Etaamb.openjustice.be
Document van 29 oktober 2021
gepubliceerd op 04 november 2021

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2021033748
pub.
04/11/2021
prom.
29/10/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19)


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, artikel 10.6.1, § 3, derde lid, en § 4, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2021 pub. 27/05/2021 numac 2021202303 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Crisisdecreet 2021 sluiten, en artikel 10.6.6, § 1, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Gelet op het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid ingegeven is door het feit dat in het overlegcomité van 17 september 2021 werd besloten dat er alleen nog een federale sokkel overblijft voor de preventiemaatregelen; dat de federale preventiemaatregelen sinds 1 oktober 2021 worden teruggeschroefd; dat de gemeenten van het Duitse taalgebied op 1 oktober 2021 het gebruik van het COVID Safe Ticket voor massa-evenementen hebben ingevoerd, alsook een maskerplicht in bepaalde sectoren; dat die maatregelen op 1 november 2021 verstrijken; dat de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied zorgwekkend blijft; dat het nemen van maatregelen bovenop de federale sokkel dringend noodzakelijk is om de volksgezondheid te beschermen, overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen en het maatschappelijk leven in veilige omstandigheden te hervatten; dat de deltavariant in het Duitse taalgebied dominant is (bijna 100% van de besmettingen) en dat deze variant besmettelijker is dan de alfa- en andere varianten; dat het virus zich daardoor nog sneller onder de bevolking verspreidt; dat de decretale rechtsgrondslag voor het nemen van dergelijke maatregelen op 29 oktober 2021 is aangenomen en in werking is getreden; dat het om die redenen ook dringend noodzakelijk is de test- en quarantainevoorschriften aan te passen aan de epidemiologische situatie;

Overwegende dat dit besluit bijgevolg zo snel mogelijk moet worden aangenomen;

Overwegende dat geen epidemische noodsituatie is afgekondigd overeenkomstig artikel 3, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie type wet prom. 14/08/2021 pub. 01/10/2021 numac 2021033169 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie;

Overwegende dat de Federale Staat op 26 oktober 2021 werd geraadpleegd over de maatregelen die in dit besluit zijn vervat;

Overwegende dat het Waals Gewest op 26 oktober 2021 werd geraadpleegd over de maatregelen die in dit besluit zijn vervat;

Overwegende dat de RAG op 15 oktober 2021 een evaluatie heeft gemaakt met toepassing van artikel 10.6.7, eerste lid, 2°, van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten en met toepassing van artikel 13bis van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende dat de zevendagenincidentie van nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) in het gehele Duitse taalgebied 619 per 100.000 inwoners bedraagt; dat de veertiendagenincidentie van nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) in het gehele Duitse taalgebied 897 per 100.000 inwoners bedraagt;

Overwegende dat de veertiendagenincidentie van nieuwe besmettingen in België 529 per 100.000 inwoners bedraagt; dat de incidentie in het Duitse taalgebied dus bijna tweemaal zo hoog is als in de rest van België; dat deze situatie reeds enige tijd aanhoudt zonder merkbare verbetering; dat de infectiecijfers zich derhalve op een zeer hoog niveau stabiliseren;

Overwegende dat de positiviteitsratio in het Duitse taalgebied 16,5% bedraagt, terwijl hij voor heel België gemiddeld bij 8% blijft; dat de positiviteitsratio in het Duitse taalgebied dus tweemaal zo hoog is als in de rest van België; dat ook die waarde al geruime tijd op hetzelfde niveau blijft;

Overwegende dat de zeer besmettelijke deltavariant van het coronavirus (COVID-19) in het Duitse taalgebied overheerst;

Overwegende dat het percentage volledig gevaccineerden in het Duitse taalgebied 66% van de totale bevolking bedraagt; dat de vaccinatiegraad in heel België met 74% beduidend hoger ligt dan in het Duitse taalgebied; dat het aantal toegediende vaccinaties in het Duitse taalgebied nauwelijks toeneemt; dat 34% van de bevolking in het Duitse taalgebied dus nog steeds niet gevaccineerd is en het coronavirus (COVID-19) kan oplopen; dat niet-gevaccineerden het risico lopen een ernstig verloop van de ziekte te krijgen;

Overwegende dat in de ziekenhuizen in het Duitse taalgebied momenteel 4 personen zijn opgenomen, waarvan 2 op de afdeling intensieve zorg; dat de plaatsen op de intensieve zorg in de ziekenhuizen in het Duitse taalgebied vol zijn; dat een van de twee ziekenhuizen in het Duitse taalgebied geen afdeling intensieve zorg heeft; dat de patiënten daardoor naar andere ziekenhuizen moeten worden overgebracht; dat het werkelijke aantal intensievezorgpatiënten uit het Duitse taalgebied dus hoger ligt;

Overwegende dat uit deze evaluatie blijkt dat de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied het gebruik van het COVID Safe Ticket in bepaalde sectoren rechtvaardigt om de verspreiding van het coronavirus (COVID-19) en de gevolgen daarvan te beperken;

