gepubliceerd op 22 februari 2022
Besluit van de Regering tot toekenning van een verhuistegemoetkoming en huurtegemoetkoming voor personen die bijzonder getroffen zijn door de overstromingen in juli 2021
18 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Regering tot toekenning van een verhuistegemoetkoming en huurtegemoetkoming voor personen die bijzonder getroffen zijn door de overstromingen in juli 2021
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het Wetboek van duurzaam wonen, artikel 14, § 1, tweede lid, vervangen bij het decreet van het Waals Gewest van 1 juni 2017;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 12 november 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 18 november 2021;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid is gemotiveerd door het feit dat de overstromingen van 14 tot 16 juli 2021 een aanzienlijk aantal woningen onbewoonbaar hebben gemaakt; dat het woningenaanbod op de private huurmarkt hevig onder druk staat, waarbij die druk nog hoger is geworden wegens deze overstromingen, met het risico dat de huurprijzen nog zullen stijgen en de getroffen gezinnen het nog moeilijker zullen hebben om een decente woning te vinden; dat de gezinnen zo snel mogelijk in staat moeten worden gesteld om de nieuwe en mogelijk hogere huur te betalen; dat dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen;
Overwegende het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/07/2021 pub. 03/08/2021 numac 2021032129 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend sluiten waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvrager: de in het bevolkings- of vreemdelingenregister ingeschreven natuurlijke persoon die overeenkomstig dit besluit in juli 2021 slachtoffer van de overstromingsramp is geworden;2° bevolkings- of vreemdelingenregister: de bestanden waarin de gegevens worden vermeld van de personen bedoeld in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten of, naargelang van het geval, bedoeld in artikel 12 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;3° inkomen: het belastbaar inkomen dat globaal betrekking had op het voorlaatste jaar voorafgaand aan het in huur nemen;4° Wetboek : het Wetboek van duurzaam wonen;5° Minister : de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor Huisvesting;6° administratie: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Huisvesting.
Art. 2.- Onder de in dit besluit bepaalde voorwaarden wordt een verhuistegemoetkoming en een huurtegemoetkoming toegekend aan het gezin van categorie 2 of categorie 3 zoals bedoeld in artikel 1, 30° en 31°, van het Wetboek dat na de overstromingsramp van juli 2021 een woning verlaat die in de zin van artikel 1, 15°, van het Wetboek onbewoonbaar is geworden en een woning in huur neemt die kennelijk gezond is in de zin van artikel 1, 12°, van het Wetboek.
Art. 3.- De woning wordt als onbewoonbaar beschouwd indien ze : 1° ofwel onbewoonbaar wordt verklaard door een document van de administratie of door een deskundige die door een verzekeringsmaatschappij ter plaatse is gestuurd;2° ofwel het voorwerp uitmaakt van een vaststelling van onbewoonbaarheid die door de administratie is opgesteld.In dat geval zendt de administratie een kopie van de vaststelling van onbewoonbaarheid aan de burgemeester van de gemeente waar de woning gelegen is en aan de eigenaar van de woning.
Art. 4.- De tegemoetkomingen zijn alleen bestemd voor aanvragers die op de datum van het in huur nemen: 1° minstens 18 jaar oud of ontvoogde minderjarige zijn;2° de woning noch geheel, noch gedeeltelijk onderverhuren.
Art. 5.- De tegemoetkomingen die krachtens de hoofdstukken 2 en 3 worden toegekend, mogen niet worden gecumuleerd met andere tegemoetkomingen die de Duitstalige Gemeenschap of het Waals Gewest met hetzelfde doel verlenen.
Art. 6.- Indien de berekening mogelijk is, mag de huurprijs van de nieuw gehuurde woning niet hoger zijn dan het bedrag dat is vastgelegd in het indicatieve huurprijzenrooster bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2019 tot invoering van een indicatieve huurprijzenrooster in uitvoering van het artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst. HOOFDSTUK 2. - Verhuistegemoetkoming
Art. 7.- § 1 - De verhuistegemoetkoming bedraagt 400 euro en wordt verhoogd met 20 % per kind ten laste. § 2 - De verhuistegemoetkoming vermeld in § 1 wordt slechts één keer per gezin toegekend.
Art. 8.- Wanneer de ontruiming van meerdere woningen gevolgd wordt door het in huur nemen van één enkele woning door alle verhuizende personen, wordt de verhuistegemoetkoming toegekend voor elke ontruimde woning. HOOFDSTUK 3. - Huurtegemoetkoming
Art. 9.- Het bedrag van de huurtegemoetkoming wordt bepaald als volgt: 1° het basisbedrag is gelijk aan het verschil tussen, enerzijds, de huur van de ontruimde woning of de huurwaarde ervan, mocht de aanvrager ze als eigenaar of gratis bewonen, en, anderzijds, de huur van de in huur genomen woning; 2° het maximum van de huurtegemoetkoming bedraagt 100 euro;3° het maximum van de huurtegemoetkoming wordt verhoogd met 20 % per kind ten laste;4° de huurtegemoetkoming wordt enkel toegekend als het verschil tussen het huurbedrag of de huurwaarde van de ontruimde woning en het huurbedrag van de in huur genomen woning minstens 5 euro bedraagt.
