Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 maart 2018
gepubliceerd op 30 april 2018

Decreet tot invoeging van bepalingen betreffende de collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid

bron
waalse overheidsdienst
numac
2018202063
pub.
30/04/2018
prom.
29/03/2018
ELI
eli/decreet/2018/03/29/2018202063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2018. - Decreet tot invoeging van bepalingen betreffende de collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In Deel I, Boek IV, van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, wordt een titel V ingevoegd met als opschrift "Collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden".

Art. 3.In titel V van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 47/4 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 47/4.De huizen voor collectieve huisvesting in de zin van artikel 694/15 die geen werkingsvergunning van de Regering genieten in het kader van dit wetboek of krachtens andere wetgevingen zijn verboden. In geval van sluiting van deze structuren wordt het Agentschap belast met het toezien op de acties om er voor te zorgen dat de ontredderde personen correct worden beschermd.".

Art. 4.In Deel II van hetzelfde Wetboek, wordt een boek VIII ingevoegd met als opschrift "Huizen voor collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden".

Art. 5.In boek VIII van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 4, wordt een hoofdstuk I ingevoegd met als opschrift "Begripsomschrijvingen".

Art. 6.In hoofdstuk I van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 5, wordt een artikel 694/15 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/15.In dit boek wordt verstaan onder : 1° huis voor collectieve huisvesting : de inrichting die : - onder welke benaming dan ook, huisvesting tegen betaling verleent aan personen in langdurige moeilijkheden in de zin van punt 3° en, - over geen erkenning van de Regering beschikt voor deze activiteit;2° huisvesting : woning uitgerust met een privatieve ruimte alsook met gemeenschappelijke en individuele begeleidingsruimten die bestemd zijn om de personen in langdurige moeilijkheden op fysiek, mentaal of sociaal vlak te helpen;3° persoon in langdurige moeilijkheden: meerderjarige persoon gekenmerkt door een broos sociaal, mentaal of fysiek bestaan die geen privatieve woning vindt of die niet kan opgevangen worden in een van de structuren voor huisvesting erkend krachtens een ander boek van dit Wetboek;4° bewoner : persoon in langdurige moeilijkheden die in een huis voor collectieve huisvesting verblijft;5° erkenning : werkingsvergunning verleend door de Regering; 6° directeur : persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de inrichting.".

Art. 7.In boek VIII van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 4, wordt een hoofdstuk II ingevoegd met als opschrift "Erkenning".

Art. 8.In hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 1 ingevoegd met als opschrift "Toekenning, schorsing, beperking en intrekking".

Art. 9.In afdeling 1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 8, wordt een artikel 694/16 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/16.Elk huis voor collectieve huisvesting moet beschikken over een erkenning toegekend door de Regering.

De erkenning wordt opgesteld op basis van een verslag van het Agentschap dat voldoet aan de eisen vastgelegd door de Regering.

De criteria en de procedure voor de toekenning van de vergunning worden ook vastgelegd door de Regering.".

Art. 10.In dezelfde afdeling 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/17 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/17.§ 1. De erkenning kan opgeschort, beperkt of ingetrokken worden wegens niet-inachtneming van verschillende bepalingen van dit boek of van de bepalingen genomen krachtens dit decreet.

De opschorting heeft tot gevolg dat de huisvesting van nieuwe personen in langdurige moeilijkheden verboden wordt. De opschortingstermijn wordt berekend in functie van de tijd die nodig is voor het huis voor collectieve huisvesting om zich in orde te stellen met de normen.

De beperking heeft tot gevolg de huisvestingscapaciteit te verminderen.

De erkenning wordt automatisch ingetrokken als de beslissing tot beperking niet effectief wordt toegepast binnen de zes maanden van de kennisgeving ervan aan de directie. § 2. Het einde van de erkenning kan vergezeld gaan van een beslissing tot dringende sluiting, in geval van ernstige en herhaalde tekortkomingen, vastgesteld door de inspectieverslagen en de talrijke klachten van de bewoners. § 3. De Regering stelt de procedures vast voor de toekenning, de hernieuwing, de opschorting, de beperking en de intrekking van de erkenning.".

Art. 11.In dezelfde afdeling 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/18 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/18.De Regering stelt de modaliteiten vast voor het beroep in geval van weigering, opschorting, beperking of intrekking van de erkenning.

