gepubliceerd op 31 mei 2017
Besluit van het Directiecomité van de Nationale Bank van België betreffende de overdracht van bevoegdheden inzake overheidsopdrachten
23 MEI 2017. - Besluit van het Directiecomité van de Nationale Bank van België betreffende de overdracht van bevoegdheden inzake overheidsopdrachten
Het Directiecomité, Gelet op de
wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
22/02/1998
pub.
28/03/1998
numac
1998003158
bron
ministerie van financien
Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna "de Bank"), artikel 19;
Gelet op de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2013 pub. 21/06/2013 numac 2013203640 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2011 pub. 09/08/2011 numac 2011021058 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren sluiten plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van 17 januari 2017 van het Directiecomité van de Bank betreffende de overdracht van bevoegdheden inzake overheidsopdrachten;
Overwegende dat bepaalde bevoegdheden binnen het Directiecomité van de Bank werden herschikt, Besluit :
Artikel 1.De bevoegdheid om een overheidsopdrachtenprocedure in te zetten: a) wordt door het Directiecomité verleend door de goedkeuring van het budget, aan de betrokken Dienst- en Departementchefs; b) wordt, indien geen budget voorzien is of indien het goedgekeurde budget ontoereikend is, verleend aan: i) de betrokken Departementchef of Chef van een autonome dienst, voor zover het geraamde bedrag of de geraamde budgetoverschrijding lager ligt dan 30.000 EUR; ii) de individuele leden van het Directiecomité na gunstig advies van de Chef van de dienst Strategie en Organisatie, voor zover het geraamde bedrag of de geraamde budgetoverschrijding lager ligt dan 209.000 EUR.
Art. 2.De bevoegdheid om de gunningswijze te kiezen, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen voor opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan 209.000 EUR; b) de bevoegde directeur.
Art. 3.De bevoegdheid om het bestek vast te stellen, om kandidaten te selecteren of uit te sluiten, om inschrijvers te weren, om offertes onregelmatig te verklaren en om beslissingen te nemen met betrekking tot onderhandelingsfases, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen na advies van de betrokken Dienst- of Departementchef, voor opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan 209.000 EUR; b) de bevoegde directeur.
Art. 4.De bevoegdheid om te voldoen aan de bekendmakings- en transparantieverplichtingen, om af te zien van het plaatsen van een opdracht, evenals om kandidaatstellingen en offertes te openen wordt verleend aan de Chef van de Dienst Aankopen.
Art. 5.De bevoegdheid om de opdracht te gunnen, voor zover het door het Directiecomité goedgekeurde budget toereikend is, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 30.000 EUR en voor zover het geraamde bedrag niet overschreden is; b) de Chef van de Dienst Aankopen na advies van de betrokken Dienst- of Departementchef, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 85.000 EUR en voor zover het geen onderhandelingsprocedure betreft waarbij slechts één kandidaat geraadpleegd werd en voor zover het geraamde bedrag niet overschreden is; c) de Chef van de Dienst Aankopen samen met de betrokken Dienst- of Departementchef, voor opdrachten: i) waarvan het bedrag lager ligt dan 85.000 EUR en waarbij slechts één kandidaat geraadpleegd werd indien het een onderhandelingsprocedure betreft of waarbij het geraamde bedrag overschreden is; ii) waarvan het bedrag lager ligt dan 209.000 EUR en voor zover het geraamde bedrag niet overschreden is; d) de bevoegde directeur, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 209.000 EUR en waarbij het geraamde bedrag overschreden is en voor opdrachten waarvan het bedrag minstens 209.000 EUR bedraagt.
Art. 6.De bevoegdheid om de opdracht te gunnen, voor zover het geraamde bedrag of de geraamde budgetoverschrijding die werd toegestaan overeenkomstig artikel 1, b), niet overschreden wordt, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 30.000 EUR; b) de Chef van de Dienst Aankopen na advies van de betrokken Dienst- of Departementchef, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 85.000 EUR en voor zover het geen onderhandelingsprocedure betreft waarbij slechts één kandidaat geraadpleegd werd; c) de Chef van de Dienst Aankopen samen met de betrokken Dienst- of Departementchef, voor opdrachten: i) waarvan het bedrag lager ligt dan 85.000 EUR en waarbij slechts één kandidaat geraadpleegd werd indien het een onderhandelingsprocedure betreft; ii) waarvan het bedrag lager ligt dan 209.000 EUR; d) de bevoegde directeur, voor opdrachten waarvan het bedrag minstens 209.000 EUR bedraagt.
Art. 7.De bevoegdheid om de opdracht te gunnen waarvoor het door het Directiecomité goedgekeurde budget ontoereikend is of waarvoor het geraamde bedrag of de geraamde budgetoverschrijding die werd toegestaan overeenkomstig artikel 1, b), overschreden wordt, wordt verleend aan de bevoegde directeur, voor zover de budgetoverschrijding lager ligt dan 209.000 EUR.