Overwegende dat uit de GEMS-verslagen van 18 en 31 augustus 2021 blijkt dat in bars en restaurants enkele duidelijke risicofactoren zijn vastgesteld, zoals de langdurige aanwezigheid van mensen in dezelfde ruimte, vaak zonder passende ventilatie;

Overwegende dat soortgelijke risicofactoren ook bestaan bij culturele, recreatieve en feestelijke evenementen;

Overwegende dat er in de sector van het nachtleven, d.w.z. de discotheken, de laatste maanden verscheidene voorbeelden in andere Europese landen zijn geweest waaruit blijkt dat deze sector een bron van wijdverbreide besmetting met het coronavirus (COVID-19) kan zijn, aangezien er ook daar vaak onvoldoende ventilatie is, grote aantallen mensen gedurende lange tijd dicht bij elkaar zijn en elementaire veiligheidsmaatregelen nauwelijks in acht kunnen worden genomen;

Overwegende dat deze inschatting ook geldt voor activiteiten en evenementen in voorzieningen die behoren tot de feest- en cultuursector;

Overwegende dat sinds het uitbreken van de COVID-19-pandemie vaak infectieclusters zijn waargenomen in sport- en fitnessclubs, als gevolg van nauw contact tussen mensen, frequente verplaatsingen in dezelfde ruimte en verhoogde aërosol- en druppelvorming bij lichamelijke inspanning; dat dit met name het geval is bij sportwedstrijden waar veel toeschouwers aanwezig kunnen zijn;

Overwegende dat de COVID-19-gezondheidscrisis economische en sociale gevolgen heeft, wat betekent dat de toegang tot sociale en culturele evenementen mogelijk moeten blijven;

Overwegende dat het belangrijk is dat culturele inrichtingen openblijven en dat men culturele evenementen blijft aanbieden, aangezien ze de geestelijke gezondheid en het welzijn van de bevolking ten goede komen;

Overwegende dat het sociale leven zich ook afspeelt in discotheken, voorzieningen voor horeca-activiteiten en bij sportactiviteiten;

Overwegende dat bij het openen of openhouden van die sectoren echter rekening moet worden gehouden met de epidemiologische situatie in het Duitse taalgebied en in het bijzonder met de verspreiding van het coronavirus (COVID-19);

Overwegende dat het belang van de betrokken sectoren vanuit sociaal en economisch oogpunt vereist dat maatregelen worden genomen, die de opening van deze sectoren combineren met het voorkomen van het gezondheidsrisico dat verbonden is aan de overbezetting van ziekenhuisbedden door patiënten met een besmetting met het coronavirus (COVID-19);

Overwegende dat het om deze redenen raadzaam is preventieve maatregelen te nemen in de mate die strikt noodzakelijk is om de gezondheid te beschermen en overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen;

Overwegende dat de burgemeesters van het Duitstalige gebied politieverordeningen hebben uitgevaardigd die ook bindende preventiemaatregelen bevatten;

Overwegende dat de kans op besmetting het grootst is bij massa-evenementen, proef- en pilootprojecten, sportwedstrijden en alle activiteiten en evenementen in voorzieningen die behoren tot de feest- en cultuursector met minstens 50 personen binnen of minstens 200 personen buiten, fitnesscentra, voorzieningen voor horeca-activiteiten en discotheken; dat het raadzaam is het gebruik van het COVID Safe Ticket voor deze evenementen verplicht te stellen om het besmettingsgevaar tot een minimum te beperken en tegelijk dergelijke evenementen te laten plaatsvinden of dergelijke voorzieningen open te kunnen houden;

Overwegende dat, om de proportionaliteit van de bij dit besluit opgelegde maatregelen te handhaven, het gebruik van het COVID Safe Ticket niet wordt opgelegd voor alle in het decreet genoemde evenementen en voorzieningen; dat een uitzondering voor meeneemmaaltijden moet worden gemaakt voor 'voorzieningen voor horeca-activiteiten', aangezien het besmettingsrisico in dat geval uiterst beperkt is; dat ook een uitzondering wordt gemaakt voor interne verenigingsactiviteiten, aangezien het hier meestal gaat om mensen die hoofdzakelijk tot dezelfde contactbubbel behoren;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Regering van 21 januari 2021 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus (COVID-19), gewijzigd bij het besluit van 1 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste tot het vierde lid worden vernummerd tot § 1;2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2 - Onverminderd § 1 worden alle personen die in een gezin leven met een persoon bij wie een besmetting met het coronavirus (COVID-19) is vastgesteld of bij wie een arts een ernstig vermoeden heeft dat hij met het coronavirus (COVID-19) besmet is, beschouwd als personen met een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19).Ze moeten onmiddellijk: 1° op hun hoofdverblijfplaats of op een andere geschikte plaats in quarantaine gaan totdat de besmette persoon in hun gezin niet langer in afzondering hoeft te leven;2° nadat het verhoogde risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) bekend is, zich bij hun behandelend arts melden om zich te laten testen op het coronavirus (COVID-19). De personen vermeld in het eerste lid worden via een arts of via het overeenkomstig artikel 10.9 van het decreet opgerichte contactcentrum ervan op de hoogte gebracht dat ze een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus (COVID-19) lopen."

