gepubliceerd op 06 oktober 2021
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming
17 JUNI 2021. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 19 mei 2008Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
19/05/2008
pub.
01/10/2008
numac
2008033076
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet over de Jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming
sluiten over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming, artikel 25, § 1, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 april 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van De minister-president, bevoegd voor Begroting, d.d. 16 april 2021;
Gelet op advies 69.355/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging,
Artikel 1.Artikel 47 van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 6 februari 2020, wordt vervangen als volgt: "Art. 47 - Pleegzorgvergoeding § 1 - Personen die overeenkomstig artikel 20, § 1, 3°, van het decreet aan pleegzorg doen, ontvangen per opvangdag per jongere een forfaitaire vergoeding ter dekking van de kosten voor het levensonderhoud van de pleeg- of petekinderen. Die vergoeding wordt pleegzorgvergoeding genoemd. § 2 - Een pleeggezin dat één jongere of gelijktijdig hoogstens twee jongeren opvangt, ontvangt op basis van de volgende tabel een pleegzorgvergoeding die afhangt van de vorm van de pleegzorg en van de leeftijd van de opgevangen jongeren:
Vorm van de pleegzorg
Leeftijd van de jongeren
Langdurige pleegzorg
Tijdelijke voltijdse pleegzorg
Peterschap
0 tot 5 jaar
20,00 euro
30,15 euro
25,15 euro
6 tot 11 jaar
21,00 euro
30,15 euro
25,15 euro
vanaf 12 jaar
22,00 euro
30,15 euro
25,15 euro
§ 3 - Een pleeggezin dat gelijktijdig drie of meer jongeren opvangt, ontvangt op basis van de volgende tabel een pleegzorgvergoeding die afhangt van de vorm van de pleegzorg en van de leeftijd van de opgevangen jongere:
Vorm van de pleegzorg
Leeftijd van de jongeren
Langdurige pleegzorg
Tijdelijke voltijdse pleegzorg
Peterschap
0 tot 5 jaar
22,22 euro
33,50 euro
25,15 euro
6 tot 11 jaar
23,33 euro
33,50 euro
25,15 euro
vanaf 12 jaar
24,44 euro
33,50 euro
25,15 euro
§ 4 - Een pleeggezin dat in het kader van langdurige pleegzorg één of meer jongeren opvangt die geen recht hebben op de basiskinderbijslag vermeld in artikel 8 van het
decreet van 23 april 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
23/04/2018
pub.
12/06/2018
numac
2018202523
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet betreffende de gezinsbijslagen
sluiten betreffende de gezinsbijslagen ontvangt in afwijking van de § § 2 en 3, ongeacht de leeftijd van de opgevangen jongere, een pleegzorgvergoeding ten belope van 25,15 euro per opvangdag per jongere.
Het pleeggezin bezorgt het departement elk nuttig document dat informatie bevat over het ontbrekende recht op basiskinderbijslag vermeld in het eerste lid. § 5 - De pleegzorgvergoeding wordt maandelijks uitbetaald. § 6 - De bedragen vermeld in de § § 3 en 4 worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De referentie voor die aanpassing is de consumptieprijsindex 109,49 op 1 december 2020 die overeenstemt met 100 in het basisjaar 2013."
Art. 2.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art. 48 - Bijzondere onkosten Naast de bijzondere onkosten vermeld in artikel 46, § 1, eerste lid, en § 2, kunnen - binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen - de volgende bijzondere onkosten worden terugbetaald aan de pleegzorggezinnen en crisisgezinnen die deze bijzondere onkosten voor de jongeren hebben gemaakt: 1° uitgaven voor sportactiviteiten en culturele activiteiten tot een jaarlijks maximumbedrag van 500 euro per jongere;2° uitgaven voor schoolactiviteiten;3° uitgaven voor de eerste uitrusting bij het opnemen van een pleegkind tot een eenmalig maximumbedrag van 700 euro per jongere. De bijzondere onkosten vermeld in het eerste lid worden terugbetaald zoals bepaald in artikel 46, § 1, tweede lid."
Art. 3.In de bijlage van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het besluit van de Regering van 3 december 2020, wordt een bepaling onder 15.1 ingevoegd, luidende: "15.1 klachtencommissie inzake jeugdbijstand"
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021.
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 juni 2021.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De minister-president, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS