gepubliceerd op 08 juni 2004
Decreet betreffende de reglementering van het hoger kunstonderwijs met het oog op integratie in de Europese ruimte
31 MAART 2004. - Decreet betreffende de reglementering van het hoger kunstonderwijs met het oog op integratie in de Europese ruimte (1)
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Artikel 7 van het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs wordt als volgt gewijzigd : 1° alinea 4 wordt vervangen door een alinea luidende : « Er wordt een gespecialiseerde master in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten ingevoerd en het bijhorende diploma wordt uitgereikt.Na een oorspronkelijke opleiding van 240 studiepunten kunnen de studies van de tweede cyclus leiden tot deze academische graad van gespecialiseerde master in de kunsten na het behalen van - naargelang van het studieprogramma - 60 bijkomende studiepunten die in minstens één studiejaar kunnen worden verworven. » 2° alinea 5 wordt vervangen door een alinea luidende : « Deze studies bestaan uit het uitdiepen van een aspect van de initieel gevolgde opleiding en worden omkaderd door in het vakgebied gespecialiseerde lesgevers. Wanneer ze worden georganiseerd in samenwerking met een of meerdere universiteiten kunnen deze studies de specifieke 30 studiepunten omvatten om deze opleiding de grondige finaliteit te bieden die voorbereidt op wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 16, § 4, 2° van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de vaststelling van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten. » 3° alinea 6 wordt vervangen door een alinea luidende : « De Regering bepaalt de leerstof van deze studies, regelt de organisatie en werking na advies van de Conseil supérieur de l'enseignement supérieur artistique' (Hoge Raad voor het Hoger Kunstonderwijs).»
Art. 2.Artikel 9, § 2 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° in de eerste alinea worden de woorden « een helft » vervangen door « 33 % »;2° in de tweede alinea worden de woorden « een kwart » vervangen door « 40 % ».
Art. 3.§ 2 van artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende paragraaf : « § 2. De interdisciplinaire gebieden worden georganiseerd in vier jaren.
De kunsthogescholen die tijdens het academiejaar 1998-1999 opleidingen van vijf jaar organiseerden, mogen deze opleidingen van vijf jaar blijven organiseren. In dat geval bestaat het tweede jaar van de tweede cyclus uit een uitdieping van een aspect van de initieel gevolgde opleiding. Deze studies worden bekroond met de graad van master in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten overeenkomstig met artikel 7 van dit decreet.
De kunsthogescholen die in het academiejaar 2004-2005 opleidingen in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten van het lange type organiseren, mogen de opleiding organiseren die leidt tot de graad van master in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, overeenkomstig artikel 7 van dit decreet. »
Art. 4.In artikel 12 van hetzelfde decreet worden de woorden « een kandidatuur van twee jaar en een licentie van drie jaar » vervangen door de woorden « een eerste cyclus van drie jaar en een tweede cyclus van twee jaar ».
Art. 5.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° alinea 4 wordt vervangen door een alinea luidend : « De graad van gespecialiseerde master in muziek wordt ingevoerd en het bijhorende diploma uitgereikt.Na een initiële opleiding van minstens 240 studiepunten bekroond met de graad van master, kunnen de studies van de tweede cyclus leiden tot deze academische graad van gespecialiseerde master na het behalen van - naargelang van het studieprogramma - minstens 60 bijkomende studiepunten die in minstens één jaar kunnen worden verworven. »; 2° alinea 5 wordt vervangen door een alinea luidend : « Deze studies bestaan uit een grondige studie van een aspect van de initieel gevolgde opleiding en worden omkaderd door in het betrokken vakgebied gespecialiseerde lesgevers. Wanneer ze worden georganiseerd in samenwerking met een of meerdere universiteiten kunnen deze studies de specifieke 30 studiepunten omvatten om deze opleiding de grondige finaliteit te bieden die voorbereidt op wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 16, § 4, 2°, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de vaststelling van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten. »; 3° alinea 6 wordt vervangen door een alinea luidend : « De Regering bepaalt de leerstof van deze studies, regelt de organisatie en werking na advies van de Hoge Raad voor het Hoger Kunstonderwijs.»
Art. 6.In § 2 van artikel 14 van hetzelfde decreet worden de woorden « met uitzondering van het derde jaar van de licentie in muziek » vervangen door de woorden « met uitzondering van het derde jaar van de tweede studiecyclus. »
Art. 7.In alinea 2 van artikel 15 van hetzelfde decreet worden de woorden « met uitzondering van het derde jaar van de licentie » vervangen door de woorden « met uitzondering van het laatste jaar van de tweede studiecyclus ».
