Etaamb.openjustice.be
Document van 30 april 2020
gepubliceerd op 07 mei 2020

Besluit van de Regering nr. 4 tot invoering van een subsidiegarantie en een liquiditeitsverhoging voor subsidieontvangers ter uitvoering van artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2020202116
pub.
07/05/2020
prom.
30/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/30/2020202116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 2020. - Besluit van de Regering nr. 4 tot invoering van een subsidiegarantie en een liquiditeitsverhoging voor subsidieontvangers ter uitvoering van artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020


VERSLAG AAN DE REGERING 1. ALGEMENE TOELICHTING Naar aanleiding van de gezondheidscrisis die door het coronavirus (COVID-19) is ontstaan, heeft het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap op 6 april 2020 het crisisdecreet 2020 aangenomen.Dat decreet voorziet in verscheidene maatregelen om ervoor te zorgen dat de overheden op het niveau van de gemeenten en de gemeenschap in staat zijn om te handelen. Op 27 april 2020 heeft het Parlement een crisisdecreet II aangenomen dat aanvullende maatregelen omvat om de economische gevolgen van de coronacrisis te beperken. Dat decreet bevat bijzondere maatregelen voor het werkgelegenheidsbeleid of de zorgberoepen en houdt daarnaast ook rekening met het aanbod en de diensten die door de Duitstalige Gemeenschap ondersteund of gesubsidieerd worden.

Zoals bekend zijn een groot aantal instellingen, organisaties, vzw's of soortgelijke instellingen - in het bijzonder in de non-profitsector - afhankelijk van subsidiëring door de Duitstalige Gemeenschap. Aan die subsidies zijn uiteraard kwantitatieve of kwalitatieve voorwaarden verbonden en in de regel kunnen die subsidies alleen worden uitbetaald als aan die voorwaarden wordt voldaan. Aangezien vele van die instellingen in de gegeven omstandigheden - vooral door de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken - een aantal van die voorwaarden niet zullen kunnen vervullen, zullen ze al snel in moeilijkheden geraken als er geen overgangsregeling komt om de toepassing van de subsidiëringsvoorwaarden te versoepelen.

Precies daarom krijgt de Regering bij artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 bijzondere bevoegdheden om zo snel en efficiënt mogelijk te kunnen handelen. Die worden bij dit besluit uitgeoefend.

Om de financiële gevolgen van de coronacrisis te beperken en de instellingen waarvan het economische voortbestaan gedeeltelijk op de helling staat, te ondersteunen, heeft de Regering besloten om de volgende financiële noodhulp te verlenen: - subsidiegarantie (artikel 1 van dit besluit) - liquiditeitsverhoging (artikel 2 van dit besluit) - coronahulpfonds voor ontvangstenverlies en extra uitgaven (artikel 7 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020) Hoewel op grond van spoedeisendheid dient te worden afgezien van een advies van de Raad van State, wordt een verslag aan de Regering opgemaakt en dit naar aanleiding van een aanbeveling van de Raad van State die gericht was aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: "Overeenkomstig artikel 3bis, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State worden koninklijke besluiten "die de van kracht zijnde wettelijke bepalingen kunnen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen" samen met het advies van de Raad van State, afdeling Wetgeving, en een verslag aan de Koning bekendgemaakt.

Deze bepaling is niet van toepassing op besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Toch is het zinvol om het te nemen besluit vergezeld te laten gaan van een verslag aan de regering, waarin de draagwijdte en de concrete gevolgen van de erin vervatte regeling nader worden toegelicht. Een dergelijke verduidelijking zal zowel de burger als de diensten van de uitvoerende macht te goede komen, alsook het Brussels Hoofdstedelijk Parlement wanneer het overeenkomstig artikel 4, § 2, van de ordonnantie van 19 maart 2020 moet overgaan tot de bekrachtiging ervan.

In het bijzonder kan in een dergelijk verslag worden ingegaan op hetgeen hierna wordt opgemerkt. Ook bepaalde overwegingen die nu in de aanhef van het ontwerp voorkomen kunnen in het verslag worden opgenomen." (Advies 67.146/1 van 27 maart 2020).

Aangezien die aanbeveling ook opgaat voor de Duitstalige Gemeenschap, gaat dit besluit ook vergezeld van een verslag aan de Regering. 2. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING Artikel 1 Dit artikel heeft betrekking op de subsidiegarantie.Door de annulering van openbare evenementen, het verbod op bepaalde activiteiten, de vereisten inzake 'social distancing' en de sluiting van instellingen staan heel wat organiserende instanties voor grote organisatorische en financiële uitdagingen. Geen enkele organiserende instantie die ondersteund wordt, mag, wat de subsidies betreft, nadeel ondervinden van de coronacrisis. Daarom zal de Duitstalige Gemeenschap de toegezegde subsidies garanderen.

