1 FEBRUARI 2024. - Decreet inzake subsidiëring van EVRAS-activiteiten gericht op jongeren (1)

Het Parlement heeft het volgende aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Doel en definities

Artikel 1.Het doel van dit decreet is de voorwaarden vast te leggen voor de subsidiëring van activiteiten op het gebied van relationele, emotionele en seksuele opvoeding (EVRAS) in de jeugdsector.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord van 7 juli 2023 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de veralgemening van de relationele, emotionele en seksuele opvoeding;2° EVRAS-activiteiten: zoals gedefinieerd in artikel 2, 2°, van het samenwerkingsakkoord;3° EVRAS voor jongeren : elke EVRAS-activiteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, 2°, van het samenwerkingsakkoord, evenals de verwezenlijking van specifieke EVRAS-instrumenten, ten voordele van jongeren in erkende jeugdorganisaties en jeugdgroepen, erkend in het kader van het decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009029312 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan jeugdorganisaties en ontmoetingscentra, verblijfscentra en jongereninformatiecentra die erkend zijn overeenkomstig het decreet van 20 juli 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, ontmoetingscentra, verblijfscentra en jongereninformatiecentra en hun federaties;4° EVRAS : zoals gedefinieerd in artikel 2, 1°, van het samenwerkingsakkoord;5° EVRAS-gids: zoals gedefinieerd in artikel 2, 9°, van het samenwerkingsakkoord;6° jeugdoperatoren, te weten: a) erkende jeugdorganisaties en jeugdgroepen die erkend zijn krachtens het decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009029312 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan jeugdorganisaties;b) jongerencentra die erkend zijn krachtens het decreet van 20 juli 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/2000 pub. 26/08/2000 numac 2000029296 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, ontmoetingscentra, verblijfscentra en jongereninformatiecentra en hun federaties;7° specifieke EVRAS-instrumenten: leermiddelen ter ondersteuning van EVRAS-activiteiten en/of opleiding voor EVRAS-animatoren. HOOFDSTUK II. - Organisatie van jaarlijkse oproepen tot het indienen van projecten

Art. 3.§ 1. De regering lanceert een jaarlijkse projectoproep, getiteld "EVRAS bij de jeugd", om de implementatie van activiteiten voor opvoeding inzake relationeel, emotioneel en seksueel leven (EVRAS) bij jeugdoperatoren aan te moedigen. § 2 De Regering stelt de procedure en de details van de projectoproep vast. HOOFDSTUK III. - Begunstigden

Art. 4.§ 1. In het kader van de oproep tot het indienen van projecten kunnen subsidies worden toegekend: 1° aan operatoren met het "EVRAS"-label als bedoeld in artikel 9, § 1, van het samenwerkingsakkoord;2° jeugdoperatoren, voor zover deze een beroep doen op een partnerschap met één of meerdere operatoren met het label "EVRAS" zoals bedoeld in artikel 9, §§ 1 en 2, 1°, van het samenwerkingsakkoord. § 2 De in de eerste paragraaf, 2°, bedoelde operatoren verbinden zich ertoe te zorgen voor een beveiligde verwerking van de gegevens die in het kader van hun activiteiten kunnen worden ingezameld en deze gegevens niet om commerciële doeleinden te gebruiken. HOOFDSTUK IV. - Projecten