In geval van sluiting van deze structuren wordt het Agentschap belast met het toezien op de acties om er voor te zorgen dat de ontredderde personen correct worden beschermd.".

Het beroep is niet opschortend.".

Art. 12.In hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 2 ingevoegd met als opschrift "Inrichtende macht".

Art. 13.In afdeling 2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 12, wordt een artikel 694/19 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/19.De inrichtende macht van het huis voor collectieve huisvesting moet een rechtspersoon zijn.

Zijn activiteitenzetel moet in een gemeente van het Franse taalgebied gelegen zijn.".

Art. 14.In hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 3 ingevoegd met als opschrift "Infrastructuur".

Art. 15.In afdeling 3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel 694/20 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/20.Een huis voor collectieve huisvesting moet : 1° gelegen zijn in een Franstalige gemeente van het Waals Gewest;2° over een huisvestingscapaciteit beschikken zowel overdag als 's nachts van minstens acht personen in langdurige moeilijkheden;3° over kamers beschikken, namelijk privatieve ruimten bestemd voor de bewoners, die allemaal aan de volgende kenmerken voldoen : a) bestemd zijn voor maximum twee bewoners;b) een oppervlakte hebben van minstens 10 m2 voor een alleenstaand persoon en van 15 m2 als ze door twee personen worden ingenomen;c) met meubilair uitgerust zijn door de bewoners die ze innemen of, bij gebrek, door het huis voor collectieve huisvesting.Het meubilair moet minstens bestaan uit een bed (of een tweepersoonsbed voor een echtpaar) een stoel, een tafel en een wandkast of een kast om de kleren te bergen; d) uitgerust zijn met een tappunt voor drinkwater;e) uitgerust zijn met een raam met opening naar buiten;f) uitgerust zijn met een beveiligd stopcontact 220 V;4° over een collectieve uitrusting beschikken die minstens het volgende bevat : a) een gemeenschapsruimte met een oppervlakte van minstens 12 m2 vermeerderd met een 1 m2 per bewoner, die een ontmoetings- en gezelligheidsplaats vormt voor de bewoners die het wensen;b) een refter met een oppervlakte van minstens 10 m2 vermeerderd met 1 m2 per bewoner;c) een keuken met minstens een wastafel met warm en koud water, wasbare vloerbedekkingen en wanden, een kookplaat en een koelkast; d) sanitaire ruimten die naar geslacht zijn ingedeeld en die minstens een douche en/of badkuip voor 4 bewoners bevatten.".

Art. 16.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 4 ingevoegd met als opschrift "Verplichte documenten".

Art. 17.In afdeling 4 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 16, wordt een artikel 694/21 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. 694/21, § 1. Het huis voor collectieve huisvesting moet altijd over het volgende beschikken : 1° een veiligheidsattest afgeleverd sinds minder dan vier jaar door de burgemeester;2° het sluiten van een verzekering in burgerlijke aansprakelijkheid uitbating (die voorziet dat de bewoner de hoedanigheid van derde bewaart) en in objectieve burgerlijke aansprakelijkheid brand of ontploffing. Deze documenten moeten in de inrichting worden bewaard en op gewoon verzoek worden voorgelegd. § 2. Het huis voor collectieve huisvesting moet ook, op een centrale plaats en die toegankelijk is voor elke bewoner of bezoeker, de volgende bijgewerkte informatie aanplakken : - de bezoektijd of de openingsuren; - de tarieven van de huisvesting en de tarieven van alle diensten aangeboden door het huis voor collectieve huisvesting; - het huishoudelijk reglement; - de lijst van het personeel; - de lijst van de bewoners; - het plan van de inrichting en een noodnummer.".

Art. 18.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 5 ingevoegd met als opschrift "Personeel".