Art. 8.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° in 1° worden de woorden « in een derde, het aantal uren studieactiviteiten buiten de lessen » geschrapt;2° in 2° wordt het woord « vierde » vervangen door « derde »;3° de twee laatste alinea's worden geschrapt.
Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde decreet worden de woorden « een kandidatuur van twee jaar en een licentie van twee jaar » vervangen door de woorden « een eerste cyclus van drie jaar en een tweede cyclus van één jaar ».
Art. 10.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° alinea 3 wordt vervangen door een alinea luidend : « De graad van gespecialiseerde master in drama en woordkunst wordt ingevoerd en het bijhorende diploma uitgereikt.Na een initiële opleiding van minstens 240 studiepunten bekroond met de graad van master, kunnen de studies van de tweede cyclus leiden tot deze academische graad van gespecialiseerde master na het behalen van - naargelang van het studieprogramma - minstens 60 bijkomende studiepunten die in minstens één jaar kunnen worden verworven. »; 2° alinea 4 wordt vervangen door een alinea luidend : « Deze studies bestaan uit een grondige studie van een aspect van de initieel gevolgde opleiding en worden omkaderd door in het betrokken vakgebied gespecialiseerde lesgevers.Wanneer ze worden georganiseerd in samenwerking met een of meerdere universiteiten kunnen deze studies de specifieke 30 studiepunten omvatten om deze opleiding de grondige finaliteit te bieden die voorbereidt op wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 16, § 4, 2 van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de vaststelling van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten. »; 3° alinea 5 wordt vervangen door een alinea luidend : « De Regering bepaalt de leerstof van deze studies, regelt de organisatie en werking na advies van de Hoge Raad voor het Hoger Kunstonderwijs.»
Art. 11.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° in 1° worden de woorden « in een derde, het aantal uren studieactiviteiten buiten de lessen » geschrapt;2° in 2° wordt het woord « vierde » vervangen door « derde »;3° de twee laatste alinea's worden geschrapt.
Art. 12.Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt als volgt gewijzigd : 1° alinea 4 wordt vervangen door een alinea luidend : « De graad van gespecialiseerde master in podiumkunsten en audiovisuele en communicatietechnieken wordt ingevoerd en het bijhorende diploma uitgereikt.Na een initiële opleiding van minstens 240 studiepunten bekroond met de graad van de in de vorige alinea bedoelde graad van master, kunnen de studies van de tweede cyclus leiden tot deze academische graad van gespecialiseerde master na het behalen van - naargelang van het studieprogramma - minstens 60 bijkomende studiepunten die in minstens één jaar kunnen worden verworven. »; 2° alinea 5 wordt vervangen door een alinea luidend : « Deze studies bestaan uit een grondige studie van een aspect van de initieel gevolgde opleiding en worden omkaderd door in het betrokken vakgebied gespecialiseerde lesgevers.Wanneer ze worden georganiseerd in samenwerking met een of meerdere universiteiten kunnen deze studies de specifieke 30 studiepunten omvatten om deze opleiding de grondige finaliteit te bieden die voorbereidt op wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 16, § 4, 2, van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de vaststelling van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte voor het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten. »; 3° alinea 6 wordt vervangen door een alinea luidend : « De Regering bepaalt de leerstof van deze studies, regelt de organisatie en werking na advies van de Hoge Raad voor het Hoger Kunstonderwijs.»
Art. 13.Artikel 1, III, a), van de wet van 11 september 1933 op de bescherming van titels van het hoger onderwijs wordt als volgt aangevuld : « 26° bachelors in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, master in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, gespecialiseerde master in beeldende, visuele en ruimtelijke kunsten, diegenen die het diploma van deze graden behaalden overeenkomstig de wet en het decreet; 27° bachelors in muziek, master in muziek en gespecialiseerde master in muziek, diegenen die het diploma van deze graden behaalden overeenkomstig de wet en het decreet;28° bachelor in drama en woordkunst, master in drama en woordkunst en gespecialiseerde master in drama en woordkunst, diegenen die het diploma van deze graden behaalden overeenkomstig de wet en het decreet;29° bachelor in podiumkunsten en audiovisuele en communicatietechnieken, master in podiumkunsten en audiovisuele en communicatietechnieken, gespecialiseerde master in podiumkunsten en audiovisuele en communicatietechnieken, diegenen die het diploma van deze graden behaalden overeenkomstig de wet en het decreet.»
Art. 14.Dit decreet wordt het academiejaar 2004-2005 van kracht, met uitzondering van de artikels 3 en 8 die progressief per studiejaar van kracht worden, vanaf het academiejaar 2004-2005.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 31 maart 2004.
De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, O. CHASTEL De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad - Ontwerp van decreet, nr. 505-1. - Commissieamendementen, nr. 505-2. - Verslag, nr. 505-3oe Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 23 maart 2004.