Art. 5.§ 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie in het kader van de jaarlijkse oproep tot het indienen van projecten, moeten de projecten binnen ten minste een van de volgende actielijnen vallen: 1° EVRAS-activiteiten verwezenlijken die ten minste een van de volgende activiteiten omvatten: a) EVRAS-animaties: "EVRAS-animatie" zijn alle activiteiten die voor het publiek worden uitgevoerd door jeugdoperatoren of andere organisaties waarbij jongeren rechtstreeks betrokken zijn, met uitzondering van de onderwijssector, en die aansluiten bij een of meer van de in artikel 3 van het samenwerkingsakkoord omschreven doelstellingen en bij een of meer van de in artikel 4 van het samenwerkingsakkoord vermelde thema's en alle in dat artikel vermelde inhoud;b) EVRAS-animatorenopleiding: elke activiteit zoals gedefinieerd in artikel 16 van het samenwerkingsakkoord die wordt uitgevoerd voor huidige of toekomstige vrijwillige of professionele animatoren binnen jeugdoperatoren en die gericht is: i.ofwel op de bewustmaking voor EVRAS-uitdagingen; ii. ofwel op de terbeschikkingstelling van instrumenten, vaardigheden en kennis om een of meer van de doelstellingen te benaderen bedoeld in artikel 3 en een of meer thema's en alle inhoud bedoeld in artikel 4 van het samenwerkingsakkoord; iii. ofwel op de onder i) en ii) bedoelde activiteiten; 2° de ontwikkeling van specifieke EVRAS-instrumenten: dit kan de ontwikkeling van bestaande instrumenten of de creatie van nieuwe inhouden. § 2 In voorkomend geval bepaalt de regering een jaarlijkse prioriteitsoriëntatie die door de operatoren moet worden gevolgd. Deze prioriteitsoriëntatie is gebaseerd op de analyse van eerdere oproepen tot het indienen van projecten of is gebaseerd op opkomende maatschappelijke kwesties. HOOFDSTUK V. - Ontvankelijkheid en selectie van projecten

Art. 6.Om in aanmerking te komen voor de projectoproep moet het projectpresentatiedossier de volgende elementen bevatten: 1° Identificatie en contactgegevens van de operator die het project uitvoert, een presentatie van de operator en zijn maatschappelijke doel;2° een gedetailleerde presentatie van het project, met inbegrip van: a) de algemene doelstelling;b) de geplande acties;c) de prioriteit of prioriteiten voor actie waaronder de acties vallen;d) de methodologie die is ontwikkeld om de acties uit te voeren;e) het tijdschema voor de verschillende fasen van het project;f) een specifieke benadering van het publiek;g) het doelpubliek en de geografische dekking van de geplande acties;h) het type begeleiding dat wordt aangeboden;i) de relevantie van het project voor de EVRAS-doelstellingen, zoals uiteengezet in artikel 3 van het samenwerkingsakkoord;j) de betrokkenheid van jongeren bij het project;k) het innovatieve karakter van het project;l) de verwachte impact en indicatoren voor het beoordelen van de reikwijdte en effectiviteit van de acties;m) een beschrijving van het team en de vaardigheden waarop de acties van de operator gebaseerd zijn;n) een voorlopige inkomsten- en uitgavenbegroting voor het project, tezamen met het aangevraagde subsidiebedrag;o) voor de operatoren bedoeld in artikel 4, § 1, 2° : identificatie van de aanbieder(s) van partnerdienstverleners die houder is (zijn) van het label;p) indien een partnerschap wordt overwogen: schriftelijke bevestiging van de partnerschapsovereenkomst tussen de partnerverenigingen, in de vorm van een partnerschapsovereenkomst volgens het door de overheid verstrekte model.3° alle projecten bevorderen voor het streven naar vrije en geïnformeerde keuze, de strijd tegen uitsluiting, de afwijzing van dogmatisme en alle vormen van discriminatie, gendergelijkheid en de verdediging van democratie en burgerschap.4° de operator moet aantonen dat het project van buitengewone aard is ten opzichte van de dagelijkse en terugkerende activiteiten van de kernactiviteiten van de operator zoals vastgelegd in zijn vierjarenplan of zijn traditionele accreditatieopdrachten Art.7. Elke operator mag slechts één project indienen in het kader van de oproep tot het indienen van projecten.