Art. 8.De bevoegdheid om niet-naleving van de opdracht vast te stellen en om maatregelen van ambtswege of andere maatregelen in het kader van de uitvoering van de opdracht te nemen, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen, in voorkomend geval op voorstel van de leidende ambtenaar, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 30.000 EUR; b) de Chef van de Dienst Aankopen, in voorkomend geval op voorstel van de betrokken Dienst- of Departementchef.
Art. 9.De bevoegdheid om de opdracht te wijzigen of te beëindigen, wordt verleend aan: a) de Chef van de Dienst Aankopen op voorstel van de leidende ambtenaar, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 30.000 EUR; b) de Chef van de Dienst Aankopen samen met de betrokken Dienst- of Departementchef.
Art. 10.De bevoegdheid inzake opleveringen wordt verleend aan: a) de leidende ambtenaar, voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 30.000 EUR; b) de betrokken Dienst- of Departementchef.
Art. 11.De bevoegdheid om een dading te treffen: a) wordt, voor zover het gegunde bedrag daarmee niet overschreden wordt, verleend aan: i) de Chef van de Dienst Aankopen samen met de betrokken Dienst- of Departementchef voor opdrachten waarvan het bedrag lager ligt dan 209.000 EUR; ii) de bevoegde directeur; b) wordt, voor zover het gegunde bedrag daarmee overschreden wordt, verleend aan: i) de Chef van de Dienst Aankopen samen met de betrokken Departementchef of Chef van de autonome dienst, voor zover deze overschrijding minder dan 30.000 EUR bedraagt; ii) de individuele leden van het Directiecomité, na gunstig advies van de Chef van de dienst Strategie en Organisatie, voor zover deze overschrijding minder dan 209.000 EUR bedraagt.
Art. 12.De bevoegdheid om een borgtocht in te houden en een gestelde borgtocht geheel of gedeeltelijk vrij te geven wordt verleend aan de Chef van de Dienst Aankopen op voorstel van de betrokken Dienst- of Departementchef.
Art. 13.Voor de toepassing van dit besluit is "de bevoegde directeur" de heer Vincent Magnée, lid van het Directiecomité van de Nationale Bank van België. Voor de opdrachten waarbij de leidende ambtenaar een personeelslid is van een departement of dienst die ressorteert onder de bevoegdheid van de heer Magnée, is zijn handtekening enkel rechtsgeldig indien ze vergezeld gaat van de handtekening van een ander lid van het Directiecomité van de Nationale Bank van België.
Art. 14.De personen vermeld in de voorgaande artikelen kunnen zich, bij hun afwezigheid, laten vervangen door een werknemer of een lid van het Directiecomité van de Bank door hen daartoe aangeduid, zonder deze vervanging tegenover derden te moeten rechtvaardigen.
Art. 15.Het bedrag van 30.000 EUR vermeld in de voorgaande artikelen stemt op het moment dat dit besluit genomen is overeen met het bedrag waaronder de algemene uitvoeringsregels slechts gedeeltelijk verplicht van toepassing zijn (artikel 5, § 3 van het in de aanhef vermelde koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten).
Het bedrag van 85.000 EUR vermeld in de voorgaande artikelen stemt op het moment dat dit besluit genomen is overeen met het bedrag waaronder de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking kan gevoerd worden (overeenkomstig artikel 26, § 1, 1°, a, van de in de aanhef vermelde wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten iuncto artikel 105, § 1, 2°, van het in de aanhef vermelde koninklijk besluit van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2011 pub. 09/08/2011 numac 2011021058 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren sluiten).
Het bedrag van 209.000 EUR vermeld in de voorgaande artikelen stemt op het moment dat dit besluit genomen is overeen met het bedrag van overheidsopdrachten voor leveringen en diensten waarbij de Europese bekendmakingsverplichtingen gelden (overeenkomstig artikel 32, eerste lid, 2° en 3° van het in de aanhef vermelde koninklijk besluit van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2011 pub. 09/08/2011 numac 2011021058 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren sluiten).
Indien deze bedragen ten gevolge van reglementaire aanpassingen zouden wijzigen, worden deze aanpassingen eveneens toegepast op de bedragen vermeld in dit besluit.
Art. 16.Dit besluit laat de door het Directiecomité vastgestelde regels van interne bevoegdheidsverdeling onverlet.
Art. 17.De in dit besluit vermelde bedragen zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2017 en vervangt het besluit van 17 januari 2017 van het Directiecomité van de Bank betreffende de overdracht van bevoegdheden inzake overheidsopdrachten.
Brussel, 23 mei 2017.
Voor het Directiecomité: De Gouverneur, J. SMETS