gepubliceerd op 26 augustus 2013
Besluit van de Regering houdende erkenning van het getuigschrift inzake coördinatie van culturele en socio-culturele projecten, uitgereikt door instellingen voor volwassenenonderwijs
27 JUNI 2013. - Besluit van de Regering houdende erkenning van het getuigschrift inzake coördinatie van culturele en socio-culturele projecten, uitgereikt door instellingen voor volwassenenonderwijs
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
17/11/2008
pub.
30/12/2008
numac
2008033110
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs
sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs, artikel 6, tweede lid;
Gelet op advies 53.356/1 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Volwassenenvorming;
Na beraadslaging, Besluit : Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° decreet : het decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008033110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs;2° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;3° Ministerie : de bevoegde dienst van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;4° basiscompetenties : de vaardigheid om een project in al zijn facetten te ontwerpen en uit te voeren, analytische competentie, sociale competentie, methodische competentie en communicatieve vaardigheid. Voorwaarden
Art. 2.Getuigschriften die een instelling voor volwassenenonderwijs ter bekrachtiging van een opleiding inzake coördinatie van culturele en socio-culturele projecten uitreikt, kan de Regering erkennen indien : 1° de instelling voor volwassenenonderwijs de opleiding overeenkomstig artikel 3 heeft aangemeld;2° de instelling voor volwassenenonderwijs de deelnemers duidelijk en begrijpelijk meedeelt welke leerresultaten via de opleiding moeten worden bereikt;3° de instelling voor volwassenenonderwijs voor pedagogische begeleiding zorgt;4° tijdens de opleiding basiscompetenties voor het leiden van projecten in culturele en socioculturele instellingen worden aangeleerd;5° de opleiding 500 lestijden theorie en ten minste 200 lestijden praktijk omvat;6° degene die het getuigschrift krijgt, een eindwerk heeft geschreven;7° de opleiding overeenkomstig artikel 5 geëvalueerd wordt;8° degene die het getuigschrift krijgt, geslaagd is voor de gevolgde opleiding. Aanvraag
Art. 3.Indien een instelling voor volwassenenonderwijs een opleiding inzake coördinatie van culturele en socio-culturele projecten organiseert die bekrachtigd wordt door een getuigschrift, dan moet ze uiterlijk 60 dagen voor het begin van de opleiding bij de Regering een aanvraag indienen die de volgende gegevens bevat : 1° benaming van de opleiding;2° doelstelling van de opleiding;3° motivering waarin wordt vermeld welk nut de opleiding voor de doelgroep heeft;4° beoogde leerresultaten voor de deelnemers;5° aantal personen die tot de opleiding worden toegelaten en profiel van die personen;6° gedetailleerd programma, met vermelding van de duur van de opleiding, de plaats waar de opleiding wordt gegeven, de begindatum en de einddatum van de opleiding;7° beschrijving van de leerinhoud en de leermethoden;8° beschrijving van het evaluatieproces, met inbegrip van de effectindicatoren;9° bepalingen bij wraking van leden van de in artikel 5 vermelde evaluatiecommissie;10° de stemmingsprocedure van de in artikel 5 vermelde evaluatiecommissie;11° beschrijving van het kwaliteitsborgingsproces;12° maatregelen die genomen zijn om de deelnemers pedagogisch te begeleiden;13° curriculum vitae van de personen die belast zijn met de pedagogische begeleiding. Procedure
Art. 4.Het Ministerie toetst of de in artikel 3 vermelde aanvraag voldoet aan de voorwaarden die in artikel 2 worden gesteld en deelt de aanvragende instelling voor volwassenenonderwijs vóór het begin van de geplande opleiding mee of die opleiding mag worden georganiseerd.
Evaluatie
Art. 5.De instelling voor volwassenenonderwijs stelt een evaluatiecommissie in die uit ten minste drie leden bestaat. De evaluatiecommissie vergelijkt voor elke deelnemer de bereikte leerresultaten met de beoogde leerresultaten en evalueert de verworven competenties.
In het evaluatieverslag evalueert de commissie ten minste : 1° de aanwezigheid van de personen die aan de opleiding deelnemen en 2° de praktische toepassing van de gegeven theorie. Om te toetsen of de voorwaarde gesteld in het tweede lid, 2°, vervuld is, baseert de evaluatiecommissie zich op het eindwerk bedoeld in artikel 2, 6°.
Ondertekening van het getuigschrift
Art. 6.Binnen dertig dagen na de beslissing van de evaluatiecommissie bezorgt de instelling voor volwassenenonderwijs de getuigschriften ter bekrachtiging van een opleiding en een kopie van de in artikel 5, tweede lid, genoemde evaluatieverslagen aan het Ministerie.
De bevoegde minister ondertekent de getuigschriften en eerst daarna worden ze aan de cursisten bezorgd.
Inwerkingtreding
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013.
Eupen, 27 juni 2013.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, Mevr. I. WEYKMANS