Art. 8.§ 1. Projecten worden geanalyseerd op basis van de volgende selectiecriteria: 1° of het project voldoet aan de kadervoorwaarden van de oproep tot het indienen van projecten (doelstellingen, EVRAS-doelstellingen, doelgroep en type activiteiten); 2° de geschiktheid van het project, d.w.z. de relevantie en verwachte impact; 3° de volwassenheid van het project, d.w.z. de organisatiemethoden, het type management en de indicatoren die worden gebruikt om de reikwijdte en effectiviteit van de ontwikkelde acties te beoordelen; 4° het coöperatieve karakter van het project en de betrokkenheid van jongeren erbij; 5° begrotingsanalyse, d.w.z. of het gevraagde bedrag overeenkomt met de kosten van de geplande activiteiten. § 2 De regering kan bijkomende voorwaarden opleggen waaraan de operator wiens project gesubsidieerd wordt, moet voldoen. HOOFDSTUK VI. - Projectfinanciering

Art. 9.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten dient de toegekende subsidie ter dekking van de organisatiekosten van de gesubsidieerde activiteiten, met inbegrip van, in voorkomend geval, de uitgaven van de EVRAS-labeldienstverlener voor jongeren, op voorwaarde dat het project is geselecteerd in het kader van deze oproep tot het indienen van projecten, en niet van de structurele werking van de organisatie. § 2 Het maximumbedrag van de subsidie is zevenduizend vijfhonderd euro. De regering kan dit bedrag aanpassen in functie van de beschikbare begrotingsmiddelen.

Het bedrag van de subsidie mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van het project.

Als er onvoldoende fondsen beschikbaar zijn, wordt het bedrag van de subsidies proportioneel verminderd. § 3 Financiële steun kan de volgende kosten dekken: 1° personeelskosten in verband met de ontwikkeling van het project, voor zover deze gedeeltelijk worden gedragen door de operator zelf of door een andere subsidiërende instantie;2° werkingskosten die uitsluitend verband houden met de ontwikkeling van het project: a) administratieve kosten;b) regiekosten;c) huurkosten voor de faciliteiten die nodig zijn om het project te organiseren;d) kosten voor het huren van apparatuur en materialen die nodig zijn om het project te organiseren;e) specifieke verzekeringskosten voor de organisatie van het project;f) reiskosten voor begeleidend personeel. § 4 Naast kosten die geen verband houden met de uitvoering van de voorgestelde actie, worden kosten die niet in de voorlopige begroting zijn opgenomen en kosten die zijn gemaakt voordat de subsidie is toegekend, niet in aanmerking genomen: 1° uitgaven buiten de EU-lidstaten en EER-landen;2° de kosten van geïnvesteerd kapitaal;3° voorzieningen voor potentiële toekomstige verliezen of verplichtingen;4° rentelasten;5° schulden;6° dubieuze vorderingen;7° wisselkoersverliezen;8° bijdragen in natura;9° buitensporige of ondoordachte uitgaven. § 5 De operator mag andere subsidies ontvangen als onderdeel van zijn project. Uitgaven die al elders zijn gesubsidieerd, mogen echter niet worden ingediend als bewijs van subsidiabele uitgaven. § 6 De voorwaarden van de toegekende financiële steun worden bepaald door de regering in het besluit dat de subsidie toekent. § 7 Door de toekenning van de subsidie stemmen de operatoren in met de verspreiding door de Franse Gemeenschap van de EVRAS-instrumenten die in het kader van de projectoproep zouden worden gecreëerd. § 8 Als een of meer instrumenten zijn geproduceerd als onderdeel van de subsidie, moet de operator deze instrumenten zoveel mogelijk digitaal toegankelijk maken. HOOFDSTUK VII. - Evaluatie van de projectuitvoering en de oproep tot het indienen van projecten

Art. 10.De regering zal bepalen hoe de geselecteerde en uitgevoerde projecten moeten worden beoordeeld en zal de resultaten van de oproep tot het indienen van projecten vanaf 2025 om de vier jaar evalueren.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel op 1 februari 2024.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op "Wallonie-Bruxelles Enseignement", F. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en de Promotie van Brussel, F. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 639-1 - Amendement(en) tijdens de vergadering, nr. 639-2 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 639-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 31 januari 2024.