Etaamb.openjustice.be
Document van 19 juli 2002
gepubliceerd op 15 november 2002

Geschilberaadslaging van de Vlaamse regering

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036411
pub.
15/11/2002
prom.
19/07/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2002. - Geschilberaadslaging van de Vlaamse regering


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 4, 11° tot 16°, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op artikel 14 van de Wet van het Rekenhof van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 88;

Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2001 tot regeling van de begrotingscontrole;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2001 houdende toekenning van projectsubsidies aan de Centra voor Leerlingenbegeleiding;

Overwegende dat de belanghebbende Centra voor Leerlingenbegeleiding inmiddels de weerhouden projecten hebben opgestart en derhalve de financiële middelen, voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2001 dringend aan deze Centra moeten worden gestort;

Aangezien het Rekenhof weigert de uitbetaling van de bedoelde subsidies te viseren ingevolge het ontbreken van de decretale rechtsgrond voor de toekenning van de projectsubsidies;

Overwegende dat de voor de regularisatie van de uitgave vereiste decreetswijziging werd opgenomen in het ontwerpdecreet betreffende het onderwijs-XIV;

Overwegende dat meerdere CLB-centra die als penvoerende instantie van een project fungeren in liquiditeitsproblemen komen;

Overwegende dat op de projectsubsidies personeelskosten worden betaald waardoor een uitstel van betaling niet tot de mogelijkheden behoort voor de CLB-centra;

Overwegende dat de subsidiebedragen voor de projecten procentueel hoog liggen in verhouding tot de totaliteit van de jaarlijkse werkingsmiddelen : Op voordracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De hiernavolgende subsidies voor een totaal bedrag van 228.277,00 euro (tweehonderd achtentwintigduizend tweehonderd zevenenzeventig euro), deel uitmakend van een totale vastlegging van 456.555,15 euro (vierhonderd zesenvijftigduizend vijfhonderd vijfenvijftig euro en vijftien eurocent), ordonnanceringsnummer 20092320, aan te rekenen op de kredieten ingeschreven op de basisallocatie 12.02 van het programma 35.20 - Net- en discipline-overstijgende wetenschappelijke samenwerking binnen de CLB's- van de algemene uitgavenbegroting 2001 van de Vlaamse Gemeenschap, worden aan de onderstaande Centra voor Leerlingenbegeleiding als eerste schijf (50%) uitbetaald : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.De hiernavolgende subsidies voor een totaal bedrag van 182.622,05 euro (honderd tweeëntachtigduizend zeshonderd tweeëntwintig euro en vijf eurocent), deel uitmakend van een totale vastlegging van 456.555,15 euro (vierhonderd zesenvijftigduizend vijfhonderd vijfenvijftig euro en vijftien eurocent), ordonnanceringsnummer 20092532, aan te rekenen op de kredieten ingeschreven op de basisallocatie 12.02 van het programma 35.20 - Net- en discipline-overstijgende wetenschappelijke samenwerking binnen de CLB's- van de algemene uitgavenbegroting 2001 van de Vlaamse Gemeenschap, worden aan de onderstaande Centra voor Leerlingenbegeleiding als tweede schijf (40 %) uitbetaald : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Van deze beslissing zal het Rekenhof in kennis worden gesteld met het verzoek de hierop betrekking hebbende ordonnanties ten bedrage van 228.277,00 + 182.622,05 = 410.899,05 euro (vierhonderd en tien duizend achthonderd negenennegentig euro en vijf eurocent) onder voorbehoud te viseren, overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 van de Organieke Wet van het Rekenhof van 29 oktober 1846.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor Financiën en Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 JULI 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, D. VAN MECHELEN

^