Art. 19.In afdeling 5 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 18, wordt een artikel 694/22 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/22.§ 1. Het huis voor collectieve huisvesting moet beschikken over een personeel dat aan de volgende kenmerken voldoet : - een coördinatiefunctie vervuld door een directeur die ter plaatse aanwezig is minstens één dag per week; - een begeleidingsfunctie die de verwezenlijking van het collectief project en de begeleiding van de bewoners beoogt op basis van een halve voltijds equivalent per aangesneden schijf van 8 bewoners; - een logistieke functie die bestaat uit keuken- en onderhoudspersoneel, intern of extern in functie van het profiel van de bewoners. § 2. Elk personeelslid moet houder zijn van een uittreksel uit het strafregister, naar het model bedoeld in artikel 595 van het Wetboek van Strafvordering, vrij van veroordelingen tot correctionele of criminele straffen die onverenigbaar zijn met het ambt. § 3. De coördinatie-, begeleidings- en logistieke functies moeten minstens door drie verschillende natuurlijke personen worden vervuld. § 4. De coördinatiefunctie wordt vervuld door een persoon die houder is van een diploma van het hoger secundair onderwijs erkend door de Franse Gemeenschap. Deze voorwaarde is niet van toepassing op de bestaande inrichtingen die de andere voorwaarden van dit boek naleven als de directeur zijn beroep sinds minstens tien jaar uitoefent. De Regering of diens afgevaardigde bepaalt de bijkomende opleiding die kan worden opgelegd aan de personen die de coördinatiefunctie uitoefenen en de voorwaarden voor de opvolging van deze opleiding. § 5. De begeleidingsfunctie kan alleen maar worden vervuld door de houders van een diploma van het hoger secundair onderwijs erkend door de Franse Gemeenschap, op het gebied van hulp of zorg, waarvan de lijst door de Regering wordt vastgelegd.".

Art. 20.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 6 ingevoegd met als opschrift "Opdrachten".

Art. 21.In afdeling 6 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel 694/23 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. 694/23, § 1. Het huis voor collectieve huisvesting moet : a) zijn opdrachten vervullen zonder ten aanzien van de personen in langdurige moeilijkheden een onderscheid te maken in nationaliteit, geloof, opinie of sexuele geaardheid, en met respect voor de ideologische, filosofische of geloofsovertuigingen van de belanghebbenden;b) beschikken over een levensproject betreffende het geheel van de doelstellingen en middelen omschreven door een huis voor collectieve huisvesting om : - de samenleving binnen de inrichting te bevorderen; - via verschillende activiteiten, de bewoners te resocialiseren en ze onafhankelijker te maken; - als de fysieke, mentale of sociale behoeften van de bewoner het verlangen of als hij de wens daartoe te kennen geeft, elke bewoner te helpen om een meer geschikte huisvestingsplaats of een privatieve woning te vinden; c) over samenwerkingsovereenkomsten te beschikken met inrichtingen erkend in het kader van dit Wetboek, waarin vastgesteld wordt dat het huis voor collectieve huisvesting in staat is om in geval van nood een beroep te doen op de professionele sector of de diensten die actief zijn op medisch, psychologisch of sociaal gebied in functie van het profiel van de bewoners;d) een telefoonpermanentie 's nachts aan te bieden behalve als het profiel van de bewoners een permanente aanwezigheid ter plaatse vereist;e) een maaltijddienst te organiseren behalve als de bewoners in staat zijn om al hun maaltijden alleen voor te bereiden. § 2. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitwerking en de evaluatie en het model van het levensproject bedoed in paragraaf 1.

In functie van het profiel van de bewoners, bepaalt de Regering de eisen opgenomen in § 1, c), d) en e), in de erkenning afgegeven aan een huis voor collectieve huisvesting, overeenkomstig dit boek.".

Art. 22.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 7 ingevoegd met als opschrift "Opvang van de bewoners".

Art. 23.In afdeling 7 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 22, wordt een artikel 694/24 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/24.Het huis voor collectieve huisvesting is ertoe verplicht elke persoon die daarom verzoekt, een onderkomen te verschaffen, behalve : 1° indien de maximumcapaciteit voor het verschaffen van een onderkomen bereikt is; 2° indien de persoon niet in staat is om de kosten van de huisvesting en de diensten ten laste te nemen.".

Art. 24.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 8 ingevoegd met als opschrift "Registers".

Art. 25.In afdeling 8 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 24, wordt een artikel 694/25 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/25.Het huis voor collectieve huisvesting houdt een register bij van de niet voldane aanvragen. Elke aanvraag bevat de datum van de aanvraag, de naam van de persoon en de reden waarom de huisvesting werd geweigerd. De Regering bepaalt met welke frequentie deze lijst aan onze diensten wordt overgemaakt.".

