de werking van de diensten die in Sciensano worden geïntegreerd.
Onder personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte worden beslissingen begrepen die rechtsgevolgen teweegbrengen of kunnen teweegbrengen voor een identificeerbaar personeelslid ter beschikking gesteld aan Sciensano, en waarbij het beslissingsproces met een zeker mate van appreciatie- of beoordelingsvrijheid gepaard gaat.
Onder de personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte worden geen loutere organisatorische maatregelen of zogenaamde maatregelen van inwendige orde gevat, die weliswaar feitelijke gevolgen kunnen hebben voor de invulling van een takenpakket van een personeelslid, doch geen rechtsgevolgen teweegbrengen. Dit betreffen immers maatregelen die worden genomen in het belang van de dienst en die betrekking hebben op de interne organisatie van de dienst of die de goede werking ervan moeten helpen verzekeren. Typische voorbeelden zijn een loutere herverdeling van de taken tussen alle personeelsleden met een bepaalde functie of de overplaatsing van een administratief assistent naar een andere plaats van tewerkstelling, maar met behoud van functie en salaris, om redenen die verband houden met de verdeling van de werklast over de aanwezige administratieve assistenten.
Sciensano kan dergelijke beslissingen nemen met betrekking tot het Staatspersoneel. Deze worden niet gevat door dit besluit.
Ook zogenaamde "declaratieve" personeelsbeslissingen, waarbij het personeelslid rechtstreeks en automatisch rechten put uit de wet, het personeelsstatuut of de personeelsreglementering, vallen niet onder het begrip " personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte ". Zo kan worden gedacht aan de functionele loopbaan inzake anciënniteitsopbouw of geldelijke anciënniteitsopbouw. Ook dergelijke beslissingen kunnen door Sciensano worden genomen met betrekking tot het Staatspersoneel. Deze vallen evenmin onder de toepassing van dit besluit.
Er werd rekening gehouden met het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State (advies 62.792/3 van 21 februari 2018). Waar dit uitzonderlijk niet is gebeurd, is dit hierna uitdrukkelijk en gemotiveerd weergegeven bij het desbetreffende artikel.
Het ontwerp werd, in tegenstelling tot wat de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies veronderstelt, niet voorgelegd aan de Ministerraad. Het ontwerp diende dan ook niet om die reden voor voorafgaand advies aan de Inspectie van Financiën te worden voorgelegd.
Artikel 2 van dit besluit strekt ertoe de domeinen op te sommen waarin Sciensano de bedoelde personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte kan nemen. Overeenkomstig artikel 55, § 2, 3°, tweede lid, van de wet maakt Sciensano de beslissing vervolgens ter informatie en (indien nodig) voor opvolging over aan de dienst van oorsprong.
De domeinen opgesomd in artikel 2 verwijzen naar de domeinen in hun gebruikelijke (administratief- dan wel arbeidsrechtelijke) betekenis, waarin er ten aanzien van statutair en contractueel te werk gestelde personeelsleden individuele beslissingen kunnen worden genomen door de werkgever.
Aangezien die bevoegdheid van Sciensano zowel betrekking heeft op contractueel als op statutair Staatspersoneel, worden in 11° zowel de tuchtregeling als sancties vermeld.
In antwoord op het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State (randnummer 8), wordt hier opgemerkt dat de vermelding in artikel 2, 12°, van dit besluit van het einde van de loopbaan als personeelslid van de Staat, betrekking heeft op het dienstverband bij de Staat, en niet op de terbeschikkingstelling aan Sciensano.
Bijgevolg is hier bewust een andere term gehanteerd dan de term "Staatspersoneel" zoals gedefinieerd in artikel 1, 3° van dit besluit.
Artikel 3 van het besluit, dat is genomen op grond van artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 55, § 2, 3°, van de wet van 25 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/02/2018 pub. 21/03/2018 numac 2018011241 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot oprichting van Sciensano sluiten tot oprichting van Sciensano, preciseert wat moet worden verstaan onder "in de plaats treden van". Dat Sciensano die beslissingen neemt in naam en voor rekening van de Staat, laat de toepassing van de bepalingen over de financiering van Sciensano, en de bevoegdheid van Sciensano tot de uitbetaling van de bezoldigingen van het Staatspersoneel onverlet.
De bevoegdheden die dit besluit aan Sciensano toekent, zijn dus niet de enige bevoegdheden van Sciensano met betrekking tot het Staatspersoneel. Tot de wettelijke bevoegdheden van Sciensano behoren het hiërarchische gezag van de algemeen directeur van Sciensano (artikel 55, § 2, 1° ), de mogelijkheid voor de algemeen directeur van Sciensano om een gemotiveerd advies uit te brengen aan de dienst van oorsprong over een personeelsbeslissing met individuele draagwijdte (artikel 55, § 2, 2° ), en de hoedanigheid van Sciensano als werkgever in de zin van de wetgeving in verband met welzijn op het werk (artikel 43).
