30 NOVEMBER 2000. - Decreet betreffende het onderricht van wetenschappen in het secundair onderwijs (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen wat volgt :

Artikel 1.In artikel 4ter van de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en organisatie van het secundair onderwijs, ingevoegd bij decreet van 19 juli 1993 en gewijzigd bij de decreten van 10 april 1995 en van 25 juli 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, 5°, worden de woorden « naar rata van twee lestijden per week » vervangen door de woorden « naar rata van drie lestijden per week »;2° in § 1, derde lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° De activiteiten naar keuze van de inrichting omvatten ten minste, in ieder studiejaar van de graad, een wekelijkse lestijd voor de artistieke opvoeding en een wekelijkse lestijd voor de technologie.» 3° in § 2, eerste lid, wordt de bepaling onder 4° vervangen door de volgende bepaling : « 4° de wetenschappelijke vorming, volgens twee niveaus ingericht met respectievelijk drie en vijf lestijden per week;in het technisch overgangsonderwijs kan deze vorming vervangen worden door een leergang wetenschappelijke opvoeding naar rata van twee lestijden per week. » 4° in § 2, tweede lid, wordt de volgende zin ingevoegd na de eerste zin : « Deze verplichting is niet van toepassing op de leerling die de leergang wetenschappen volgt naar rata van 5 lestijden per week.» ; 5° in § 2, tweede lid, worden de woorden « een leergang wetenschappen van ten minste vier lestijden » vervangen door de woorden « een leergang wetenschappen van ten minste vijf lestijden »;6° in § 3, tweede lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen door de volgende bepaling : « 2° de wetenschappelijke vorming ingericht volgens twee niveaus : a) de basiswetenschappen, naar rata van drie lestijden per week;b) de algemene wetenschappen, naar rata van zes lestijden per week; in het technisch overgangsonderwijs kan deze vorming worden vervangen door een vak wetenschappelijke opvoeding naar rata van twee lestijden per week. » 7° in § 3 wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « Iedere instelling mag een bijkomende activiteitenlestijd inlassen die gewijd is aan de fysica naar rata van het volume vastgelegd voor de algemene wetenschappen in het voorgaand lid.Voorzover deze maatregel getroffen wordt in het raam van het inrichtingsproject bedoeld in artikel 67 van het decreet van 24 juli 1997 tot bepaling van de prioritaire opdrachten van het basisonderwijs en het secundair onderwijs en de structuren om deze te bereiken, mag deze lestijd verplicht opgenomen worden in het lessenrooster van alle leerlingen die de leergang algemene wetenschappen volgen. De studieoriëntatie is dezelfde en de eindtermen en vereiste kennis zijn dezelfde overeenkomstig artikel 25 van dit decreet, ongeacht de leergang algemene wetenschappen gevolgd wordt naar rata van 6 of 6 + 1 lestijden. » 8° in § 3 wordt het derde lid, dat het vierde lid wordt, opgeheven.

Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 2 van 21 augustus 1978 tot vaststelling van het maximum aantal lestijden per week in het secundair en het aanvullend secundair beroepsonderwijs, vervangen door het decreet van 10 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3, 5°, wordt opgeheven.2° er wordt een § 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « 3bis.Het maximum aantal toegelaten lestijden per week, bedoeld in § 1, tweede lid, en in § 2, worden verhoogd met 3 lestijden per week voor de leerlingen die zowel de wiskundige opleiding volgen naar rata van 6 lestijden per week als de wetenschappelijke opleiding volgen op het niveau van de algemene wetenschappen naar rata van 6 + 1 lestijden per week. »

Art. 3.Artikel 10 van het decreet van 29 juli 1992 tot organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, gewijzigd bij de decreten van 27 december 1993, van 10 april 1995 en van 2 april 1996, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « De leerlingen die een leergang wetenschappelijke opleiding volgen naar rata van 5 lestijden per week in de tweede graad of naar rata van 6 lestijden per week in de derde graad worden beschouwd als leerlingen die gedurende twee lestijden per week een leergang laboratorium volgen.

Art. 4.Artikel 18 van het decreet van 29 juli 1992 tot organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, gewijzigd bij het decreet van 2 april 1996, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « De regel die van toepassing is op de derde graad in het overgangsonderwijs die slechts bestaat uit de optie industriële wetenschap : elektromechanica is die van 8 leerlingen voor de gehele graad. »

Art. 5.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2001.

Verkondigen dit decreet, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad moet verschijnen.

Gedaan te Brussel, op 30 november 2000.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Begroting, Cultuur en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met Lager Onderwijs, het onthaal en de opdrachten aan ONE, J-M NOLLET De Minister van Secundair en Bijzonder Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Jeugdzaken, Openbaar Ambt en Onderwijs voor sociale promotie, W. TAMINIAUX De Minister van Jeugd- en Gezondheidszorg, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 1999-2000. Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 104-1. Amendementen van de commissien nr. 104-2. Verslag, nr. 104-3.

Integraal verslag. - Bespreking en stemming. Zitting van 21 november 2000.