Art. 26.In dezelfde afdeling 8 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/26 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/26.Het huis voor collectieve huisvesting houdt een register bij van de bewoners dat de voornaam en de naam van elke bewoner, zijn geboortedatum en -plaats alsook de datum van zijn intrek in het huis bevat.

Elk einde van het verblijf wordt in het register opgenomen met de datum, de reden van het einde van het verblijf en de bestemming indien bekend.".

Art. 27.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 9 ingevoegd met als opschrift "Individueel dossier".

Art. 28.In afdeling 9 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 27, wordt een artikel 694/27 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/27.Het huis voor collectieve huisvesting opent een individueel dossier voor elke bewoner.

Dat dossier bevat de administratieve en financiële documenten met betrekking tot de toestand van de bewoner.

Het dossier bevat op zijn minst de volgende informatie: - de volledige identificatie van de bewoner; - de naam van zijn huisdokter; - in voorkomend geval, de naam en de personalia van zijn bewindvoerder over de goederen; - de individuele overeenkomst van huisvesting; - de individuele factuurafrekeningen; - het sociaal dossier van de bewoner.

Het individueel dossier is toegankelijk voor de bewoner op zijn verzoek tijdens de bezoektijd. Het dossier is ook toegankelijk tijdens de inspecties.

Het individueel dossier moet minstens elektronisch bewaard worden tijdens minstens tien jaar na het vertrek van de bewoner.".

Art. 29.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 10 ingevoegd met als opschrift "Individuele huisvestingsovereenkomst".

Art. 30.In afdeling 10 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 694/28 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/28.Elke bewoner geniet een individuele huisvestingsovereenkomst met nadere bepaling van de voorwaarden, de tarieven van de huisvesting, het levensproject van de inrichting, de rechten van de bewoner opgenomen in artikel 694/32 en het huishoudelijk reglement.

Deze overeenkomst moet worden ondertekend door de directeur en de bewoner, zijn bewindvoerder over de goederen of de persoon die de bewoner aangewezen zal hebben als vertrouwenspersoon, voorafgaandelijk aan de opname van de bewoner.

De overeenkomst verplicht de bewoner om een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid te nemen.

De inhoud en de modaliteiten van de individuele huisvestingsovereenkomst worden door de Regering bepaald.".

Art. 31.In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 11 ingevoegd met als opschrift "Financiële bijdrage".

Art. 32.In afdeling 11 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 31, wordt een artikel 694/29 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/29.Het huis voor collectieve huisvesting kan aan de bewoners een financiële bijdrage vragen in functie van de aangeboden diensten en van de tarieven aangekondigd overeenkomstig het voorschrift van artikel 694/21.

Elke bewoner moet nauwkeurig worden geïnformeerd, vóór zijn intrek in het huis voor collectieve huisvesting, over de prijs die hem maandelijks zal worden gefactureerd voor de huisvesting en de aangeboden diensten.

De bewoner moet ook nauwkeurig geïnformeerd worden van wat er inbegrepen is in de minimumprijs van de huisvesting.

Hij moet geïnformeerd worden over wat hij kan weigeren binnen de aangeboden diensten en over wat hem automatisch gefactureerd zal worden.

Een tariefverandering mag alleen worden toegepast als ze uitdrukkelijk voorzien is in de individuele overeenkomst ondertekend door de voorzitter en de directeur van de inrichting.

Als de overeenkomst een mogelijkheid voorziet om de tarieven te herzien, moet elke wijziging aan de bewoner of aan zijn bewindvoerder over de goederen meegedeeld worden uiterlijk drie maanden vóór de toepassing van het nieuwe tarief.".

Art. 33.In dezelfde afdeling 11 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/30 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/30.Minstens één keer per maand, wordt de bewoner schriftelijk op de hoogte gehouden van zijn financiële toestand en, voor de afgelopen maand, van het bedrag van de financiële bijdrage bedoeld in artikel 694/29.".

Art. 34.In dezelfde afdeling 11 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/31 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/31.Het huis voor collectieve huisvesting moet voldoen aan de minimale vereisten inzake gezondheid en hygiëne.

De logistieke functie is bovendien verplicht om de volgende taken te verzekeren : - de dagelijkse schoonmaak van de collectieve uitrusting en, op zijn minst, de wekelijkse schoonmaak van de individuele woningen : - de halfmaandelijkse vervanging van het beddengoed. Als het echter bevuild is, wordt het onmiddellijk vervangen.".