Art. 2.In artikel 3.5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 1 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste tot het derde lid worden vernummerd tot § 1;2° in § 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 3" vervangen door de woorden "artikel 3, § 1,"; 3° in § 1, tweede lid, worden de woorden "In dat geval worden de contactpersonen ook vrijgesteld van de verplichting om zich een tweede keer te laten testen." vervangen door de woorden "Onverminderd de vrijstelling van quarantaine bepaald in het eerste lid, moeten contactpersonen zich een tweede keer laten testen op de zevende dag na het contact met een besmette of vermoedelijk besmette persoon"; 4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2 - In afwijking van artikel 3, § 2, worden contactpersonen binnen eenzelfde gezin vanaf het tijdstip bepaald in het tweede lid vrijgesteld van de verplichting om in quarantaine te gaan, als ze aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze zijn sinds minstens twee weken na de besmetting van hun gezinslid in de zin van artikel 3.2, § 2, derde lid, volledig gevaccineerd met een vaccin dat door het Europees Geneesmiddelenagentschap is goedgekeurd; 2° ze laten zich, onmiddellijk nadat het contact bekend is, testen op een besmetting met het coronavirus (COVID-19). De vrijstelling van quarantaine geldt vanaf dat een negatief testresultaat voorligt. Onverminderd de vrijstelling van quarantaine bepaald in het eerste lid moeten contactpersonen zich een tweede keer laten testen op de zevende dag na het einde van de afzondering van hun besmette gezinslid. Als het testresultaat positief is, gelden de vereisten bepaald in artikel 1."

Art. 3.Artikel 3.6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 1 juli 2021, wordt vervangen als volgt: "Art. 3.6 - In afwijking van artikel 3 hoeven contactpersonen jonger dan 6 jaar alleen op het coronavirus (COVID-19) te worden getest als zij symptomen vertonen.

In afwijking van artikel 3, § 1, worden contactpersonen jonger dan 12 jaar vrijgesteld van quarantaine als ze zich, onmiddellijk nadat het contact bekend is, laten testen op een besmetting met het coronavirus (COVID-19) en als die test negatief is. Ze moeten zich een tweede keer laten testen op de zevende dag na het contact met een besmette of vermoedelijk besmette persoon."

Art. 4.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 25 maart 2021, 29 april 2021 en 1 juli 2021, wordt een hoofdstuk 2.1 ingevoegd, dat de artikelen 3.7 tot 3.8 omvat, luidende: "Hoofdstuk 2.1 - Gebruik van het COVID Safe Ticket"

Art. 5.In hoofdstuk 2.1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.7 ingevoegd, luidende: "Art. 3.7 - Het gebruik van het COVID Safe Ticket is verplicht voor de volgende voorzieningen, evenementen en projecten: 1° massa-evenementen;2° proef- en pilootprojecten;3° sportcentra, voor zover daar sportwedstrijden plaatsvinden met minimum 50 bezoekers binnen of minimum 200 bezoekers buiten;4° voorzieningen die behoren tot de cultuursector, voor zover daar activiteiten of evenementen plaatsvinden met minimum 50 bezoekers binnen of minimum 200 bezoekers buiten;5° voorzieningen die behoren tot de feestsector, voor zover daar activiteiten of evenementen plaatsvinden met minimum 50 bezoekers binnen of minimum 200 bezoekers buiten;6° fitnesscentra;7° voorzieningen voor horeca-activiteiten;8° discotheken. In afwijking van het eerste lid, 4°, is het COVID Safe Ticket niet van toepassing op personen die deelnemen aan interne verenigingsactiviteiten.

In afwijking van het eerste lid, 7°, is het COVID Safe Ticket niet van toepassing op personen die de voorziening voor horeca-activiteiten alleen betreden om hun maaltijd af te halen en deze maaltijd niet ter plaatse nuttigen."

Art. 6.In hoofdstuk 2.1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.8 ingevoegd, luidende: "Art. 3.8 - De bepalingen van dit hoofdstuk treden in werking op 1 november 2021.

Zij treden uit werking indien overeenkomstig artikel 10.6.3, § 1, tweede lid, van het decreet elk van de volgende drempelwaarden wordt onderschreden en de in 4° vermelde drempelwaarde wordt overschreden: 1° een incidentiewaarde van 100 nieuwe besmettingen met het coronavirus (COVID-19) per 100.000 inwoners gedurende 14 dagen; 2° een positiviteitsratio van 3%; 3° een bezettingsgraad van 4,5 patiënten per 100.000 inwoners wat betreft ziekenhuisbedden met patiënten die worden behandeld wegens een besmetting met het coronavirus (COVID-19) ; 4° een vaccinatiegraad van 80% op het niveau van de totale bevolking van het Duitstalige gebied. Onverminderd de toepassing van het tweede lid treden zij uiterlijk op 31 januari 2022 buiten werking."

Art. 7.Overeenkomstig artikel 10.6.8 van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie wordt de evaluatie van de Risk Assessment Group, evenals dit besluit, onmiddellijk na de aanneming ervan, overgezonden aan de voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 9.De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 29 oktober 2021.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS

^