Overeenkomstig artikel 4 van het besluit treedt het in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, gelet op het belang ervan voor de werking en de verantwoordelijkheden van Sciensano met betrekking tot de personeelsleden die aan haar ter beschikking zijn gesteld..
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars,
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 62.792/3 van 21 februari 2018 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 55, § 2, 3° van de wet tot oprichting van Sciensano' Op 22 januari 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 55, § 2, 3° van de wet tot oprichting van Sciensano'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 13 februari 2018. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jan SMETS en Jeroen VAN NIEUWENHOVE, staatsraden, Jan VELAERS en Bruno PEETERS, assessoren, en Astrid TRUYENS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Wendy DEPESTER, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo BAERT, kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 21 februari 2018. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe om uitvoering te geven aan artikel 55, § 2, 3°, van de wet `tot oprichting van Sciensano' (hierna: de Sciensanowet) (1) .In die bepaling wordt gesteld dat "[i]n de gevallen die door de Koning zijn vastgesteld (...) Sciensano van rechtswege in de plaats [kan] treden van de dienst van oorsprong om een personeelsbeslissing met individuele draagwijdte te nemen die betrekking heeft op een personeelslid dat door de Staat aan Sciensano ter beschikking is gesteld" en dat de beslissing ter informatie en voor opvolging aan de dienst van oorsprong moet worden medegedeeld. 3.1. De rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt in hoofdzaak geboden door artikel 55, § 2, 3°, van de Sciensanowet. 3.2. Voor artikel 4 van het ontworpen besluit dient de rechtsgrond te worden gezocht in artikel 108 van de Grondwet (de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning), gelezen in samenhang met de voormelde bepaling van de Sciensanowet. In die bepaling stelt de Koning immers niet de gevallen vast waarin Sciensano van rechtswege in de plaats kan treden van de dienst van oorsprong, maar regelt hij wel de gevolgen van die beslissingen door te bepalen dat Sciensano de betrokken beslissingen neemt "in naam en voor rekening van de Staat".(2) VORMVEREISTEN 4. De gemachtigde heeft verklaard dat het ontwerp niet voor voorafgaand advies is voorgelegd aan de Inspectie van Financiën. Krachtens artikel 14, 1°, a), van het koninklijk besluit van 16 november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole' was dit nochtans verplicht vermits het gaat om een ontwerp van ministerieel besluit dat aan de Ministerraad is voorgelegd.
ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 5. Gelet op wat hiervoor is opgemerkt over de rechtsgrond van het ontworpen besluit (opmerking 3.2), zal vooraan in de aanhef een verwijzing moeten worden toegevoegd naar artikel 108 van de Grondwet. 6. De leden van de aanhef waarin wordt verwezen naar het advies van de Raad van State en naar het protocol van de syndicale onderhandelingen, dienen van plaats te worden verwisseld. Artikel 1 7. Aangezien artikel 1 van het ontwerp slechts uit één paragraaf bestaat, dient de vermelding " § 1" te worden geschrapt. Artikel 2 8. Terwijl in artikel 1, 3°, van het ontwerp een definitie van `Staatspersoneel' is opgenomen en die term ook wordt gebruikt in de inleidende zin van artikel 2 van het ontwerp, wordt in artikel 2, 12°, gewag gemaakt van "personeelslid van de Staat".Het verdient aanbeveling om daar te schrijven "einde loopbaan als lid van het Staatspersoneel".
Artikel 3 9. Dat de bevoegdheid van Sciensano bedoeld in artikel 2 van het ontwerp enkel betrekking heeft op personeelsbeslissingen met individuele draagwijdte, blijkt reeds uit de rechtsgrondbepaling ("een personeelsbeslissing met individuele draagwijdte").Het staat niet aan de uitvoerende macht om dit in het ontworpen uitvoeringsbesluit te bevestigen. Artikel 3 van het ontwerp dient bijgevolg te vervallen.
Artikel 6 10. In artikel 6 van het ontwerp dienen de vierkante haakjes weggelaten te worden. De griffier, Astrid TRUYENS De voorzitter, Jo BAERT _______ Nota's (1) Het ontwerp van wet `tot oprichting van Sciensano' is op 18 januari 2018 in de plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen (Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2795/008), maar is op het ogenblik dat dit advies wordt gegeven, nog niet in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. (2) Dit spoort met wat is uiteengezet bij de parlementaire behandeling van het wetsontwerp (Parl.St. Kamer 2017-18, nrs. 54-2795/001 en 54-2796/001, 64, en nr. 54-2795/002, 10).