Art. 10.- Worden uitgesloten van de toekenning van de huurtegemoetkoming: 1° gezinnen die een woning in huur nemen die eigendom is van, of waarvan het beheer of de verhuur overgenomen wordt door een vastgoedbeheerder in de zin van artikel 1, 23°, van het Wetboek;2° gezinnen die een woning huren die toebehoort aan een bloedverwant in stijgende of dalende lijn van een gezinslid en die de inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar de woning gelegen is, aanvragen.
Art. 11.- § 1 - De huurtegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van één jaar vanaf de datum van het in huur nemen van de kennelijk gezonde woning. § 2 - Wanneer de huurtegemoetkomingsgerechtigde de kennelijk gezonde woning verlaat om een andere, eveneens kennelijk gezonde woning te huren, wordt de tegemoetkoming verder toegekend tijdens de resterende duur. Voorwaarde is wel dat de verhuizing binnen drie maanden na het betrekken van de nieuwe woning wordt meegedeeld aan de administratie.
Bij overlijden van de huurtegemoetkomingsgerechtigde, blijft de overlevende echtgenoot/echtgenote of de persoon met wie hij of zij samenleefde recht hebben op de toegekende huurtegemoetkoming.
Als de huurtegemoetkomingsgerechtigde op het tijdstip van zijn overlijden alleenstaande was en met andere personen samenleefde, wordt de huurtegemoetkoming toegekend aan de overlevende huisgenoten. Als er meerdere overlevende huisgenoten zijn, wijzen ze één van hen aan die minstens achttien jaar of ontvoogd is en aan wie de huurtegemoetkoming wordt toegekend.
Art. 12.- Wanneer de ontruiming van meerdere woningen gevolgd wordt door het in huur nemen van één enkele woning door alle verhuizende personen, wordt de verhuistegemoetkoming toegekend aan één aanvrager die door de anderen is aangewezen. HOOFDSTUK 4. - Aanvraagprocedure
Art. 13.- § 1 - De aanvrager dient een aanvraag in bij de administratie via een formulier dat door de administratie verstrekt wordt.
De aanvraag bevat de volgende gegevens en stukken : 1° een uittreksel uit het bevolkings- of vreemdelingenregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager tijdens de bewoning van de ontruimde woning;2° de nauwkeurige identificatie van de in huur genomen woning en van de ontruimde woning;3° een door de aanvrager ondertekende verklaring op erewoord waarbij de aanvrager bevestigt dat hij behoort tot een gezin van categorie 2 of categorie 3 in de zin van artikel 1, 30° en 31°, van het Wetboek;4° het bewijs van het gezinsinkomen; 5° een afschrift van het resultaat van de huurprijssimulatie op basis van de indicatieve huurprijzenrooster die beschikbaar is op de website www.loyerswallonie.be of een motivering waarom de kenmerken van de betrokken huisvesting een huurprijssimulatie op basis van dat rooster onmogelijk maken. § 2 - De aanvraag wordt uiterlijk drie maanden na het betrekken van de kennelijk gezonde woning ingediend.
In afwijking van het eerste lid kan de aanvraag worden ingediend tot uiterlijk 31 december 2021 als de aanvrager de kennelijk gezonde woning vóór de inwerkingtreding van dit besluit heeft betrokken. § 3 - Binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag zendt de administratie de aanvrager een indieningsbewijs.
Indien de aanvraag onvolledig is, zendt de administratie de aanvrager binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag een lijst met de ontbrekende stukken en gegevens en wijst ze hem erop dat de procedure pas wordt voortgezet als ze die ontbrekende stukken en gegevens heeft ontvangen.
De aanvrager verstrekt de administratie de ontbrekende stukken en gegevens binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de lijst vermeld in het tweede lid. § 4 - Als de aanvrager en zijn echtgenoot/echtgenote of de persoon met wie hij/zij samenleefde in de loop van de aanvraagprocedure uit elkaar gaan, onderzoekt de administratie de situatie van beide partijen, in het bijzonder wat de kinderen ten laste betreft, en wijst ze de tegemoetkomingsgerechtigde aan. 5. Binnen een termijn van 45 dagen na ontvangst van de aanvraag of na ontvangst van de ontbrekende stukken en gegevens binnen de in § 3, derde lid, vermelde termijn zendt de administratie de aanvrager de beslissing over de ontvankelijkheid van zijn aanvraag of, als zijn aanvraag niet-ontvankelijk is, de beslissing met de redenen waarom zijn aanvraag niet-ontvankelijk is. HOOFDSTUK 5. - Beroep en controle
Art. 14.- § 1 - De aanvrager beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing vermeld in artikel 13, § 5, om bij de Minister aangetekend beroep in te stellen tegen de weigering van de aanvraag. § 2 - De Minister beslist binnen een termijn van drie maanden.
Als de aanvrager binnen de termijn vermeld in het eerste lid geen beslissing ontvangt, wordt de tegemoetkoming, zoals ze werd aangevraagd, geacht te zijn toegekend.
Art. 15.- De administratie beschikt over een termijn van vijf jaar vanaf de uitbetaling van de tegemoetkomingen, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand waarop de uitbetaling betrekking heeft, om na te gaan of de aanvraag in overeenstemming is met de toekenningsvoorwaarden die in dit besluit zijn vastgelegd.
De controle geschiedt overeenkomstig de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Hoofdstuk 6 - Slotbepalingen
Art. 16.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 17.- De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 18 november 2021.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting A. ANTONIADIS