gepubliceerd op 13 februari 2003
Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissariaat en van het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst
31 JANUARI 2003. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissariaat en van het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 7 van het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Het Vlaams Parlement benoemt de Commissaris na een openbare oproep tot kandidaatstelling en een vergelijkende selectie, voor een termijn van vijf jaar.
Ten laatste negentig dagen voor het verstrijken van die termijn evalueert het Vlaams Parlement de Commissaris.
Indien de Commissaris gunstig geëvalueerd wordt, wordt zijn mandaat van rechtswege één maal verlengd met een nieuwe termijn van vijf jaar.
Bij ontstentenis van een evaluatie negentig dagen voor het verstrijken van het mandaat, wordt de evaluatie geacht gunstig te zijn.
Een persoon kan maximaal gedurende twee termijnen, al dan niet aaneensluitend, het ambt van Commissaris bekleden. »
Art. 3.In artikel 12, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « Het verslag wordt door de bevoegde commissies van het Vlaams Parlement besproken, nadat de plenaire vergadering er kennis van genomen heeft. Na de bespreking door de bevoegde commissies kan de plenaire vergadering het verslag bespreken. »
Art. 4.In artikel 4 van het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst wordt § 1 vervangen door wat volgt : « Het Vlaams Parlement benoemt de Vlaamse ombudsman na een openbare oproep tot kandidaatstelling en een vergelijkende selectie, voor een termijn van zes jaar.
Ten laatste negentig dagen voor het verstrijken van die termijn evalueert het Vlaams Parlement de Vlaamse ombudsman.
Indien de Vlaamse ombudsman gunstig geëvalueerd wordt, wordt zijn mandaat van rechtsweg één maal verlengd met een nieuwe termijn van zes jaar;
Bij ontstentenis van een evaluatie negentig dagen voor het verstrijken van het mandaat, wordt de evaluatie geacht gunstig te zijn.
Een persoon kan maximaal gedurende twee termijnen, al dan niet aaneensluitend, het ambt van Vlaamse ombudsman bekleden. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 31 januari 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, M. VOGELS _______ Nota (1) Verwijzingen : Zitting 2001-2002 : Stukken : Voorstel van decreet : 1487, nr.1.
Amendement : 1487, nr. 2.
Verslag : 1487, nr. 3.
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1487, nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 22 januari 2003.