Door de subsidieprocedures aan te passen, wordt er zekerheid gecreëerd voor de ondersteunde organisaties: - Reeds goedgekeurde subsidies worden gegarandeerd manier uitbetaald, als activiteiten en projecten als gevolg van de coronacrisis geannuleerd of uitgesteld moeten worden of als verenigingen hun activiteiten slechts beperkt of helemaal niet kunnen uitvoeren; - Voor alle activiteiten die als gevolg van de coronacrisis moeten worden geannuleerd, zijn alle kosten en verplichtingen die in verband met de activiteit zijn gemaakt of reeds zijn aangegaan, aanvaardbaar; - De gebruikelijke voorwaarden voor het ontvangen van subsidies zullen worden versoepeld daar waar dat op grond van de gevolgen van de coronacrisis noodzakelijk is. § 1 - Principe De subsidiegarantie kan worden toegepast, ongeacht of een subsidie wordt toegekend op basis van een decreet of wet binnen het bevoegdheidsterrein van de Duitstalige Gemeenschap, een reglementair besluit, een beheerscontract, een subsidieovereenkomst of een besluit met individuele draagwijdte.

Belangrijk daarbij is het principe dat de subsidiegarantie van toepassing is als voorwaarden voor de toekenning of uitbetaling van een aangevraagde subsidie niet kunnen worden vervuld als gevolg van de dringende maatregelen van de federale regering om de coronacrisis in te dijken. Dat kan ook de gevolgen van de coronacrisis op middellange en lange termijn omvatten. Het maakt niet uit of het gaat om een structurele subsidie, d.w.z. een subsidie voor personeels- en werkingskosten, dan wel om een niet-structurele subsidie (bijvoorbeeld voor een project, een voortgezette opleiding of een uitrustingsvoorwerp).

Voor de subsidiegarantie komen alleen situaties in aanmerking die zich vanaf 10 maart 2020 hebben voorgedaan. Als kan worden aangetoond dat de kosten of de terugloop van de activiteiten het gevolg zijn van de coronacrisis, kunnen die ook nog worden aangevoerd voor de periode na de afschaffing van de coronamaatregelen. § 2 - Controle De subsidiegarantie hoeft niet uitdrukkelijk te worden aangevraagd. De subsidiegarantie wordt van ambtswege toegepast tijdens de normale subsidiecontrole: Als wordt vastgesteld dat de subsidievoorwaarden niet kunnen worden vervuld, wordt onderzocht in hoeverre dit het gevolg is van de coronamaatregelen. Indien dit het geval is, wordt de subsidiegarantie toegepast.

Als het gaat om een subsidie die gestaafd moet worden door uitgaven, dan zijn alle uitgaven en verplichtingen die in verband met de activiteit zijn gemaakt of reeds zijn aangegaan, als bewijsstukken aanvaardbaar. Het spreekt voor zich dat alleen daadwerkelijk gemaakte uitgaven of daadwerkelijk aangegane verplichtingen in aanmerking worden genomen. Dit principe wordt alleen gerelativeerd in gevallen waarin de subsidies op basis van forfaitaire bedragen worden toegekend en de werkelijke uitgaven sowieso niet kunnen worden ingebracht.

De instellingen die structurele subsidies voor personeels- en werkingskosten ontvangen, bewijzen hun activiteiten niet alleen op basis van aanvaardbare uitgaven, maar moeten bovendien aan inhoudelijke, kwalitatieve en kwantitatieve vereisten voldoen. Dit zijn meestal instellingen uit de non-profitsector die belangrijke diensten verstrekken aan de Oost-Belgische bevolking. Om de openbare diensten van algemeen belang te blijven garanderen, besteedt de Regering bijzondere aandacht aan die organisaties. Daarom zal in de zomer een vroege tussentijdse evaluatie worden uitgevoerd om een eerste algemeen beeld te krijgen van de impact die de coronamaatregelen op de inhoud en de structuur van die organisaties heeft gehad. Deze tussentijdse evaluatie vormt de basis voor de beslissing over verdere maatregelen op lange en middellange termijn om de openbare diensten van algemeen belang te vrijwaren en de non-profitsector in stand te houden. De organisaties krijgen niet alleen deze vroege en bijzondere follow-up naar aanleiding van de coronacrisis; in 2021 zullen ze voorts het gebruikelijke activiteitenverslag niet hoeven in te dienen. § 3 - Neutralisering van het kalenderjaar 2020 via subsidies Paragraaf 3 van dat artikel voorziet in de neutralisering van het kalenderjaar 2020 via subsidies op twee bijzonder relevante gebieden. a) Personeelskosten: Met de financiële coronasteun wil de Duitstalige Gemeenschap in het bijzonder de werknemers beschermen en is zij bereid eventuele loonverliezen door middel van subsidies te compenseren. Voor bepaalde systeemrelevante sectoren, zoals de kinderopvang, garandeert de Duitstalige Gemeenschap de doorbetaling van de lonen van het personeel (zie het besluit van de Regering van 9 april 2020 tot beperking van de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor de kinderopvang). In sommige sectoren kan als gevolg van de federale coronamaatregelen of 'op grond van economische oorzaken' niet worden voortgewerkt. In die gevallen kan gebruik worden gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Als een werkgever het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het oorspronkelijke nettoloon in die omstandigheden uit eigen middelen compenseert, worden die uitgaven via de subsidieprocedures als aanvaardbare bewijzen erkend.