Art. 35.In hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 12 ingevoegd met als opschrift "Rechten van de bewoner".

Art. 36.In afdeling 12 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 35, wordt een artikel 694/32 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/32.§ 1. Elke bewoner moet een informatie krijgen met betrekking tot de sociale diensten die gevestigd zijn in de gemeente en de omgeving waar het huis voor collectieve huisvesting zich bevindt (soort voorgestelde diensten, adresgegevens, openingsuren).

Deze informatie kan worden aangeplakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 694/20. § 2. De bewoner, zijn bewindvoerder over de goederen of de persoon die de bewoner aangewezen zal hebben als vertrouwenspersoon, zal op elk ogenblik tijdens de openingsuren van de dienst: - het individueel dossier van de bewoner kunnen raadplegen; - de gemeenschappelijke ruimten en de kamer van de bewoner kunnen bezoeken; - de geldende tarieven kunnen raadplegen. § 3. Als de bewoner erom verzoekt om het huis voor collectieve huisvesting te verlaten, moet hij begeleid en geholpen worden in zijn zoektocht naar een privatieve woning of een ander meer geschikte huisvesting. § 4. De bewoner moet ook geholpen worden als hij een externe interveniënt op medisch gebied, hulp en zorg wenst te ontvangen of wenst te gaan zien. § 5. De hulp en de begeleiding bedoeld in de paragrafen 3 en 4 worden uitgevoerd door een externe dienst, indien beschikbaar, of, bij gebrek, door de persoon die de begeleidingsfunctie uitoefent.".

Art. 37.In hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 7, wordt een afdeling 13 ingevoegd met als opschrift "Huishoudelijk reglement".

Art. 38.In afdeling 13 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 37, wordt een artikel 694/33 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/33.Het huis voor collectieve huisvesting moet over een huishoudelijk reglement beschikken dat aan de bewoners wordt afgegeven bij aankomst.

In het huishoudelijk reglement wordt er op zijn minst voorzien dat de bewoner het recht heeft om personen, relaties of interveniënten, in zijn privatieve ruimte uit te nodigen voor zover dat de andere bewoners niet stoort.

Een model van huishoudelijk reglement met minimale regels wordt bepaald door de Regering en aan de huizen voor collectieve huisvesting opgelegd.".

Art. 39.In boek VIII van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 4, wordt een hoofdstuk III ingevoegd met als opschrift "Controle en sancties".

Art. 40.In hoofdstuk III van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 39, wordt een afdeling 1 ingevoegd met als opschrift "Controle".

Art. 41.In afdeling 1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 40, wordt een artikel 694/34 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/34.De administratieve en kwalitatieve controle van de huizen voor collectieve huisvesting die genieten van een erkenning in het kader van dit boek wordt verzekerd door de ambtenaren aangewezen door de Regering. Deze ambtenaren zijn bekleed met het ambt van politieofficier van de procureur des Konings. Zij zijn ertoe verplicht voor de vrederechter van hun woonplaats de bij het decreet van 20 juli 1831Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/1831 pub. 07/02/2013 numac 2013000079 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet op de drukpers type decreet prom. 20/07/1831 pub. 26/07/2012 numac 2012000423 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet « betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie ». - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten voorgeschreven eed af te leggen. In de uitoefening van hun opdrachten, kunnen zij: 1° alle controles en onderzoeken verrichten en alle inlichtingen inwinnen die zij nodig achten, met name : a) het ondervragen van elke persoon over elk feit waarvan de kennis nuttig is voor het uitoefenen van het toezicht;b) zich elk nuttig document laten overmaken of elk nuttig document zoeken voor de voltooiing van hun opdracht, er een afschrift van nemen of het tegen ontvangstbewijs meenemen;2° processen-verbaal van vaststelling nalatigheden opmaken die bewijskracht hebben tot het tegendeel bewezen is.Daarvan wordt een afschrift bekendgemaakt binnen de vijftien dagen na vaststelling van de feiten aan de exploitant en de dader. In geval van doorzoeking van de lokalen die een woonplaats uitmaken en bij ontstentenis van de instemming van de bewoner, behalve in uiterst dringende gevallen indien de bijstand aan de in gevaar zijnde ondergebrachte persoon het vereist, hebben de hiervoor genoemde ambtenaren niet toegang tot die lokalen dan krachtens een machtiging van de rechter van de politierechtbank of diens plaatsvervanger. De gemachtigde ambtenaar kan de overtreder een termijn stellen om zich naar de wet te schikken; die termijn kan slechts één keer verlengd worden. Hij stelt de burgemeester van de gemeente waar de inrichting gevestigd is, hiervan in kennis. 3° de burgemeester van de gemeente waar de inrichting gevestigd is, interpelleren.".