Het is aan de werkgever om te beslissen of die compensatievergoeding wordt betaald. De subsidieontvangers worden echter principieel aangemoedigd om gebruik te maken van de vormen van financiële steun van andere entiteiten, waaronder de tijdelijke werkloosheid.

Andere aanvullende premies worden niet geaccepteerd via de subsidieprocedures. b) Ondersteuningsperiodes: Op sommige bevoegdheidsgebieden van de Duitstalige Gemeenschap wordt meerjarensteun voor een vaste ondersteuningsperiode toegekend aan organiserende instanties die structureel gesubsidieerd worden.Voordat de Regering een dergelijke steun toezegt, doorlopen de aanvragers een procedure waarbij wordt gecontroleerd of ze in de voorgaande jaren aan bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve voorwaarden hebben voldaan. Voor die classificaties wordt het kalenderjaar 2020 geneutraliseerd, om ervoor te zorgen dat de gevolgen van de coronacrisis zich niet nog jarenlang laten voelen op het gebied van de subsidies.

Artikel 2 Dit artikel heeft betrekking op de verhoging van de liquiditeit.

Indien nodig kunnen organisaties waaraan de Duitstalige Gemeenschap een subsidie voor personeels- en werkingskosten betaalt, vragen dat de maandelijkse schijven voor het tweede kwartaal van 2020, d.w.z. april, mei en juni, in één keer worden betaald. Dat kan hen op korte termijn helpen om eventuele liquiditeitsproblemen op te lossen. Het gaat om de vooruitbetaling van reeds goedgekeurde subsidies.

Alle organisaties die door de Duitstalige Gemeenschap structureel gesubsidieerd worden, kunnen van die maatregel gebruik maken. Dit zijn alle organisaties en instellingen die binnen het bevoegdheidsterrein van de Duitstalige Gemeenschap actief zijn en in 2020 subsidies of dotaties voor werkingskosten en personeelskosten ontvangen voor die activiteiten.

Om de maandelijkse betaling in schijven voor april-juni in één keer te ontvangen, moet de aanvraag uiterlijk op 20 april 2020 worden ingediend; voor de betalingen in schijven mei-juni moet de aanvraag uiterlijk op 20 mei 2020 worden ingediend.

Artikel 3 Dit besluit wordt aangenomen op grond van 'bijzondere machten'.

Overeenkomstig artikel 5.1, § 3, van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020 moet het binnen zes maanden door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap bekrachtigd worden. Met het oog op een zo groot mogelijke transparantie wordt het besluit dan ook onmiddellijk na de aanneming ervan aan de voorzitter van het Parlement toegezonden.

Artikel 4 Dit artikel bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Om alle situaties die rechtstreeks verband houden met de coronacrisis te kunnen bestrijken, dient dit besluit terug te werken tot 10 maart 2020. Die terugwerkende kracht is noodzakelijk om de hierboven uiteengezette redenen en is toegestaan op grond van artikel 5.1, § 2, tweede lid, van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020.

Artikel 5 Dit artikel bevat de uitvoeringsbepaling van dit besluit.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH

30 APRIL 2020. - Besluit van de Regering nr. 4 tot invoering van een subsidiegarantie en een liquiditeitsverhoging voor subsidieontvangers ter uitvoering van artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020 De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikelen 11 tot 14;