Art. 42.In hetzelfde hoofdstuk III van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 2 ingevoegd met als opschrift "Bemiddeling".

Art. 43.In afdeling 2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 42, wordt een artikel 694/35 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/35.Er wordt binnen de diensten van het Agentschap een ombudsfunctie opgericht met het oog om de aanvragen van de bewoners van de huizen voor collectieve huisvesting in te zamelen. De Regering bepaalt het bevoegdheidsgebied en de modaliteiten voor de organisatie van de ombudsfunctie.".

Art. 44.In hetzelfde hoofdstuk III van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 3 ingevoegd met als opschrift "Sancties".

Art. 45.In afdeling 3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 44, wordt een artikel 694/36 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/36.Met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van 25 tot 2.000 euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft, degene die rechtstreeks of onrechtstreeks terwijl hij een activiteit of een mandaat uitoefent in een huis voor collectieve huisvesting: 1° op niet-geïndividualiseerde wijze de rekeningen van de ondergebrachte personen beheert;2° door list, dwang, bedreiging, valse belofte of misbruik makend van de zwakheid of ziekte zich goed die aan een ondergebrachte persoon toebehoren, laat overhandigen;3° gelden of goeden van de ondergebrachte personen beheert, behalve met naleving van de eventueel in overeenstemming met laatstgenoemden overeengekomen voorwaarden; 4° een bewoner in het huis voor collectieve huisvesting tegen zijn wil vasthoudt.".

Art. 46.In boek VIII van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 4, wordt een hoofdstuk IV ingevoegd met als opschrift "Overgangs- en slotbepalingen".

Art. 47.In hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 46, wordt een afdeling 1 ingevoegd met als opschrift "Overgangsbepalingen".

Art. 48.In afdeling 1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 47, wordt een artikel 694/37 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/37.De huizen voor collectieve huisvesting die onder welke benaming dan ook actief zijn vóór de inwerkingtreding van dit boek, beschikken over een periode van één jaar om een erkenningsaanvraag in te dienen en over een periode van drie jaar om een erkenning van het Gewest te krijgen.".

Art. 49.In dezelfde afdeling 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/38 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/38.Het huis voor collectieve huisvesting waarvan de activiteit begonnen is vóór 1 januari 2018 heeft 10 jaar om in orde te zijn op het niveau van de infrastructuur, op voorwaarde dat een concreet plan wordt ontwikkeld met omschrijving van de acties die jaar per jaar uitgevoerd zullen worden om zich aan te passen aan het decreet.

De Regering bepaalt de modaliteiten van de procedure voor de aanpassing aan de normen.".

Art. 50.In dezelfde afdeling 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/39 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/39.De Regering bepaalt de manier waarop de voorziening ingeschreven in dit boek wordt geëvalueerd.".

Art. 51.In hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 46, wordt een afdeling 2 ingevoegd met als opschrift "Slotbepalingen".

Art. 52.In afdeling 2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 51, wordt een artikel 694/40 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/40.Dit decreet treedt in werking op de dag bepaald door de Regering in het uitvoeringsbesluit, uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van dit boek in het Belgisch Staatsblad.".

Art. 53.In dezelfde afdeling 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 694/41 ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 694/41.Op voorstel van het Agentschap, kan de minister, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, aan de erkende huizen voor collectieve huisvesting een tegemoetkoming toekennen die de uitgaven i.v.m. de sociale begeleiding en de integratie van de bewoners dekt op basis van een revalidatieovereenkomst in de zin van artikel 1, 6°, van dit Wetboek.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 29 maart 2018.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE ___________________ (1) Zitting 2017-2018. Stukken van het Waals Parlement, 1029 (2017-2018) Nrs. 1 tot 7.

Volledig verslag, plenaire vergadering van 28 maart 2018.

Bespreking.

Stemming.

^