Gelet op het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020, artikel 5.1, ingevoegd bij decreet van 27 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2020 pub. 07/05/2020 numac 2020202110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gewettigd door het feit dat de federale regering op 13, 18 en 23 maart 2020, alsook op 3 en 17 april 2020, op advies van de Nationale Veiligheidsraad, buitengewone maatregelen heeft genomen om het hoofd te bieden aan de gezondheidscrisis die door het coronavirus (COVID-19) is ontstaan; dat die maatregelen verstrekkende gevolgen hebben voor het maatschappelijk leven; dat de daarmee verbonden beperkingen ertoe leiden dat veel instellingen en organisaties die door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd worden, hun activiteiten moesten annuleren en hun werk niet in de geplande omvang kunnen handhaven; dat instellingen en organisaties uit verscheidene sectoren bijgevolg niet aan de subsidiëringsvoorwaarden kunnen voldoen; dat hun voortbestaan al snel in het gedrang komt als de toepassing van de subsidiëringsvoorwaarden niet onmiddellijk tijdelijk versoepeld wordt; dat dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Overwegende dat artikel 5.1 van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2020 pub. 07/05/2020 numac 2020202110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2020 sluiten, de Regering de mogelijkheid biedt om, op grond van bijzondere machten, alle nodige maatregelen te nemen om de voorwaarden, nadere regels en procedures voor de toekenning, staving, uitbetaling en controle van subsidies van de Duitstalige Gemeenschap aan te passen.

Op de voordracht van de Minister-President, bevoegd voor Begroting en Financiën;

Na beraadslaging, Besluit:

Artikel 1.§ 1 - Ongeacht alle andersluidende bepalingen en in afwijking van alle bepalingen in de decreten en wetten binnen het bevoegdheidsterrein van de Duitstalige Gemeenschap, reglementaire besluiten, beheerscontracten, subsidieovereenkomsten en besluiten met individuele draagwijdte waarbij subsidies worden toegekend en waarbij de subsidiëringsvoorwaarden, het doel, de staving en de nadere regels omtrent de controle van de subsidies worden vastgelegd, zullen de begunstigden een aangevraagde subsidie ontvangen, zelfs als ze niet aan de toekennings- en uitbetalingsvoorwaarden kunnen voldoen.

Het eerste lid is alleen van toepassing wanneer de begunstigde, als rechtstreeks gevolg van de epidemie of pandemie van het coronavirus (COVID-19) of de uitwerkingen ervan, één of meer voorwaarden voor de toekenning of uitbetaling van een aangevraagde subsidie niet kan vervullen. Alleen situaties die zich vanaf 10 maart 2020 hebben voorgedaan, komen daarvoor in aanmerking. § 2 - Of aan de voorwaarde bedoeld in § 1, tweede lid, wordt voldaan, wordt van ambtswege en met inachtneming van alle rechtsmiddelen uiterlijk op het volgende tijdstip gecontroleerd: 1° bij subsidies voor werkings- en personeelskosten die in het begrotingsjaar 2020 dienen te worden uitbetaald: uiterlijk op 31 augustus 2020, los van de mogelijkheid om een controle per kwartaal uit te voeren;2° bij alle andere subsidies: op de gewone controledatum zoals die is vastgelegd in de bepalingen die aan de subsidie ten grondslag liggen. De begunstigde dient spontaan of op aanvraag alle stukken in die in het kader van de controle als bewijsstuk gelden, in het bijzonder als de subsidie, volgens de bepalingen die aan de subsidie ten grondslag liggen, aan de hand van gedane uitgaven moet worden gestaafd. § 3 - Als de begunstigde in het kader van een meerjarensteun een subsidie voor werkings- en personeelskosten ontvangt en als die subsidie gedurende meerdere jaren gebonden is aan toekennings- en uitbetalingsvoorwaarden, dan wordt het begrotingsjaar 2020 geneutraliseerd.

Als de begunstigde een subsidie voor personeelskosten ontvangt en als die subsidie gebonden is aan een bepaald betrekkingenpakket, dan wordt het begrotingsjaar 2020 geneutraliseerd.

Art. 2.In afwijking van artikel 104, § 1, van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kan de ontvanger van subsidies voor werkings- en personeelskosten een vooruitbetaling van de twaalfden van het tweede kwartaal van 2020 aanvragen.

De aanvraag wordt zonder nadere formaliteiten ingediend en dit uiterlijk op de volgende datum: 1° uiterlijk op 20 april 2020 om de twaalfden voor de maanden april, mei en juni te ontvangen;2° uiterlijk op 20 mei 2020 om de twaalfden voor de maanden mei en juni te ontvangen.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 5.1, § 3, van het crisisdecreet 2020 van 6 april 2020 wordt dit besluit, onmiddellijk nadat het is aangenomen, overgezonden aan de voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 maart 2020.

In afwijking van het eerste lid treedt artikel 3 in werking op de dag dat dit besluit wordt aangenomen.

Art. 5.De ministers zijn, ieder wat haar of hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 30 april 2020.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, H. MOLLERS

^